Rekenen NU PW/OA 4.5

Rekenen Hoofdstuk 4.5 en 4.6
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen Hoofdstuk 4.5 en 4.6

Slide 1 - Tekstslide

Mededelingen
  • Vrijdag 3 juni: toets H 1 / 2 of 3 voor je klaargezet!!! - zie overzicht excell
  • Ga thuis ook aan de slag met je reken-opdrachten
  • Thuis instaptoets H6 maken om in aanmerking te komen voor verkort   programma. Maak je deze niet, dan maak je alle paragrafen!
  • Vandaag nog 1 les van hoofdstuk 4
  • 3 lessen hoofdstuk 6: volgende week starten we met 6.1 en 6.2!

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 4 Meetkundige figuren
4.1 Vlakke figuren
4.2 Lengte en omtrek
4.3 Oppervlakte
4.4 Ruimtelijke figuren
4.5 Inhoud
4.6 Gemengde opdrachten
Examenopdrachten en Oefentoets Hoofdstuk 6

Slide 3 - Tekstslide

4.5 Inhoud balkvorm
Op de bodem van deze laadruimte passen 3 × 2 = 6 dozen van 1 × 1 meter.

In de hoogte passen 2 dozen, dus in totaal gaan er 6 × 2 = 12 dozen in de laadruimte. 

De inhoud druk je uit in kubieke meter (m³). 

De inhoud van de laadruimte is: 
lengte × breedte × hoogte = 3 × 2 × 2 = 12 m³.

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen 4.5
  • Je leert de inhoud berekenen.
  • Je leert rekenen met inhoudsmaten.

Gebruik rekenmachine is toegestaan!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide







                                                                       2,39 x 2,35 x 2,84 = 15,95 m3

Slide 7 - Tekstslide

Bereken de inhoud 
van
deze figuren in cm3

Slide 8 - Tekstslide

Inhoudsmaten omrekenen
De meest gebruikte maten voor inhoud zijn liter en m³.

In plaats van cm³ wordt ook cc gebruikt. 

Een m³ noem je ook een kuub. 
Bij het omrekenen kun je dit schema gebruiken:
1 m³ = 1000 liter
1 dm³ = 1000 cm³ 
1 liter = 10 dl 
1 liter = 100 cl 
1000 ml = 1 liter 
1 liter = 1 dm³
 1 m³ = 1 kuub 
1 cm³ = 1 ml = 1cc

Slide 9 - Tekstslide

A = 4x4x4 = 64 cm3

B = 6 x 0,3 x 0,4 = 0,72 dm3 

C = 20 x 15 x 2 = 600 cm3 

      (2 dm = 20 cm) 

D = 3 x 2 x 13 = 78 cm3 

      (1,3 dm = 13 cm) 

E = 32,1 x 0,21 x 8 = 53,928 cm3 

      (2,1 mm = 0,21 cm / 
       0,8 dm = 8 cm)

Slide 10 - Tekstslide

Inhoudsmaten omrekenen
Hoeveel liter is 25 m³?

Van m³ naar liter is drie stappen naar rechts, 
     dus: × 10 × 10 × 10 is × 1000. 

25 m³ = 25 × 1000 = 25 000 liter 


Hoeveel kubieke meter (m³) is 1500 liter?

Van liter naar m³ is drie stappen naar links, 
    dus: 10 : 10 : 10 is : 1000. 

1500 liter = 1500 : 1000 = 1,5 m³

Slide 11 - Tekstslide

Inhoudsmaten omrekenen

Slide 12 - Tekstslide






3 x 6 x 1,2 = 21,6 m3  

21,6 m3 = 21.600 dm3 = 21600 liter!

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel liter water past er in het zwembad?

Slide 14 - Tekstslide

Inhoudberekenen
van cilindervorm
Inhoud cilinder = 
oppervlakte grondvlak x hoogte


Hoe bereken je ook al weer de oppervlakte van het grondvlak? 
 

oppervlakte cirkel = 3,14 × straal2

Slide 15 - Tekstslide

Berekenen cilindervorm

Slide 16 - Tekstslide

Berekenen cilindervorm
Oppervlakte bodem =

Straal = 2 cm (helft van 4 cm) 

3,14 x 2 x 2 = 12,56 cm2 


Inhoud cilinder = 

oppervlakte bodem x hoogte 

12,56 x 3,8 = 47,728 cm3

Slide 17 - Tekstslide

Inhoud berekenen zwembad
Het zwembad is 1,30 m diep. Hoeveel liter water past er maximaal in het zwembad?

Slide 18 - Tekstslide

Inhoud berekenen zwembad
Oppervlakte bodem

straal = 2,5 

3,14 x 2,5 x 2,5 = 19,625 m2 

Inhoud zwembad 

19,625 x 1,30 = 25,5125 m3 =



              25512,5 dm3 = 25512,5 liter

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat
Paragraaf 4.5 en 4.6
Hoe
Zelfstandig met rekenmachine
Hulp
Uitleg in NU, vragen aan docent
Tijd
Overige lestijd + evt. thuis afmaken
Klaar?
Oefentoets maken

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide