Disco Les 2D

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Disco Les 2D

120 minuten

data

SO Les 2

woensdag 2 oktober

5de lesuur

leren: woorden en grammatica Les 2

Tekstboek blz. 131 (linker kolom) + blz. 13 t/m 16

Geef de Nederlandse betekenis van habitare.

Geef de Nederlandse betekenis van insula

Geef de Nederlandse betekenis van semper

Geef het Latijnse meervoud van
nox

Bespreken tekst 2A regel 9 t/m 14

      Pluto in Tartaro vivit.

10  Tartarus sub terra est. 

      Tartarus locus obscurus est.

      Ibi semper nox est.

      Umbrae huc veniunt.

      Hic Pluto rex est.

Tekst 2B

• Vertaal tekst 2B (opdracht 22 werkschrift blz. 16)
• Klaar? Leer de woorden van 2B en maak opdracht 24+25.
• Als je het niet af hebt in de les, is blz. 16 huiswerk.

Bespreken tekst 2B De zusters van Jupiter

Iuno dea est.

Soror et uxor Iovis est.

Iuno quoque in Olympo habitat.

Ceres dea est.

Soror Iovis et Iunonis est. 

Ceres mater Proserpinae est, Iupiter pater. 

Ceres et filia saepe in insula Sicilia sunt. 

Ibi lacus est, ubi albi cygni natant. 

Ibi silva est, ubi multi flores florent: 

rosae et violae et lilia. 

Proserpina puella saepe in silva ludit.

Sleep de naam Sicilië naar de juiste plek.

Sicilië

oefentoets Les 2

• Maak de oefentoets op blz. 17 in je werkschrift.
• We bespreken straks de tekst Mars en Vulcanus.
• Klaar? Maak de opdrachten 29 t/m 33 over de Romeinse goden op blz. 18 t/m 20 in je werkschrift.

Even bewegen - doe maar mee en voer de opdrachten uit!

sedete

tollite librum

6

surgite

movete

3

mane in loco tuo

ridete

aperite librum

7

capite librum

2

deponite librum

8

plaudite

9

deponite librum

4

Mars en Vulcanus

Iupiter deus est. In Olympo habitat.

Mars quoque et Vulcanus dei sunt.

Fratres sunt. Filii Iovis en Iunonis sunt.

In Olympo vivunt.

Vulcanus non semper in Olympo vivit. 

Saepe *sub insula Sicilia est.

Ibi *sub terra officinia ferraria est, ubi deus laborat.

Venus dea uxor Vulcani est.

* sub = onder

Bijwoorden zijn veranderbare woorden.

1. waar
2. niet waar

Bij veranderbare woorden verandert de uitgang.

1. waar
2. niet waar

Het gezegde staat meestal vooraan in de zin.

1. waar
2. niet waar

Het gezegde heeft altijd een naamwoordelijk deel.

1. waar
2. niet waar

De Romeinen kenden slechts één god.

1. waar
2. niet waar

Romeinse goden zijn antropomorf.

1. waar
2. niet waar

Mythologische verhalen geven vaak een verklaring voor een verschijnsel in de natuur.

1. waar
2. niet waar

Ik ben nu goed voorbereid op de SO van volgende week.

😒🙁😐🙂😃

Athena geboren uit hoofd Zeus