2.1 Handel en Nijverheid in de Republiek

2.1 Handel en Nijverheid in de Republiek
Welkom!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

2.1 Handel en Nijverheid in de Republiek
Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
  • Kun je een beschrijving geven van de economie van de Republiek.
  • Kun je uitleggen hoe de economie van de Republiek onderdeel werd van de wereldeconomie en welke rol de VOC en de WIC daarbij hadden.
  • Kun je een verband leggen tussen de driehoekshandel, de slavenhandel en de plantageslavernij.

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  • Wat weet je al? (+- 10 min)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Gouden Eeuw

Slide 5 - Woordweb

Hoe wordt de Republiek rijk? (1)
  • 1568-1648: Tachtigjarige oorlog (Nederlandse Opstand)

  • Oorlog is in principe slecht voor de handel, maar de oorlog werd vooral in de Zuidelijke Nederlanden uitgevochten (huidige België)

  • Haven van Antwerpen werd afgesloten: handelschepen wijken uit naar Amsterdam

Slide 6 - Tekstslide

Hoe wordt de Republiek rijk? (2)
  • Nederland heeft niet heel veel producten/grondstoffen

  • Vooral veel zuivelproducten

  • Oplossing: stapelmarkt.

  • Amsterdam wordt één grote marktplaats voor Europese producent

Slide 7 - Tekstslide

Plaats waar ingekochte producten worden opgeslagen om vandaaruit weer te worden verhandeld.

Slide 8 - Tekstslide

Stapelmarkt
Baltic routes

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video



Een schip dat vanuit Amsterdam naar de landen rond de Oostzee vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 11 - Quizvraag



Een schip dat vanuit de landen rond de Oostzee naar Amsterdam vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 12 - Quizvraag

Handel is belangrijk!
In de Republiek werd het meeste verdiend in de handel. Kooplieden kochten voor geld (kapitaal) producten in en verkochten die met winst. Deze winst investeerden ze weer in nieuwe handelsproducten. Zo werden ze steeds rijker. Als in een economie het maken van winst door handel centraal staat, spreken we van handelskapitalisme.

Slide 13 - Tekstslide

Nieuw probleem!
  • Steeds meer Nederlandse bedrijven (compagnieën) gaan naar Indië varen.

  • Hierdoor ontstaat veel concurrentie tussen Nederlanders onderling

  • De prijs van de specerijen daalt hierdoor snel, de winst dus ook

Slide 14 - Tekstslide

Verenigde Oostindische Compagnie (1602)
  • Nederlandse regering (Staten-Generaal) grijpt in.

  • Compagnieën moeten samengaan in één bedrijf.

  • Hierdoor gaan ze concurrentie tegen en kunnen de winsten ook gebruikt worden in de oorlog tegen Spanje

Slide 15 - Tekstslide

Doel: monopolie op de specerijenhandel ten oosten van Kaap de Goede Hoop

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

West-Indische Compagnie
  • Monopolie op de handel in West-Afrika en Amerika.

  • Kaapvaart

  • Minder succesvol dan de VOC

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Beschrijf de economie van de Republiek

Slide 23 - Open vraag

Leg uit hoe de economie van de Republiek onderdeel werd van de wereldeconomie

Slide 24 - Open vraag

Leg uit welke rol de VOC en de WIC daarbij hadden.

Slide 25 - Open vraag

Leg een verband tussen de driehoekshandel, de slavenhandel en de plantageslavernij.

Slide 26 - Open vraag