Spelling 2.8 mh2

Goedemiddag 2D
- ga zitten volgens de plattegrond
- pak je leesboek en laptop op tafel
- laptop blijft nog dicht
- als de timer stop, start de les en ben je stil

timer
2:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Goedemiddag 2D
- ga zitten volgens de plattegrond
- pak je leesboek en laptop op tafel
- laptop blijft nog dicht
- als de timer stop, start de les en ben je stil

timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Spelling 2.8 
Leerdoelen
In deze paragraaf herhaal je:
  •  hoe je de verleden tijd van een werkwoord goed spelt.
  • hoe gebruik je een dubbele punt :

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn ook alweer 'sterke werkwoorden'?

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn ook alweer 'zwakke werkwoorden'?

Slide 5 - Open vraag

Verleden tijd van 'klappen' (pas de regel van 't kofschip toe)
A
klapte
B
klapde

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd van 'ontdekken'? Pas 't kofschip toe.

Slide 7 - Open vraag

Bepaal of de volgende werkwoorden in de verleden tijd op -te of -de eindigen. Noteer ook de verleden tijdsvorm:
1. klappen
2. leven
3. bakken
4. antwoorden
5. luisteren
6. fietsen

timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden
1. klapte (eindigt op p, dus -te)
2. leefde (eindigt op v, dus -de)
3. bakte (eindigt op k, dus -te)
4. antwoordde (eindigt op d, dus -de)
5. luisterde (eindigt op r, dus -de)
6. fietste (eindigt op t, dus -te)

Slide 9 - Tekstslide

Afsluiter; ik snap hoe ik de verleden tijd maak m.b.v. 't kofschip
A
ja, komt helemaal goed
B
ja, maar ik moet nog wel oefenen
C
ja, maar ik wil nog een keer uitleg
D
nee, ik vind het erg moeilijk

Slide 10 - Quizvraag

Leestekens- dubbele punt
Dubbele punt :
Voor een letterlijke aanhaling
Voor een opsomming

Slide 11 - Tekstslide

Theorie 
Na een dubbele punt volgt een:
- opsomming (Het begint altijd zo: inlopen, rekken en sprinten.)
- uitleg/voorbeeld (Je kunt kiezen: je doet mee of je krijgt ruzie.)
- gedachte (Terwijl ik wegliep, dacht ik: hoe kan dit nou?)
- citaat (De woordvoerder zei: 'Groen hangen is de toekomst.')
Na een dubbele punt volgt altijd een kleine letter, behalve als het om een naam of citaat gaat.

Slide 12 - Tekstslide

Nog vragen?

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag in stilte
Maak de opdrachten van 2.8
(als je de opdrachten 1.8 nog niet af hebt, maak je deze hierna)
Heb je een vraag? Steek dan je vinger op!
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide