Kennisquiz hst. 7

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Tijdvak 6 is de periode .....
A
1600-1700
B
1500-1600
C
1650-1750
D
1700-1800

Slide 2 - Quizvraag



Welke uitspraak past bij de werkwijze van de wetenschappers in de tijd van de wetenschappelijke revolutie?

De wetenschappers:
A
kwamen voornamelijk uit de Republiek.
B
twijfelden niet aan de juistheid van de Bijbel.
C
vertrouwden steeds meer op hun eigen waarnemingen.
D
vonden dat de filosofen uit de oudheid per definitie gelijk hadden.

Slide 3 - Quizvraag

Welke twee manieren van onderzoek leidden tot de wetenschappelijke revolutie?
A
empirisme en renaissance
B
empirisme en rationalisme
C
positivisme en deïsme
D
positivisme en rationalisme

Slide 4 - Quizvraag

In de Republiek was de macht in handen van ....
A
Regering
B
Adel
C
Regenten
D
Koning

Slide 5 - Quizvraag

De Wetenschappelijke Revolutie was
A
Een tijd waarin vrouwen meer wetenschap gingen beoefenen.
B
Een tijd waarin wetenschap binnen 10 jaar heel erg veranderde.
C
Een tijd waarin wetenschap veranderde.
D
Een tijd waarin smartphones belangrijk werden.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is niet waar over de Nederlandse Republiek in de 17e eeuw?
A
Zij geen koning had
B
Vrouwen ook mochten stemmen
C
Zij heel veel handel dreef
D
Er tolerantie was

Slide 7 - Quizvraag

Absolutisme betekent dat
A
De koning alles beslist
B
Het parlement alles beslist
C
Het volk alles beslist
D
Kinderen alles beslissen

Slide 8 - Quizvraag

aan wie legt lodewijk XIV verantwoording af?
A
aan het leger
B
aan god
C
aan het volk
D
aan de adel

Slide 9 - Quizvraag

Wat is GÉÉN kenmerk van het absolutisme onder Lodewijk XIV?
A
Economische politiek van het mercantilisme
B
Bevorderen van de machtspositie van de adel
C
De hofcultuur van Versailles
D
Centralisatie van het landsbestuur

Slide 10 - Quizvraag

Hij kwam in conflict met de katholieke kerk, hij bouwde telescopen, hij ontdekte dat de maan het licht van de zon weerkaatste.... Wie o wie?
A
Copernicus
B
Gaileï
C
Huygens
D
Van Leeuwenhoek

Slide 11 - Quizvraag

Veel van de buitenlandse geleerden als Descartes kwamen naar Nederland, waardoor de cultuur tot bloei komt. Waarom kwamen ze juist naar de republiek?
A
hier was gewetensvrijheid
B
hier spreken mensen veel talen
C
Hier was iedereen gelijk
D
Hier was het klimaat beter

Slide 12 - Quizvraag

Wat ontdekte Antonie van Leeuwenhoek?
A
Sterren zijn planeten
B
Telescoop en slingeruurwerk
C
Microscoop
D
Zon is middelpunt van heelal

Slide 13 - Quizvraag