Waar of niet waar: Volwassenen groeien niet meer en hebben dus geen bouwstoffen meer nodig.
A
waar
B
niet waar
Slide 27 - Quizvraag
bouwstoffen
Ondanks dat de volwassenen niet meer groeien moeten zij nog wel nieuwe cellen kunnen aanmaken
1. Huid is constant aan het vervellen
moet cellen vervangen
Slide 28 - Tekstslide
Bouwstoffen
2. cellen moeten gerepareerd worden
ook bouwstoffen voor nodig
Slide 29 - Tekstslide
Bouwstoffen
3. water moet aangevuld worden
cellen bestaan voor grotendeels uit water. Verliest veel water op een dag. moet aangevuld worden.
Slide 30 - Tekstslide
Eiwitten
water
mineralen
vetten
70 gram vanuit vlees of vis
1.5 Liter
70 gram vanuit boter en olie
weinig van nodig vanuit verschillende voedingsmiddelen
Slide 31 - Sleepvraag
wat is de functie van beschermende stoffen?
Slide 32 - Open vraag
Waarvoor staat de afkorting ADH?
Slide 33 - Open vraag
Mijn ADH is 2000 kilocalorieën per dag. Hoeveel % van mijn ADH krijg ik binnen met 200 gr van dit product?
Slide 34 - Open vraag
Een eetstoornis
Een eetstoornis is een psychische aandoening je kiest hier niet zelf voor.
Mensen met een eetstoornis hebben een verstoord eetgedrag
Hierdoor krijgen ze of te weinig of te veel voedingsstoffen binnen
Slide 35 - Tekstslide
Deze eetstoornis kenmerkt zich door regelmatig hevige, onbedwingbare eetbuien. Je hebt een eet- en gewichtsprobleem.
Bij deze eetstoornis eet je simpelweg heel weinig, of zelfs helemaal niets. Je sport veel en als gevolg vermager je enorm.
Deze eetstoornis wordt vaak gezien als ‘die eetstoornis waarbij mensen overgeven om af te vallen.’ Hiernaast is er ook sprake van ongecontroleerde eetbuien.
Anorexia
Boulimia
Eetbuistoornis
Slide 36 - Sleepvraag
Paragraaf 7.4
voedsel verteren
Slide 37 - Tekstslide
Wat is vertering
A
Het eten en verwerken van voeding
B
Het vermalen en uitscheiden van voeding
C
Van mond tot kond de hele weg met verteringssappen
D
Het kleiner maken van voeding en deze stoffen door je bloed laten opnemen
Slide 38 - Quizvraag
begin vertering.
in de mondholte begint de vertering.
de tanden zorgen voor oppervlakte vergroting van het voedsel. De enzymen kunnen zo meer plekken bereiken en de vertering verloopt dan sneller.
Slide 39 - Tekstslide
Zet de organen van het verteringsstelsel in de juiste volgorde.
Dunne darm
Slokdarm
Mondholte
Dikke darm
Maag
Anus
twaalfvingerige darm
Slide 40 - Sleepvraag
In welk orgaan begint het verteren
A
slokdarm
B
mond
C
maag
D
twaalfvingerige darm
Slide 41 - Quizvraag
Verteringsstelsel
Slide 42 - Tekstslide
sommige voedingsstoffen zijn kleine genoeg en hoeven niet kleiner worden gemaakt. Verdeel de voedingsstoffen over groot of klein