Zakelijk schrijven

Nederlands

Zakelijk schrijven
K3 en M3
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 200 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Zakelijk schrijven
K3 en M3

Slide 1 - Tekstslide

Zakelijke e-mail
Aan het einde van deze lessen:

Weet ik hoe ik een zakelijke e-mail moet schrijven.

Kan ik de regels voor het schrijven van een zakelijke e-mail toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een zakelijke e-mail?

Slide 3 - Woordweb

Welk e-mailadres zou jij bij een zakelijke e-mail gebruiken?
A
harrie@hotmail.com
B
a.dejong@gmail.com
C
missyammie@gmail.com
D
h.m@live.nl

Slide 4 - Quizvraag

Is jouw privé e-mailadres net genoeg?

Slide 5 - Open vraag

Wat betekent CC in een zakelijke e-mail?
A
Hier kun je het e-mailadres invullen van de persoon of personen aan wie je de e-mail wilt laten lezen.
B
Hier vul je het e-mailadres in van de persoon of personen aan wie je de e-mail stuurt.
C
Hier schrijf je kort op waar de e-mail over gaat. Bijvoorbeeld: afspraak 13 juni.
D
Als je een bijlage meestuurt, dan leg je daar kort uit wat er in de bijlage staat.

Slide 6 - Quizvraag

In welke situaties gebruik je de regel BCC?
A
Als je een kopie van je e-mail aan meer dan één iemand wilt sturen
B
Als de ontvanger niet mag weten dat je iemand een kopie stuurt
C
Als de ontvangers elkaars e-mailadres niet mogen weten
D
Daar zijn geen speciale situaties voor

Slide 7 - Quizvraag

Je stuurt de e-mail naar meerdere personen, maar je wil niet dat zij elkaars e-mailadres zien. Je gebruikt dan:
A
Aan:
B
CC:
C
BCC:
D
ABC:

Slide 8 - Quizvraag

Hoe noem je degene
aan wie je een e-mail schrijft?
A
onderwerp
B
afzender
C
e-mailadres
D
geadresseerde

Slide 9 - Quizvraag

De "gegevens van de geadresseerde" zijn:
A
Jouw gegevens
B
De gegevens van degene waaraan je de brief stuurt
C
Het onderwerp
D
Het e-mailadres

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een reële verwachtingstermijn als reactie op een e-mail?

Slide 11 - Open vraag

K3

Zakelijke e-mail


M3

Zakelijke e-mail 




En zakelijke brief.
--> opdracht dierenambulance als mail én als brief inleveren 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Een zakelijke e-mail is vooral
A
formeel
B
informeel

Slide 14 - Quizvraag

De opmaak
  • Vul de onderwerpsregel in  (kort en bondig)

  • Aanhef
  • Inleidende zin
  • Alinea 1 (!)
  • Alinea 2 (!)
  • Afsluitende zin
  • Slotformule
  • Naam

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf mee!
Stel je voor: de directeur van onze school wil de lessen verlengen tot 90 minuten. Je bent het daar niet mee eens en je besluit om een zakelijke e-mail te schrijven.

--> schrijf vanaf  nu alle onderdelen mee! 

Slide 16 - Tekstslide

Soms weet je niet of je naar een man of vrouw schrijft. Kies de juiste aanhef
A
Hallo heer, mevrouw,
B
Geachte heer, mevrouw,
C
Geachte heer en mevrouw,

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de naam en het e-mailadres van onze directeur? Zoek op.

Slide 18 - Open vraag

Genderneutrale aanhef

Slide 19 - Woordweb

Onze directeur is dus meneer Dekker. Wat wordt de aanhef van jouw e-mail?

Slide 20 - Open vraag

Wat zet je in de onderwerpregel van je e-mail naar meneer Dekker?

Slide 21 - Open vraag

Hoeveel alinea`s heeft een zakelijke e-mail minimaal?
A
1-2
B
2-3
C
3-4
D
4 of meer

Slide 22 - Quizvraag

Uit hoeveel zinnen moet een alinea minimaal bestaan om een alinea te mogen heten?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quizvraag

De inleidende alinea
  • Stel jezelf voor. 'Mijn naam is Lara Lopez. Ik zit in klas 3.6  van Vonk Schagen'. 
  • Vertel waarom je de e-mail schrijft: 'Ik schrijf deze mail, omdat...'

Slide 24 - Tekstslide

Welk woord gebruik je NOOIT aan het begin van de eerste zin?
A
Ik
B
Gisteren
C
Mijn
D
Zoals

Slide 25 - Quizvraag

Hoe begin je de zakelijke e-mail waar we nu mee bezig zijn?
Werk alinea 1 uit.

Slide 26 - Open vraag

Het middenstuk
  • Het middenstuk bestaat altijd uit minstens twee alinea's;
  • In deze alinea's beschrijf je punten uit de opdracht;
  • Beschrijf de punten kort en bondig;
  • Bedenk er alleen dingen bij als dat in de opdracht gevraagd wordt;
  • Maak alleen gebruik van woorden die je goed kent, dit voorkomt spelfouten;
  • Schrijf over wat je kunt;
  • Maak de zinnen niet te lang.

Slide 27 - Tekstslide

Uit hoeveel alinea's bestaat het middenstuk in ieder geval?

Slide 28 - Open vraag

In een zakelijke e-mail spreek je de geadresseerde aan met 'u'
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Hoe begin je de zakelijke e-mail waar we nu mee bezig zijn?
Werk alinea 2 en 3 uit.

Slide 30 - Open vraag

Afsluiting
- In de afsluiting rond je de e-mail netjes af. 

- Benoem wat je verwacht van de geadresseerde.

- Bij een klacht of verzoek bedank je de geadresseerde alvast voor de moeite.

Slide 31 - Tekstslide

Bedenk een goede slotzin voor de afsluiting van een zakelijk e-mail.

Slide 32 - Open vraag

Slotformule en je naam
Gebruik de slotformule:
  • Met vriendelijke groet,

Onder 'Met vriendelijke groet' sluit je af met je voor- en achternaam.

Slide 33 - Tekstslide

Welke slotformule gebruik je voor het afsluiten van een zakelijke e-mail?

Slide 34 - Open vraag

Onderaan de e-mail schrijf je
A
je voornaam
B
je achternaam
C
je voor- en achternaam

Slide 35 - Quizvraag

Je wilt jouw mentor laten meelezen. Waar plaats je het e-maildres van jouw mentor?
A
aan
B
cc
C
bcc

Slide 36 - Quizvraag

Even oefenen...

Slide 37 - Tekstslide


Hey hallo,

Ik ben Maarten. Ik zou graag gratis info over het Achterhuis willen hebben. Ken jij mij die sturen? Ik wil natuurlijk een goed cijfer halen voor geschiedenis.
Het dagboek van Anne Frank heb ik al voor het vak Nederlands gelezen. Dat is wel ff een indrukwekkend boek zeg! Volgende week houdt ik mijn spreekbeurt dus of je een beetje op wil schieten met de info. Bye.


Emilio

A
Zakelijke e-mail
B
Persoonlijke e-mail

Slide 38 - Quizvraag

Leg uit waarom dit
geen zakelijke e-mail is.
Noteer 3 argumenten
Hey hallo,
Ik ben Maarten. Ik zou graag gratis info over het Achterhuis willen hebben. Ken jij mij die sturen? Ik wil natuurlijk een goed cijfer halen voor geschiedenis.
Het dagboek van Anne Frank heb ik al voor het vak Nederlands gelezen. Dat is wel ff een indrukwekkend boek zeg! Volgende week houdt ik mijn spreekbeurt dus of je een beetje op wil schieten met de info. Bye.

Slide 39 - Open vraag

Het schrijven van namen
Geachte mevrouw Kroon,
Geachte mevrouw De Kroon,
Geachte mevrouw Van de Kroon,
 Geachte mevrouw/meneer,

Slide 40 - Tekstslide

Het schrijven van namen
Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,

Geachte heer/mevrouw, 

Slide 41 - Tekstslide

Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,

Slide 42 - Quizvraag

Je schrijft een zakelijke e-mail aan ronan de mik. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer De Mik,
B
Geachte heer De Mik,
C
Geachte Ronan,
D
Geachte de Mik,

Slide 43 - Quizvraag

Noteer de juiste aanhef voor 'marietje van der veen'

Slide 44 - Open vraag

Conventies zakelijke e-mail
  • Aan:
  • CC:
  • BCC:
  • Onderwerp::        Het onderwerp van de mail
  • Aanhef                  (Geachte heer, mevrouw,)
  • Inleiding               (Mijn naam is.............  + reden van schrijven)
  • Kern                        (Behandel de punten)                                Denk aan de alinea's! 
  • Slot                          (Benoem je verwachtingen en bedank bij een klacht of verzoek) 
  • Slotformule         (Met vriendelijke groet, )
  • Jouw  voor- en achternaam    

Slide 45 - Tekstslide

Oefenen: e-mail aan de dierenambulance
Stel je voor: je bent een groot dierenliefhebber. Daarom wil je graag vrijwilligerswerk gaan doen bij de Dierenambulance in jouw woonplaats. Je hebt op de website van de Dierenambulance gekeken, maar er staan helaas geen vacatures op. Je besluit een zakelijke e-mail te schrijven waarin je vraagt of er toch mogelijkheden zijn om als vrijwilliger aan de slag te gaan.

  • Schrijf de e-mail
  • Vertel in de eerste alinea wie je bent en wat de aanleiding voor je e-mail is.
  • Geef in de tweede alinea aan wat je motivatie is en welke werkzaamheden je graag zou willen doen voor de Dierenambulance.
  • Vraag in de derde alinea of er op dit moment mogelijkheden zijn om vrijwilligerswerk te doen. Geef aan dat je graag op de hoogte wilt worden gehouden van toekomstige vacatures als dat niet zo is.
  • Verzoek om een reactie binnen twee weken.
  • Gebruik formele taal en wees beleefd.
  • Sluit je e-mail af met een slotgroet en je naam.









Slide 46 - Tekstslide

Controleer je e-mail.
Let op de volgende punten:
  • Kloppen het adres, de plaats, de datum en de aanhef? Staan ze op de goede plaats?
  • Heb je het onderwerp opgeschreven of de onderwerpregel ingevuld?
  • Is de brief of e-mail goed ingedeeld in inleiding, middenstuk en slot?
  • Ben je de eerste alinea niet begonnen met Ik?
  • Zijn de alinea’s duidelijk zichtbaar?
  • Is het taalgebruik formeel en de toon beleefd?






Slide 47 - Tekstslide

Inhoudelijk
  • Heb je de onderwerpregel ingevuld, bijvoorbeeld: Onderwerp: vrijwilligerswerk?
  • Heb je een aanhef boven je mail gezet: Geachte mevrouw/heer,?
  • Heb je in de eerste alinea verteld wie je bent en waarom je de e-mail hebt geschreven (aanleiding)?
  • Heb je in de tweede alinea uitgelegd wat je motivatie is en welke werkzaamheden je graag zou willen door voor de Dierenambulance?
  • Heb je in derde alinea gevraagd of er op dit moment mogelijkheden zijn om vrijwilligerswerk te doen en of ze je op de hoogte willen houden van toekomstige vacatures?
  • Heb je gevraagd om een reactie binnen twee weken?
  • Heb je formele en beleefde taal gebruikt?
  • Heb je je e-mail afgesloten met een slotgroet, je naam?

Slide 48 - Tekstslide

Lees de tekst Doggybag
Nog een keer oefenen! 

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Schrijf de e-mail aan de manager, mevrouw Amanda Groen. Vermeld het onderwerp van je e-mail in de onderwerpregel.

Gebruik voor je e-mail de gegevens op de vorige slide en eventueel de tekst ‘Doggybag: gedoe of steuntje in de rug?’. 

Gegevens die niet in de opdracht staan, moet je zelf bedenken. Besteed in jouw e-mail aandacht aan de volgende punten:

 de aanleiding om de e-mail te schrijven: klachten over je bezoek aan Heerlijk;
 informatie over wanneer en met wie je in het restaurant gegeten hebt;
 datgene van het restaurantbezoek waar je heel positief over bent;
 het eerste punt waar je ontevreden over bent;
 een korte uitleg bij dit punt;
 het tweede punt waar je ontevreden over bent;
 een korte uitleg bij dit punt;
 een mogelijke oplossing voor elk punt waarover je ontevreden bent;
 een verzoek om een reactie binnen twee weken.

Sluit je e-mail af met ‘Met vriendelijke groet,’ en je eigen voor- en achternaam.

Let erop dat je in je e-mail vriendelijk en beleefd blijft, ook al ben je best geïrriteerd door de gang van zaken.

Let op: Zorg ervoor dat je tekst minimaal uit 100 woorden bestaat. Bij minder dan 100 woorden krijg je geen punten voor taalgebruik.

Slide 51 - Tekstslide

Nakijken en beoordelen
I = inhoud
T = taalgebruik
* formuleringsfouten
* spelling
* interpunctie
p = presentatie/conventies 

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide