Hoofdstuk 3 Getallen 3.1

Doelen
Aan het einde van deze les kan/weet jij...
... wat de begrippen som, verschil, product en quotiënt betekenen.
... berekeningen in de juiste volgorde uitvoeren.
... een deel van een hoeveelheid berekenen.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Doelen
Aan het einde van deze les kan/weet jij...
... wat de begrippen som, verschil, product en quotiënt betekenen.
... berekeningen in de juiste volgorde uitvoeren.
... een deel van een hoeveelheid berekenen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vorige lessen
Waar zijn we mee bezig geweest?

Slide 4 - Tekstslide

Van 31 415 is de waarde van het cijfer 3 is gelijk aan...
A
30 000
B
3 000
C
10 000
D
1 000

Slide 5 - Quizvraag

Vereenvoudig zo ver mogelijk.
3212
A
166
B
3212
C
43
D
83

Slide 6 - Quizvraag

Welke breuk hoort bij het kommagetal 0,17
A
10017
B
100017
C
10001.7
D
1017

Slide 7 - Quizvraag

3.1 Rekenvolgorde
  • Je weet wat de begrippen som, verschil, product en quotiënt betekenen.
  • Je kan berekeningen in de juiste volgorde uitvoeren.

Slide 8 - Tekstslide

Sleep de juiste bewerking naar het juiste teken:
som
verschil
product
quotient
x
+
-
:

Slide 9 - Sleepvraag

Bereken de som van 7 en 2.
A
9
B
5
C
14
D
3,5

Slide 10 - Quizvraag

Bereken het quotiënt van 12 en 4.
A
16
B
8
C
48
D
3

Slide 11 - Quizvraag

herhaling:
Voorbeeld
12 - 18 : (2 + 4) =
3 x 4 - (5 + 30) : 7 =

Slide 12 - Tekstslide

Sleep de onderdelen naar de juiste plek
6 x 4 + 2 x 4 =
 +
=
8
24
32

Slide 13 - Sleepvraag

Bereken 5 + 9 x 2. Schrijf alle tussenstappen op.
A
28
B
19
C
23

Slide 14 - Quizvraag

Bereken 34 - 16 : (3 - 1). Schrijf alle tussenstappen op.
A
28
B
26
C
9
D
5

Slide 15 - Quizvraag

3.2 Deel van een hoeveelheid
  • Je kan een deel van een hoeveelheid berekenen.

Slide 16 - Tekstslide

In een klas van 35 kinderen is 1/5 deel ziek. Hoeveel leerlingen zijn er ziek?
A
6
B
7
C
10
D
5

Slide 17 - Quizvraag

Bereken 5/8 van 32 leerlingen.

Slide 18 - Tekstslide

Bereken 5/8 van 32 leerlingen.
1. 1/8 deel van 32 is 32 : 8 = 4

Slide 19 - Tekstslide

Bereken 5/8 van 32 leerlingen.
1. 1/8 deel van 32 is 32 : 8 = 4

2. 5/8 deel is 5 x 4 = 20


Slide 20 - Tekstslide

Bereken 5/8 van 32 leerlingen.
1. 1/8 deel van 32 is 32 : 8 = 4

2. 5/8 deel is 5 x 4 = 20

Dus 5/8 deel van 32 zijn 20 leerlingen.

Slide 21 - Tekstslide

Bereken 3/7 van 42. Schrijf ook je tussenstappen op.

Slide 22 - Open vraag

Zelfstandig werken
Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
                 2. Overleg binnen je rij op fluistertoon of probeer een andere opgave.
                 3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken daarna maken ondersteunende opdrachten of uitdagende opdrachten.
Maken? – 3.1 opgave 2, 3, 5, 6, 7, 8
                     3.2 opgave 9, 10, 14, 17
timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

Christiaan eet een flinke plak chocola van 350 gram. Hij eet 3/5 deel op.
Hoeveel gram chocola heeft hij over?
A
120 gram
B
210 gram
C
70 gram
D
140 gram

Slide 24 - Quizvraag