Basis begeleiden les 4 VPZ41B

Basis begeleiden les 4
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Basis begeleiden les 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Check-in 
Terugblik
Lesdoel 
Zelfredzaamheid
Pauze
Zelfmanagement
Evaluatie
Zelf werken / vragen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een cliënt beschrijft een goede dag als een dag waarop hij rustig kan ontbijten, zijn hond kan uitlaten, en geen last heeft van vermoeidheid. Hoe kun je volgens de methodiek "Goede dag – slechte dag" het beste een begeleidingsplan opstellen?
A
Focus op het elimineren van de vermoeidheid door medicatie en fysieke oefeningen aan te bevelen.
B
Gebruik de beschrijving van een goede dag als uitgangspunt en onderzoek hoe je met kleine stappen het aantal goede dagen kunt vergroten.
C
Maak een strikt dagschema waarin de cliënt dagelijks een rustmoment neemt om vermoeidheid te voorkomen.
D
Laat de cliënt zijn beschrijving van een slechte dag bespreken en focus daarop om problemen op te lossen.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het centrale uitgangspunt van de methodiek "Wat er toe doet"?
A
Het richten op wat verpleegkundigen belangrijk vinden voor de zorg van de cliënt.
B
Het bepalen van het belangrijkste doel voor de cliënt op basis van medische gegevens.
C
Het focussen op wat cliënten zélf als waardevol en belangrijk in hun leven ervaren.
D
Het verbeteren van de fysieke gezondheid van de cliënt door gerichte oefeningen.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke situatie kun je volgens Maslow's piramide het beste focussen op de hogere behoeften zoals zelfactualisatie?
A
Wanneer de cliënt zich lichamelijk veilig voelt, maar nog onzeker is over sociale relaties.
B
Wanneer de cliënt zijn fysiologische behoeften en veiligheid al grotendeels vervuld heeft.
C
Zodra de cliënt aangeeft dat zelfontplooiing belangrijk voor hem/haar is, ongeacht de vervulling van basisbehoeften.
D
Wanneer de cliënt een sterk sociaal netwerk heeft, maar moeite heeft met het vervullen van fysiologische behoeften.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
  • De student kan benoemen wat zelfredzaamheid en zelfmanagement inhoudt
  • De student heeft geoefend met het invullen van een zelfredzaamheidsradar en kan dit eventueel inzetten in de praktijk

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitie verplegen Virginia Henderson: 
= het individu, ziek of gezond, bij te staan bij het verrichten van de activiteiten die bijdragen tot gezondheid of herstel ( eventueel een vredige dood, indien geen herstel mogelijk) en die dat individu zonder hulp zou
verrichten als hijzelf de nodige kracht, wilskracht of kennis bezat 
en dit op zo een manier dat hij zo vlug mogelijk weer
onafhankelijk wordt.

Slide 8 - Tekstslide

Virginia Henderson (Kansas City, 30 november 1897 – 19 maart 1996) was een Amerikaanse verpleegkundige, onderzoeker, theoreticus en auteur.
Henderson behaalde haar diploma verpleegkunde in 1921 en behaalde aan de Columbia-universiteit een graad in verpleegkundige educatie. Henderson is wereldwijd bekend vanwege haar definitie van verplegen. Die luidt:
Zelfredzaamheid

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zelfredzaamheid
Wanneer iemand voor zich zelf kan zorgen is hij/zij zelfredzaam.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfredzaamheid stimuleren 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfredzaamheidsradar invullen
Lees met je buur de casus door die je krijgt en vul gezamenlijk de zelfredzaamheidsradar in. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Draagkracht / draaglast
Wat een zorgvrager aankan, noem je zijn of haar draagkracht. Dit houdt in dat er gekeken wordt naar de belastbaarheid van de zorgvrager. Wat een zorgvrager echt aan kan, hangt af van de draaglast. Dit is de belasting die een zorgvrager heeft. Wanneer er geen balans is, kan je als professional samen met de cliënt of mantelzorger kijken wat er voor nodig is om de balans weer terug te krijgen.

Hoe is jouw balans?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze
     Pauze 
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfmanagement

Module begeleiden in zorg
Week 8 Lesdag 6

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende begrippen

Slide 16 - Tekstslide

Eigen regie gaat om kiezen en bepalen en zelfredzaamheid gaat om zelf doen.
Zelfredzaamheid
Zelfmanagement
Lisa zorgt ervoor dat ze zelf haar medicatie inneemt, haar symptomen bijhoudt en een actieplan heeft voor haar astma.
Jan doet zelfstandig boodschappen, kookt zijn eigen maaltijden en kan zich zonder hulp aankleden. Jan doet zelfstandig boodschappen, kookt zijn eigen maaltijden en kan zich zonder hulp aankleden
Karin stelt zelf gezondheidsdoelen, houdt deze bij en werkt samen met haar arts om haar diabetes te beheersen
Piet is in staat om zonder hulp dagelijkse activiteiten uit te voeren, zoals zichzelf wassen en naar buiten gaan.

Slide 17 - Sleepvraag

Zelfredzaamheid gaat over de basisvaardigheden om dagelijks zelfstandig te functioneren, zoals persoonlijke verzorging en huishoudelijke taken. Zelfmanagement houdt in dat iemand actief zijn of haar eigen gezondheid beheert, vooral bij langdurige gezondheidsproblemen, door bijvoorbeeld medicatie in te nemen, symptomen te monitoren en gezondheidsdoelen te stellen.


Lesdoel
  • De student kan benoemen wat zelfredzaamheid en zelfmanagement inhoudt
  • De student heeft geoefend met het invullen van een zelfredzaamheidsradar en kan dit eventueel inzetten in de praktijk

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb geleerd
Wat zou de docent anders kunnen doen de volgende keer?
Hoe weet je dat je iets geleerd hebt? Waaraan merk je dat? Waaraan kan ik dat zien of herkennen?
Waar ben je trots op? Wat heb je voor nieuws geleerd?
Ik heb een beetje geleerd
Wat kan er beter? En waarom juist dat?
Wat is je gelukt vandaag? Wat wil je nog oefenen? Waar heb je nog hulp of uitleg bij nodig?
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat je een volgende keer meer gaat leren?
Ik heb niets geleerd
Hoe komt het dat je de les niet interessant vond? Hoe komt het dat je niets geleerd hebt?
Wat lukt er niet of wat werkte niet waardoor je niet veel geleerd hebt?
Hoe komt het dat je de les wel interessant vond?
Niet interessant
Een beetje interessant
Interessant

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies