Filmgeschiedenis Jaar 1 - 2.1 Begin

INTRO FILMGESCHIEDENIS
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilmMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 15 videos.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

INTRO FILMGESCHIEDENIS

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BEWEGEND BEELD
Film is de illusie van bewegend beeld door het snel afspelen van stilstaande beelden die net iets van elkaar afwijken.
Nadat je een beeld hebt gezien blijft deze nog ongeveer een 1/5 seconde op je netvlies staan. Als er in die tijd een nieuw beeld komt, dan ontvangen je hersenen niet het zwarte beeld tussen de twee beelden.

Slide 2 - Tekstslide

Film is de illusie van bewegend beeld door het snel afspelen van stilstaande beelden die net iets van elkaar afwijken.
Nadat je een beeld hebt gezien blijft deze nog ongeveer een 1/5 seconde op je netvlies staan. Als er in die tijd een nieuw beeld komt, dan ontvangen je hersenen niet het zwarte beeld tussen de twee beelden.
Eadweard Muybridge 
Edwaerd Muybridge wordt gezien als de grondlegger van bewegend beeld. Maar dit was enkel omdat hij iets anders wilde bewijzen: hij wist zeker dat een paard in galop op een bepaald moment de grond niet meer raakte. Hij maakte daarom in 1879 een fotoreeks van een paard en liet deze achter elkaar bewegen. 

Slide 3 - Tekstslide

Edwaerd Muybridge wordt gezien als de grondlegger van bewegend beeld. Maar dit was enkel omdat hij iets anders wilde bewijzen: hij wist zeker dat een paard in galop op een bepaald moment de grond niet meer raakte. Hij maakte daarom in 1879 een fotoreeks van een paard en liet deze achter elkaar bewegen. 

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

ONTSTAAN FILM

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ONTSTAAN FILM
Filmtechnologie werd eind 19e eeuw uitgevonden. Er was niet één specifiek persoon die cinema uitvond, er waren meerdere mensen die iets hebben bijgedragen aan het ontstaan van film en cinema. De belangrijksten zijn wel Edison en de gebroeders Lumière. In 1891 demonstreerde de Edison Company met succes de Kinetoscope, waarmee één persoon tegelijk bewegende beelden kon bekijken.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebroeders Lumière
De eersten die geprojecteerde bewegende beelden (film dus) aan een betalend publiek presenteerden, waren de gebroeders Lumière in december 1895 in Parijs, Frankrijk. Ze gebruikten een apparaat dat ze zelf hadden gemaakt, de Cinématographe, dat een een camera, een filmprinter en een projector in één was.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Eerste films
De eerste films waren één onbewerkt shot van slechts korte duur (enkele tot tientallen seconden) en toonden alledaagse gebeurtenissen met weinig of geen verhalende inhoud. Ze werden getoond op kermissen, muziekhallen of waar dan ook waar een scherm kon worden opgesteld en een kamer verduisterd kon worden. 
Alhoewel ze geen gesynchroniseerde dialoog hadden, waren ze niet ‘stil’ zoals ze soms worden beschreven. De films werden begeleid door (piano)muziek of zelfs een orkest. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GEORGE MELIÈS

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

George Meliès
Na de eerste publieke vertoning van de films van de gebroeders Lumière zag goochelaar Georges Meliès snel de mogelijkheden van cinema om illusie en fantasie mee te laten zien. Meliès handelsmerk was trucage; hij begon te experimenteren met montage en special effects. Vaak ontdekte hij deze ook per ongeluk. 
Meliès was ook degene die cinema veranderde in het verhalende medium dat het nu is. Waar filmmakers dus eerder alleen films met één opname maakten die een minuut of minder duurden, begon Méliès deze korte films samen te voegen om verhalen te creëren.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

SLAPSTICK

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SLAPSTICK
In de begintijd van film was slapstick een van de eerste en populairste filmgenres. Al aan het begin van film zag je visuele grappen, zoals de film van Lumière waarin een tuinman geprankt wordt door een jongen en daardoor nat gesproeid wordt.
De slapstick was in deze tijd erg populair mede door het gebrek aan geluid (en dus gesproken tekst en dialoog) wat de nadruk legt op deze fysieke vorm van acteren.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Charlie Chaplin
Tot aan de jaren ’10 werden acteurs niet benoemd en was er dus nog geen sprake van filmsterren. Charlie Chaplin werd vanaf 1912 gezien als één van de eerste echte grote filmsterren. 
Charlie Chaplin was een van de acteurs bij Keystone Film Studios, die voornamelijk comedies maakten, en werd al snel de meest populaire en bestbetaalde van allemaal. Wat hem anders maakte dan anderen is vooral dat hij emotie gaf aan zijn karakter, The Tramp, waardoor de kijkers zich gingen identificeren met zijn personage in plaats van alleen te lachen om het platte karakter. Het is nog steeds het bekendste personage uit het stille film tijdperk en van de slapstick.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de kenmerken van Charlie Chaplins personage The Tramp?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Buster Keaton
Buster Keaton is een ander beroemde slapstick-acteur. Hij verschilde van Chaplin door zijn pokerface en (atletische) stunts die zijn personages deden. Deze stunts deed hij allemaal zelf en de choreografie ervan worden nog steeds gebruikt in films. Hij deed trouwens ook stunts bij andere films dan die van hemzelf. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke elementen zijn volgens deze video belangrijk voor visuele komedie?

Slide 20 - Open vraag

Vertelling door actie/handelingen
Uniek: Doe een handeling nooit meer dan 1x
Camerastandpunt (wat de kijker niet kan zien, kunnen de personages ook niet zien)
Bewegingsrichting / Gebruik ruimte
Impossible jokes (gebruik illusie/trucs)


Invloed
Zoals we al zagen in de video over Buster Keaton, hebben de komieken uit het tijdperk van de stomme film veel invloed gehad op de komedie later. De slapstick heeft films en acteurs over de hele wereld geïnspireerd en beïnvloed. Iemand die veel heeft overgenomen hiervan is Rowan Atkinson in zijn karakter Mr Bean. In veel van Jim Carrey's acteren zie je dingen terug van de oude slapstick. En ook de zeer bekende martial arts acteur Jackie Chan heeft veel gekopieerd uit oude films. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

OVERGANG GELUID

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OVERGANG GELUID
Films zijn nooit helemaal zonder geluid geweest. (Films werden vaak begeleid door live muziek, zoals een piano of in grotere theaters door een orkest.) Maar het duurde even voordat de eerste films opgenomen geluid en dialoog gebruikten. En dat dit goed genoeg was om gesproken tekst/dialoog synchroon te laten lopen met de beelden van de film. 
1927 was een belangrijk jaar voor de filmgeschiedenis. De eerste geluidsfilm voor het grote publiek kwam uit: The Jazzsinger

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Jazz Singer
The Jazz Singer (1927) was de eerste film die synchroon opgenomen gesproken dialoog gebruikte. De film van Warner Brothers was de eerste talkie, oftewel pratende film, maar had slechts beperkte gezongen en gesproken tekst. Toch was de film een grote doorbraak. Het publiek hoorde voor het eerst een acteur op het scherm spreken. Door de komst van de radio kwam er al enige tijd minder publiek naar de filmtheaters, maar met de geboorte van de 'talkie' keerde het publiek opnieuw in groten getale terug naar de bioscoop.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Problemen (1/2)
De overgang naar de geluidsfilm verliep echter niet zonder problemen.

STATISCH BEELD: Camera's maakten veel geluid, dus moest er een geluiddichte kast om de camera heen. Dit zorgde er wel voor dat de camera's stil moesten staan en dat leidde tot statische beelden.
STATISCH ACTEREN: Acteurs moesten binnen het bereik van de stilstaande microfoons blijven, wat betekende dat acteurs vaak ook hun bewegingen onnatuurlijk moesten beperken.
GELUID: Geluid
klopte  niet altijd
met
het
decor. Denk
aan
een
voorwerp
dat
op
een
zogenaamd
stenen
vloer
valt
terwijl aan het geluid te horen is
dat
het
een
houten
vloer
is.


Slide 27 - Tekstslide

Statisch beeld: Camera's waren luidruchtig, dus een geluiddichte kast werd in veel van de eerste talkies gebruikt om de luide apparatuur te isoleren van de acteurs, ten koste van een drastische vermindering van de mogelijkheid om de camera te bewegen.
De noodzaak om binnen bereik van stilstaande microfoons te blijven, betekende dat acteurs vaak ook hun bewegingen onnatuurlijk moesten beperken.
Matige dialogen:
Lelijke of niet passende stemmen:
Hoewel de introductie van geluid leidde tot een explosie in de filmindustrie, had dit een negatief effect op de inzetbaarheid van een groot aantal Hollywood-acteurs uit die tijd.
Sommige acteurs uit het stille tijdperk hadden gewoon geen aantrekkelijke stemmen (accent of stemgeluid/hoogte); hoewel dit probleem vaak werd overschat.
Nieuwe acteurs nodig: stem passend bij fysieke uiterlijk en naast acteertalent ook kunnen zingen
Problemen (2/2)
DIALOGEN: Er werden matige dialogen geschreven, doordat filmmakers vaak nog erg leunden op het fysieke acteren van de stille film.
ACTEURS: Sommige acteurs uit het stille tijdperk hadden gewoon geen aantrekkelijke stem (door accent of stemgeluid/hoogte) of hun stem was niet passend bij hun uiterlijk.
VERTONING: Geluidsapparatuur was te duur voor kleine bioscopen. Om die reden maakten veel studio's aan het begin vaak twee versies van dezelfde film: een stille en een geluidsfilm.
VERTONING: Beeld en geluid liepen niet altijd ­synchroon .

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Singing in the Rain
Singing in the Rain (1952), gemaakt in de tijd dat films inmiddels allemaal opgenomen geluid hadden, vertelt over de overgang van de stomme film naar de geluidsfilm eind jaren 20.
Het verhaal gaat over de gevestigde sterren Don Lockwood en Lina Lamont, die met groot succes de ene na de andere stille film uitbrengen. De komst van de geluidsfilm verstoort het vaste patroon van filmmaken en de filmindustrie moet zich daarom aanpassen. De in productie zijnde film The Duelling Cavalier wordt omgezet naar een geluidsfilm, maar de geluidsopnamen blijken erg slecht. Tijdens een voorvertoning wordt film door de hele zaal uitgelachen.

Slide 29 - Tekstslide

Vraag bij fragment:
Welke problemen zie je terug in dit fragment? 

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke problemen, die bij de overgang naar de geluidsfilm kwamen, zie je terug in deze fragmenten uit Singin in the Rain?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

GENRES

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontsnappen
In de jaren 30 was er een grote crisis en overal waren mensen werkloos. Mensen hadden behoefte aan een goedkope ontsnapping uit hun dagelijks leven, ze wilden even niet denken aan hun eigen problemen.
Hollywood speelde hier goed op in door nieuwe filmgenres te introduceren en standaardiseren. De studio's gingen deze films bijna aan de lopende band maken. Voor de acteurs – die onder wurgcontracten stonden van de grote Hollywoodstudios – betekende dit dat er op grote schaal typecasting plaatsvond, zij speelden steeds weer min of meer dezelfde rollen.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Musicals
De musicals ontstonden met de komst van geluid maar zorgden ook voor een vrolijke vlucht uit de werkelijkheid. Er waren 2 soorten musicals: de musicals waarin een ster alleen de aandacht trok (denk aan Fred Astaire) en musicals waarin grote ensembles dansten en zongen.
De meest populaire films van deze periode waren de extravagant fantasierijke musicalfilms van Busby Berkeley, een voormalige Broadway-dansregisseur. Waar zijn films vooral bekend om zijn, is de opstelling van grote groepen dansers in geometrische vormen, vaak getoond van bovenaf om deze vormen te laten zien.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Inspiratie
De choreografieen van Berkeley zijn een inspiratie geweest voor andere filmmakers. Zo ook voor de Coen Brothers, die een scene in The Big Lebowski hebben waarin duidelijk te zien is waar hun inspiratie vandaan komt.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

02:29
Fun fact
De cast en crew haalden een grap uit met acteur Jeff Bridges die de The Dude speelt. In deze droomscène glijdt hij over de bowlingbaan onder een rij vrouwen door. "Ik kijk omhoog en ik zie schaamhaar, dat uit een turnpakje komt," zei Bridges. “De volgende dame heeft nog meer, een ongelooflijke bos." Ze waren naar de grimeur gegaan en hadden haar gehaald en dat in hun turnpakjes gestopt. Iedereen moest erom lachen, behalve Jeff Bridhges. "Ik was een beetje geschokt."

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gangsterfilms
Terwijl musicalfilms juist voor plezier brachten, zorgden maffiafilms
als
Scarface
(1932)
en
Public
Enemy

(1931)
 juist
voor
de
nodige
spanning.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Monsterfilms
Ook
monsterfilms
als
Frankenstein
(1931)
en
King
Kong

(1933)
waren
erg
populair.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

CENSUUR

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CENSUUR
Na een aantal heftige seks-, moord- en drugsschandalen in de jaren ’20 had Hollywood de bijnaam Sin City gekregen. Mensen wilden dat Hollywood zich ging gedragen. Dit leidde tot de oprichting van de Motion Pictures Producers and Distributors Association in 1922 (vanaf 1945 de Motion Picture Association of America). Deze vereniging werd geleid door Will Hays. In 1934 voerde hij de Production Code (ook wel Hays Code genoemd) in: een aantal regels waaraan filmmakers zich dienden te houden. Tot aan het eind van de jaren zestig was er sprake van zeer strenge censuur onder dit bestuur, waar ook de kerk invloed op uitoefende. Als je je als filmmaker niet aan de regels hield dan werd je film niet uitgebracht in de meeste filmtheaters. Daardoor beïnvloedde de Hays Code de moraal van bijna alle Amerikaanse films gemaakt vanaf 1934 tot in de jaren 60. 

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hays Code
Seks/Bloot: Films moesten de heiligheid van het huwelijk hooghouden. Scènes met seks, prostitutie, naaktheid, sexy kleding en dansen waren verboden. Overspel, verleiding, verkrachting mocht alleen gesuggereerd worden en moest aan het einde gestraft zijn. 

Religie/Godslastering: Alle godslastering was verboden. Dus vloeken, maar ook scheldwoorden waren niet toegestaan. Ook het belachelijk maken van religie of geestelijken mocht niet.

Misdaad/Drugs: Het was verboden om in detail in te gaan op een misdaad, drugshandel en -verslaving. Machinegeweren of illegale wapens mochten niet getoond of besproken worden. Wetshandhaving (zoals politie) mocht niet sterven door een crimineel en alle misdaad moest uiteindelijk worden gestraft in de film.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

It Happened One Night
Deze Oscar-winnaar (best picture, best actor, best actress, best director en best screenplay) was een van de eersten die zich echt aan de Production Code / Hays Code hield. It Happened One Night (1934) gaat over de rijke Ellie die wegloopt van haar vader. Tijdens haar reis ontmoet ze verslaggever Peter (Clark Gable). Hij wil een verhaal schrijven over haar schandalige verdwijning en reist met haar mee.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zie je aan dit fragment dat er rekening is gehouden met de Hays / Production Code ?

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rating Systeem
In 1968 werd in Amerika de Hays Code vervangen door een film rating systeem en deze zijn te herkennen aan afkortingen:

PG (Parental Guidance)
PG-13, G (General Audience)
R (Restricted)
NC-17 (Alleen 17+).

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk 'rating'-systeem kennen wij in Nederland?

Slide 53 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies