Gram woordsoorten, lw, zn en bn

Vandaag Diataaltoets
Ga naar www.diatoetsen.nl/login
Vul achter LEERLING jouw gebruikersnaam en wachtwoord in 
Maak de toets in stilte!!!
Klaar?  Dan ga je in stilte een boek lezen of je huiswerk voor Nederlands of een ander vak maken of iets voor jezelf doen. 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag Diataaltoets
Ga naar www.diatoetsen.nl/login
Vul achter LEERLING jouw gebruikersnaam en wachtwoord in 
Maak de toets in stilte!!!
Klaar?  Dan ga je in stilte een boek lezen of je huiswerk voor Nederlands of een ander vak maken of iets voor jezelf doen. 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les
- kun je lidwoorden herkennen.
- kun je (concrete en abstracte) zelfstandig naamwoorden herkennen.
- kun je (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden herkennen.
- heb je jouw boek voor de boekpresentatie doorgegeven.

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
- Lezen (10 min)
- Introductie van de les: doelen en programma (5 min)
- Terugblik (5 min)
- Uitleg lw, zn en bn (10 min)
- Zelfstandig werken aan opdrachten (20 min)
- Afsluiting (5 min)

Slide 3 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik
Vorige les: werkwoordelijk gezegde


Slide 5 - Tekstslide

Durf jij daar te blijven staan? 

Slide 6 - Tekstslide

In de vakantie mag jij er voor zorgen

Slide 7 - Tekstslide

Zijn voorstel keurde het bestuur niet goed.

Slide 8 - Tekstslide

Hij stond zeker een uur te wachten.

Slide 9 - Tekstslide

Lidwoord(lw)
- hoort bij een zelfstandig naamwoord

Slide 10 - Tekstslide

zelfstandig naamwoord (zn)
mens, dier, plant, ding of gevoel
concreet en abstract
enkelvoud/meervoud
verkleinwoord
kan meestal een lidwoord voor
Eigennaam

Slide 11 - Tekstslide

bijvoeglijk naamwoord (bn)
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
staat voor het zn, soms verderop in de zon
heeft een korte vorm en een lange vorm (met een e)
kent trappen van vergelijking
sommige zijn gemaakt van een werkwoord
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord = zegt van welke stof iets gemaakt is en heeft maar één vorm: eindigt meestal op -en, staat altijd voor zn en heeft geen trappen van vergelijking

Slide 12 - Tekstslide

Het is vijf uur.

Slide 13 - Tekstslide

De  buurjongen slaat de kat met de houten stok.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
- Ga naar Magister
- Ga naar leermiddelen
- Klik op Nieuw Nederlands 
- Ga naar Planning (bovenin) en vervolgens klik je op Gramm woordsoorten, lw, zn en bn
- Vul op het formulier dat langskomt je boek in
Klaar?: ga dan verder lezen in je leesboek


timer
12:00

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting 
Zijn de lesdoelen bereikt?

Hoe ging het?

Vooruitblik: morgen Diataaltoets (opgeladen laptop= heel belangrijk)
Huiswerk voor donderdag: afmaken online opdrachten

Slide 16 - Tekstslide