Maandag 11 oktober

Maandag 11 oktober
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Maandag 11 oktober

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
Pak je chromebook, zet je tas op de grond.

Telefoons uit en niet zichtbaar.

Zit klaar zodat we direct met de les kunnnen beginnen.

Magister; controle absentie, chromebook en huiswerk. 

timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Belangrijke data
dinsdag 12 oktober; SO Taalverzorging H1
- leestekens
- TT
- VT

Slide 3 - Tekstslide

Lesopbouw
  • Wat weet je al?
  • Doel
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting + huiswerk noteren

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je al?
Taalverzorging H1; 
       --> Persoonsvorm
       --> Onderwerp
       --> Voegwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Persoonsvorm
Drie manieren;
- zin vragend maken
- verleden tijd <-----> tegenwoordige tijd
- meervoud <-----> enkelvoud

Slide 6 - Tekstslide

Voegwoorden
- Voegwoorden voegen twee zinnen aan elkaar
- Voorbeelden; omdat, maar, en, want

Voorbeeld;
De jongens waren vroeg thuis.
De les Nederlands viel uit.
De jongens waren vroeg thuis, want de les Nederlands viel uit.

Slide 7 - Tekstslide

Doel 1
Je weet wat een samengestelde zin is
Je kunt de persoonsvorm en het onderwerp in een samengestelde zin vinden.

Slide 8 - Tekstslide

Maandag
Deze les gaan we het volgende doen;
- boeken 
- Taalverzorging H2 > samengestelde zinnen
- Quizziz; leestekens, TT en VT

Slide 9 - Tekstslide

Boeken
Na de vakantie begint iedere les met 10 minuten lezen
Iedereen heeft dus na de vakantie een leesboek bij zich.



Je hebt dit boek iedere les Nederlands bij je.
Zorg dat je het leukste boek te pakken krijgt, dat je kunt vinden.
Heb je hulp nodig, dan hoor ik het graag
Op de volgende dia vind je een leuk waarop je boeken kunt vinden.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Samengestelde zinnen
In elke zin staat een persoonsvorm. Zinnen met twee of meer persoonsvormen noem je samengestelde zinnen. Bij elke persoonsvorm hoort een onderwerp.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Schrijf het voegwoord op;
Onze hond stonk vreselijk, omdat hij in de sloot was gesprongen.

Slide 14 - Open vraag

Schrijf de persoonsvormen op;
Onze hond stonk vreselijk, omdat hij in de sloot was gesprongen.

Slide 15 - Open vraag

Schrijf de onderwerpen op;
Onze hond stonk vreselijk, omdat hij in de sloot was gesprongen.

Slide 16 - Open vraag

Schrijf het voegwoord op;
Nadat ik per ongeluk een virus had binnengehaald, verwijderde de virusscanner het direct.

Slide 17 - Open vraag

Schrijf de persoonsvormen op;
Nadat ik per ongeluk een virus had binnengehaald, verwijderde de virusscanner het direct.

Slide 18 - Open vraag

Schrijf de onderwerpen op;
Nadat ik per ongeluk een virus had binnengehaald, verwijderde de virusscanner het direct.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Link

Huiswerk
Maak de aangegeven opdrachten in de planning in je digitale boek.
Deze opdrachten moeten dinsdag af zijn.

Slide 21 - Tekstslide

Dinsdag

Slide 22 - Tekstslide

Woensdag

Slide 23 - Tekstslide

Namen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link