In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
1.1 Wat was de functie van de eerste tuinen?
A
om te ontspannen
B
om bloemen te kweken
C
om dieren te houden
D
om voedsel te verbouwen
Slide 12 - Quizvraag
1.2 Wat is één van de onderhoudswerkzaamheden die je doet in een balkontuin?
A
spitten
B
schoffelen
C
verticuteren
D
water geven
Slide 13 - Quizvraag
1.3 Hoe wordt een verticale tuin ook wel genoemd?
A
balkontuin
B
kruidentuin
C
muurtuin
D
moestuin
Slide 14 - Quizvraag
1.4 Wat is een voorbeeld van stadslandbouw?
A
Een balkontuin met kruiden
B
Een berm
C
Een moestuin op een schoolplein
D
Een stadspark
Slide 15 - Quizvraag
1.5 Een tuin kun je beter bewateren met een gieter dan met een tuinslang. Ledverlichting is milieuvriendelijker dan verlichting van zonne-energie.
A
Juist/ Onjuist
B
DEZE NIET
C
DEZE OOK NIET
D
DEZE AL HELEMAAL NIET
Slide 16 - Quizvraag
1.6 Wat betekent een schaal van 1:50?
A
50 centimeter op de tekening is gelijk aan 1 centimeter in het echt
B
50 centimeter op de tekening is gelijk aan 10 centimeter in het echt
C
1 centimeter op de tekening is gelijk aan 5 centimeter in het echt
D
1 centimeter op de tekening is gelijk aan 50 centimeter in het echt
Slide 17 - Quizvraag
1.7 Een terras is in het echt 6 meter breed. Hoeveel centimeter is dat op papier bij een schaal van 1:20?
A
30 cm
B
20 cm
C
12 cm
D
6 cm
Slide 18 - Quizvraag
1.8 Op de tekening staat een haag van 15 cm getekend. De schaal is 1:200. Wat is de lengte van deze haag in het echt?
A
200 cm
B
1500 cm
C
3000 cm
D
6000 cm
Slide 19 - Quizvraag
1.9 Hoe teken je een ontwerptekening?
A
in zijaanzicht
B
van bovenaf
C
driedimensionaal
D
van onderaf
Slide 20 - Quizvraag
1.10Wat is een legenda?
A
een ontwerp met symbolen
B
een ingekleurd symbool
C
de gegevens van de klant en de ontwerper op de ontwerptekening
D
een verklaring van de symbolen en kleuren die gebruikt zijn op de ontwerptekening
Slide 21 - Quizvraag
1.11Hoe teken je een tuin set in een ontwerptekening? o
A
in zijaanzicht
B
driedimensionaal
C
van bovenaf
Slide 22 - Quizvraag
1.12Hoe groot teken je het symbool voor een boom in een ontwerptekening?
A
de doorsnede van de jonge boom op ware grootte
B
de doorsnede van de jonge boom op schaal
C
de doorsnede van de volwassen boom op ware grootte
D
de doorsnede van de volwassen boom op schaal
Slide 23 - Quizvraag
1.13 Een kruiwagen hoort op de hulpmiddelenlijst. Hoort bestratingszand ook op de hulpmiddelenlijst?
A
Ja, want zand is een hulpmiddel bij het bestraten, dus hoort het op de hulpmiddelenlijst.
B
Ja, want het zand blijft in de tuin, dus hoort het op de hulpmiddelenlijst.
C
Nee, het zand blijft in de tuin, dus het hoort op de materialenlijst.
D
Nee, want zand is een gereedschap, dus hoort het op de materialenlijst
Slide 24 - Quizvraag
1.14Geef van de volgende beweringen aan of ze juist of onjuist zijn. • De beste kwaliteit hout is hout met een FSC-keurmerk. • Een FSC-keurmerk op hout geeft aan dat het duurzaam geproduceerd is.
A
Juist/ Juist
B
Nope
C
Deze ook niet
D
deze ook niet
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
LET OP;
We gaan tijdens lessen de loods in. Neem je veiligheidsschoenen mee!!!!