Reactiesnelheid en de factoren die dit beïnvloeden

Reactiesnelheid en de factoren die dit beïnvloeden

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je uitleggen wat de reactiesnelheid is.
• Aan het einde van de les kun je de vijf factoren noemen die de reactiesnelheid beïnvloeden.
• Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe een katalysator werkt en hoe deze de reactiesnelheid beïnvloedt.

Wat weet je al over reactiesnelheid?

Definitie en betekenis van reactiesnelheid

• Reactiesnelheid: de snelheid waarmee een stof reageert of ontstaat.

De invloed van de soort beginstof op de reactiesnelheid

• Magnesium reageert sneller met zoutzuur dan zink.
• Magnesiumpoeder reageert sneller dan magnesiumlint door een hogere verdelingsgraad.

Het effect van verdelingsgraad op de reactiesnelheid

• Verdelingsgraad: de mate waarin een stof is verdeeld.
• Magnesiumpoeder heeft een hogere verdelingsgraad dan magnesiumlint, waardoor het sneller reageert.

Het effect van concentratie op de reactiesnelheid

• Concentratie: de hoeveelheid van een stof in een oplossing.
• Een hogere concentratie van een stof zorgt voor een snellere reactie.

Het effect van temperatuur op de reactiesnelheid

• Hogere temperaturen versnellen reacties.
• Reacties vinden sneller plaats bij hogere temperaturen.

Het gebruik en de werking van katalysatoren in chemische reacties

• Katalysator: een stof die de snelheid van een reactie verhoogt zonder zelf te worden verbruikt.
• Katalysatoren worden gebruikt in auto's en ons lichaam om reacties te versnellen.

Definitie en betekenis van reactiesnelheid

• Reactiesnelheid: de snelheid waarmee een stof reageert of ontstaat.
• Verdelingsgraad: de mate waarin een stof is verdeeld.
• Concentratie: de hoeveelheid van een stof in een oplossing.
• Katalysator: een stof die de snelheid van een reactie verhoogt zonder zelf te worden verbruikt.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.