Lage luchtdruk = bewolking = koele zomerdag, milde winterdag
Slide 5 - Tekstslide
Lage druk en hoge druk
Lagedruk (minimum / depressie) = stijgende lucht = neerslag/bewolking
Hogedruk (maximum) = dalende lucht = droog/helder
Wind stroomt op het aardoppervlak altijd van hogedrukgebied naar lagedrukgebied.
Hoe groter luchtdrukverschillen, hoe hoger de windsnelheid.
Het natuurlijke en versterkte broeikaseffect
de ecologische voetafdruk
Slide 6 - Tekstslide
Je kunt de luchtdruk, windkracht, neerslag en bewolkingsgraadbeschrijven op basis van een weerkaart met isobaren.
Slide 7 - Tekstslide
Isobaren en luchtdruk
Waar op het kaartje is de grootste kans op neerslag?
Waar op het kaartje is de hoogste windkracht?
Ga er vanuit dat het kaartje van de maand augustus is. Wat voor weer is het in Spanje?
Slide 8 - Tekstslide
Lesdoelen van gisteren
Je kunt de begrippen bij de vier verschillende faseovergangen van water benoemen.
Je kunt het verschil tussen de korte- en lange waterkringloopuitleggen.
Je kunt de volgende onderdelen van de waterkringloop in een schematische tekening herkennen: neerslag, verdamping, condenseren, infiltratie & afstromen.
Je kunt uitleggen waarom de korte waterkringloop het vaakst voorkomt.
Slide 9 - Tekstslide
ANTWOORDEN
2 – verdamping
3 – neerslag
4 – condensatie
10 – afstromen
14 - infiltratie
Slide 10 - Tekstslide
INVULOPDRACHT
WATERKRINGLOOP
Slide 11 - Tekstslide
Antwoorden
Wolken - Nummer: 8
Water - Nummer: 9
Vloeibaar - Nummer: 2
Afstromen - Nummer: 10
Gas - Nummer: 3
Vast - Nummer: 1
Waterkringloop - Nummer: 4
Infiltreren - Nummer: 11
Smelten - Nummer: 6
Bevriezen - Nummer: 5
Verdampt - Nummer: 7
Slide 12 - Tekstslide
Lesdoelen van vandaag
Je kunt het verschil uitleggen tussen het natuurlijk- en versterkte broeikaseffect.
Je kunt 3 gevolgenbenoemen van het versterkt broeikaseffect.
Je kunt 3broeikasgassenbenoemen.
Je kunt een verbandaangeven tussen de welvaart van een land en de ecologische voetafdruk.
Slide 13 - Tekstslide
"Gassen werken als een soort deken."
Je kunt 3 broeikasgassenbenoemen.
Kooldioxide (CO2)
Methaan (CH4)
Waterdamp (H2O)
Slide 14 - Tekstslide
Natuurlijk broeikaseffect
Het vermogen van de aarde om warmte vast te houden door de aanwezigheid van natuurlijke broeikasgassen in de atmosfeer.
Slide 15 - Tekstslide
Zonder het broeikaseffect zou de aarde niet bewoonbaar zijn. De gemiddelde temperatuur zou -15C zijn in plaats van 18C nu.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Versterkt broeikaseffect
Opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen door mensen.
Slide 18 - Tekstslide
Je kunt het verschil uitleggen tussen het
natuurlijk- en versterktebroeikaseffect.
Slide 19 - Tekstslide
VERSTERKT
BROEIKASEFFECT
Slide 20 - Tekstslide
OORZAKEN VERSTERKT BROEIKASEFFECT
Slide 21 - Tekstslide
Je kunt 3 gevolgenbenoemen van het versterktbroeikaseffect.
Temperatuur stijgt
Zeespiegel stijgt
Opschuiven klimaatzones
Extremen weer: orkanen, droogtes, overstromingen, etc.
Vluchtelingen
Slide 22 - Tekstslide
ZEESPIEGELSTIJGING
Slide 23 - Tekstslide
ZEESPIEGEL
STIJGING
Slide 24 - Tekstslide
ZEESPIEGELSTIJGING
Slide 25 - Tekstslide
Natuurlijk-, versterkt broeikaseffect
óf beiden?
IJstijden in het verleden
Opwarming in de 21e eeuw
Zeespiegelstijging
Opschuiven klimaatzones
Opschuiven vegetatiezones
Meer weersextremen
Toename aantal hittegolven
Slide 26 - Tekstslide
Je kunt een verbandaangeven tussen de welvaart van een land en de ecologischevoetafdruk.