endocytose: transport via membraanblaasjes de cel in
exocytose: transport via membraanblaasje de cel uit
Slide 10 - Tekstslide
Maak werkblad
timer
7:00
Slide 11 - Tekstslide
transport van water, een verhaal apart
Belangrijk proces in het lichaam van dieren/planten = OSMOSE
Osmose = diffusie van water door een semipermeabel membraan. Waarbij water verplaatst van een locatie met weinig opgeloste stoffen naar een plek met veel opgeloste stoffen.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
hypotonische oplossing
isotonische oplossing
hypertonische oplossing
Slide 14 - Tekstslide
Osmose in ons lichaam
met osmose reguleren we o.a bloeddruk, blijven we gehydrateert. Het houdt water en opgeloste stoffen in balans.
Slide 15 - Tekstslide
Bij diabetes gaat er iets mis
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Osmose bij planten
Slide 18 - Tekstslide
osmotische waarde
hypertonisch : hogere concentratie opgeloste stoffen ten opzichte van een andere oplossing
isotonisch: dezelfde concentratie opgeloste stoffen als een andere oplossing
hypotonisch: lagere concentratie opgeloste stoffen ten opzichte van een andere oplossing
Slide 19 - Tekstslide
Wat is osmose?
A
Het passeren van een stof, bijv. zuurstof
B
Het passeren van een stof, bijv. water
C
Het passeren van de stoffen zuurstof en water
D
Het passeren van opgeloste stoffen
Slide 20 - Quizvraag
Hoe zat dat ook alweer met osmose? Dat is verplaatsing van...
A
water van een plek met een hoge naar een lage concentratie opgeloste deeltjes
B
water van een plek met een lage naar een hoge concentratie opgeloste deeltjes
C
stoffen van een plek met een hoge naar een lage concentratie
D
stoffen van een plek met een lage naar een hoge concentratie
Slide 21 - Quizvraag
Waar in een plantencel zit de vloeistof waar osmose vooral plaatsvind?
A
cytoplasma
B
celkern
C
vacuole
D
celmembraan
Slide 22 - Quizvraag
Een plantencel wordt in een hypertonische oplossing gelegd. Wat gebeurt er met deze cel?
A
de cel krimpt
B
de cel zwelt op
C
de cel verandert niet van vorm
Slide 23 - Quizvraag
Op onderzoek uit
Strooizout brengt schade aan planten. Ze worden bruin, dor en groeien niet meer goed.
Hoe kan dat?
Planten passen zich bij kleine hoeveelheden aan.
Hoe doen ze dat?
Slide 24 - Tekstslide
Sommige planten profiteren van ons strooizout
Deens Lepelblad
Zilte rus
Slide 25 - Tekstslide
Ik vraag me af
Wat gebeurt er op celniveau als een plant aan hoge zoutconcentraties wordt blootgesteld?
Welke specifieke mechanismen gebruiken planten om zich aan te passen aan zoutstress?
Wat voor mechanismen hebben zoutplanten?
Slide 26 - Tekstslide
Passief
Actief
Kost energie
Zonder energie
Diffusie
Osmose
+ naar -
Slide 27 - Sleepvraag
Sleep de begrippen naar het juiste vak.
actief transport
passief transport
Kost geen energie
Kost energie
Endocytose
Exocytose
Diffusie
Osmose
Slide 28 - Sleepvraag
Drie reageerbuizen worden gevuld met oplossingen van keukenzout (NaCl) van verschillende concentraties. Buis 1 bevat een 0,1% NaCl-oplossing, buis 2 bevat een 0,9% NaCl-oplossing en buis 3 bevat een 1,5% NaCl-oplossing. In elk van deze buizen wordt een stukje van hetzelfde verse dierlijke weefsel ondergedompeld. De stukjes weefsel zijn allemaal even groot en rood van kleur. Voordat ze in de buizen zijn gedaan, zijn ze eerst goed afgespoeld totdat ze geen kleurstof meer afgeven. Na een half uur wordt het experiment beëindigd. De oplossing in buis 1 is licht rood geworden. De oplossingen in buis 2 en 3 zijn kleurloos gebleven. Wat is de juiste verklaring voor het licht rood worden van de oplossing in buis 1?
A
De celwanden zijn kapot gegaan omdat de omgeving hypertonisch was
B
De cellen in het weefsel zijn kleiner geworden omdat er water uit de cel is gegaan.
C
In de cellen zijn (rode) chromoplasten ontstaan
D
De cellen zijn gesprongen omdat ze water hebben opgenomen.