1. Bronnen - Soorten Bronnen

Wetenschap op Werenfridus!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wetenschap op Werenfridus!

Slide 1 - Tekstslide

Wat doe ik bij WoW?
Op een creatieve en speelse manier kennismaken met wetenschappelijk onderzoek
                                                               

Op de volgende dia staat een hele rommelige werkplek. Ga op zoek naar de informatieve icoontjes, en lees de informatie die erin staat. Dan kan je daarna de vragen beantwoorden op de andere dia's.

Slide 2 - Tekstslide

Wist je dat....
VWO staat voor: Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
Wetenschap betekent meerdere dingen:
1). Alle kennis die opgedaan is door mensen;
2). De specifieke manieren waarop mensen nieuwe kennis kunnen opdoen
Alle 'wetenschappen' zijn opgedeeld in grote gebieden. De twee grootste gebieden zijn: de natuurwetenschappen en de sociale wetenschappen
In de 1e klas leer je over de sociale wetenschappen.
In de 2e klas leer je over de natuurwetenschappen.
Sociale wetenschap gaat om kennis vinden over mensen, wat mensen doen en vooral waarom mensen dingen doen. Dit leer je ook bij vakken als: geschiedenis, levensbeschouwing, aardrijkskunde en beeldende vorming.

Slide 3 - Tekstslide

Waar staat de afkorting WoW voor?
A
WoW = WoW
B
Wetenschap over de Wereld
C
Wetenschap op Werenfridus
D
Waar-Om-Wetenschap

Slide 4 - Quizvraag

Wetenschap betekent meerdere dingen:
1). Alle kennis die opgedaan is door mensen;
2). De specifieke manieren waarop mensen nieuwe kennis kunnen opdoen

Over welke van deze twee betekenissen zal WoW het meest gaan?
A
1. Alle kennis die opgedaan is door mensen
B
2. De specifieke manier waarop mensen nieuwe kennis kunnen opdoen
C
Allebei
D
Geen van beiden, WoW heeft niets met wetenschap te maken

Slide 5 - Quizvraag

WoW in de 1e klas gaat over:
A
De sociale wetenschappen
B
De natuurwetenschappen
C
Alle wetenschappen
D
Waarom beginnen jullie toch steeds over wetenschap!?

Slide 6 - Quizvraag

1. Bronnen - Soorten bronnen

Slide 7 - Tekstslide

Wat ga ik leren?
Leerdoelen:
- Ik weet het verschil tussen primaire/directe en secundaire/indirecte bronnen
- Ik weet wat bedoeld wordt met geschreven en ongeschreven bronnen
Voorafgaand aan deze LessonUp heb je al op internet gelezen over 'soorten bronnen'. Als je dit nog niet gedaan hebt, doe dit dan eerst.
Klik hier om rechtstreeks naar de site te gaan.

Slide 8 - Tekstslide

Directe en 
indirecte bronnen
Directe en indirecte bronnen
of
Primaire en secundaire bronnen
Primair en direct betekenen hetzelfde
Secundair en indirect betekenen hetzelfde

Deze begrippen worden vaak door elkaar gebruikt

Slide 9 - Tekstslide

Directe bronnen

  • Zijn in de tijd waarover ze gaan gemaakt

  • Zijn meestal gemaakt door iemand die bij de gebeurtenis aanwezig was, maar dat hoeft niet altijd.
Voorbeelden:

Dagboek van Anne Frank
Egyptisch Dodenboek
Egyptische mummie
Filmbeelden van de moord op president Kennedy
Spotprent

Slide 10 - Tekstslide

Directe bronnen

  • Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker leefde in die tijd... 

  • ...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand zijn mening misschien wel wil geven of niet alle informatie heeft.
Reclames zijn directe bronnen, maar niet perse betrouwbaar. Ze willen namelijk graag iets verkopen

Slide 11 - Tekstslide

Indirecte bronnen

  • Zijn gemaakt door iemand die er niet zelf bij was, bijvoorbeeld omdat hij later leefde óf omdat hij ergens anders woonde.

  • Heeft de informatie gekregen via andere (geschreven of ongeschreven) bronnen
Voorbeelden:

Jouw geschiedenisboek
Een artikel over Anne Frank op Wikipedia
Een documentaire over de ontdekking van het graf van Toetanchamon

Slide 12 - Tekstslide

Indirecte bronnen

  • Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker misschien zijn informatie uit veel bronnen heeft kunnen halen... 

  • ...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand niet bij de gebeurtenis aanwezig was.
Als jij nu onderzoek doet naar de Egyptenaren, dan kan jij heel veel informatie vinden. Maar je kan niet zelf 3000 jaar terug in de tijd om te kijken hoe het was.... Dus helemaal zeker weten lukt niet.

Slide 13 - Tekstslide

Geschreven bronnen
Ongeschreven bronnen

Slide 14 - Tekstslide

Een primaire/directe bron kan je het beste omschrijven als...
A
een bron die uit de tijd komt waar je onderzoek naar doet
B
een geschreven of ongeschreven bron
C
een bron die vertelt over de tijd waar je onderzoek naar doet
D
het tegenovergestelde van een secundaire / indirecte bron

Slide 15 - Quizvraag

Een dagboek is een...
A
Ongeschreven indirecte bron
B
Ongeschreven directe bron
C
Geschreven indirecte bron
D
Geschreven directe bron

Slide 16 - Quizvraag

Een hunebed is een...
A
Ongeschreven indirecte bron
B
Ongeschreven directe bron
C
Geschreven indirecte bron
D
Geschreven directe bron

Slide 17 - Quizvraag

Een lesboek aardrijkkunde is een...
A
Ongeschreven indirecte bron
B
Ongeschreven directe bron
C
Geschreven indirecte bron
D
Geschreven directe bron

Slide 18 - Quizvraag

Directe en 
indirecte bronnen
Je weet als het goed is het verschil tussen geschreven en ongeschreven bronnen
én 
het verschil tussen directe en indirecte bronnen

Nu ga je zelf op zoek naar bronnen! Kijk snel op de volgende dia, wat je opdracht is...

Slide 19 - Tekstslide

Ga op zoek naar bronnen over DE PUNISCHE OORLOGEN.
Lever hier 4 afbeeldingen in van bronnen. Probeer van alle mogelijke combinaties in soorten bronnen één voorbeeld te vinden.

Slide 20 - Open vraag

KLAAR!
Je hebt de LessonUp helemaal doorlopen. Als het goed is weet je de antwoorden op de onderstaande leerdoelen:
- Ik weet het verschil tussen primaire/directe en secundaire/indirecte bronnen
- Ik weet wat bedoeld wordt met geschreven en ongeschreven bronnen
Wat goed dat je de hele LessonUp hebt gemaakt!
Jouw antwoorden zorgen ervoor dat je docent weet waar nog even aandacht aan besteed moet worden. Dank je wel daarvoor!
Vond je het lastig? Geen zorgen. Deze LessonUp blijft gedeeld met je klas, dus je kan altijd nog even terugkijken.

Slide 21 - Tekstslide