- kun je (concrete en abstracte) zelfstandig naamwoorden herkennen.
- kun je (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Lesprogramma
- Lezen (15 min)
- Introductie van de les: doelen en programma (5 min)
- Uitleg lw, zn en bn (10 min)
- Zelfstandig werken aan opdrachten (20 min)
- Afsluiting (5 min)
Slide 3 - Tekstslide
20 april volgmeting
Woordsoorten en werkwoordspelling
Slide 4 - Tekstslide
zelfstandig naamwoord (zn)
mens, dier, plant, ding of gevoel
concreet en abstract
enkelvoud/meervoud
verkleinwoord
kan meestal een lidwoord voor
Eigennaam
Slide 5 - Tekstslide
Lidwoord(lw)
- hoort bij een zelfstandig naamwoord
Slide 6 - Tekstslide
bijvoeglijk naamwoord (bn)
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
staat voor het zn, soms verderop in de zon
heeft een korte vorm en een lange vorm (met een e)
kent trappen van vergelijking
sommige zijn gemaakt van een werkwoord
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord = zegt van welke stof iets gemaakt is en heeft maar één vorm: eindigt meestal op -en, staat altijd voor zn en heeft geen trappen van vergelijking
Slide 7 - Tekstslide
Het is vijf uur.
Slide 8 - Tekstslide
De knappe buurjongen slaat de kat met de houten stok.
Slide 9 - Tekstslide
Aan de slag
- Ga naar Magister
- Ga naar leermiddelen
- Klik op Nieuw Nederlands
- Ga naar Planning (bovenin) en vervolgens klik je op Woordsoorten, lw, zn en bn
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.