V3 - herhaling voor PW2
1 / 17
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Sleep de ster naar de juiste locatie van het stadje Pompeii.
Slide 2 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
In welk jaar vond de uitbarsting van de Vesuvius plaats?
A
179 v. Chr.
B
79 v. Chr.
C
79 na Chr.
D
179 na Chr.
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
dat ev
gen ev
dat mv
abl ev
nom mv
cui
cuius
quae
quibus
quo
Slide 5 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
In welke opzichten congrueert het betrekkelijk voornaamwoord met het antecedent?
A
getal, geslacht
B
geslacht, naamval
C
naamval, getal
D
alle drie
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Urbem, quam aedificamus, Romam vocamus.
A
De stad, waarin wij bouwen, noemen wij Rome.
B
De gebouwde stad noemen wij Rome.
C
De stad, die wij bouwen, noemen wij Rome.
D
Welke stad die gebouwd is noemen wij Rome?
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Urbs, cui muros Romulus aedificabat, erat Rome.
A
De stad, waarvoor Romulus muren bouwde, was Rome.
B
De stad, waarvan Romulus de muren bouwde, was Rome.
C
Romulus bouwde muren voor de stad, die Rome was.
D
De stad, die met muren door Romulus was gebouwd, was Rome.
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een ander woord voor muurschildering is FRESCO.
Waar komt die benaming vandaan?
Waar komt die benaming vandaan?
A
De schilderingen op een muur zin er fris uit
B
De uitvinder was meneer Fresco
C
De schilderingen worden in de verse (natte) kalk gemaakt
D
Fresco betekent schildering
Slide 9 - Quizvraag
kleurpigmenten in natte (verse, “fresco”) kalk op muur gestreken in meerdere lagen >> droogt en “afwasbaar”!
Welke term wordt gebruikt voor de eetkamer in een Romeinse domus?
A
tablinum
B
triclinium
C
cubiculum
D
taberna
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Voor de maaltijd wasten de Romeinen
A
hun handen
B
hun voeten
C
hun handen en voeten
D
noch hun handen, noch hun voeten
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Sleep de gerechten naar de juiste gang
Voorgerechtje
Hoofdgerecht
Nagerecht
Olijven
Druiven
gebak
lamsvlees
eieren
patrijs
Slide 12 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
infinitivus praesens
infinitivus perfectum
voortijdig
gelijktijdig
Slide 14 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
infinitivus praesens
infinitivus perfectum
persoonsvorm prs.
persoonsvorm pf/impf
puerum lacrimare video.
puerum lacrimavisse videbam.
puerum lacrimare videbam.
puerum lacrimavisse video.
Slide 15 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
infinitivus praesens
infinitivus perfectum
persoonsvorm prs.
persoonsvorm pf/impf
Ik zie dat de jongen huilt.
Ik zag dat de jongen huilde.
Ik zag dat de jongen had gehuild.
Ik zie dat de jongen heeft gehuild.
Slide 16 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
