Present Simple + shit regel

Welcome!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Welcome!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

The Present Simple
Wat is de present simple?

De present simple is de tegenwoordige tijd in het Engels:

                   We eat french fries every Sunday.

Hoe veel werkwoorden zie je in deze zin?
Waarom noemt met dit 'simple' denk je?


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present simple

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden voor het herkennen van de present simple

Always
often
never
sometimes
every day
usually

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practice!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Wanneer gebruik je de Present Simple?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt of een feit is.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vind de present simple
A
He's cooking dinner.
B
The teacher is lying.
C
He made taco's on Tuesday
D
I brush my teeth at 8AM, every morning.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vind de present simple
A
I always eat bread in the morning.
B
He'll give it to you when you come over
C
He is believing in himself.
D
This will never be the answer.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste vorm van de present simple:
A
I am walking to school.
B
They walked to school.
C
We have walked to school.
D
He never walks to school.

Slide 10 - Quizvraag

Present simple:
Rule Example
 Je gebruikt de tegenwoordige tijd (present simple)
als je het over het volgende hebt:
• feiten Water boils at 100 degrees.
• gewoontes I usually get up at 6.30.
• toekomst als je een rooster/tijdschema/programma hebt ;The train leaves at 7.30.
• levendig beschrijving/dramatisch effect;
In 1099 William conquers England
Altijd hele werkwoord behalve SHIT: +S
I walk -> He walks

De shit-regel

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I ... a lot in school. 
My brother ... nothing at school.
My parents ... in Amsterdam.
Miss Smith ... four days a week.
I usually ... videogames at night.
My sisters ... to watch movies.
Prefers
Works
Learn
Play
Learns
Live

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wel SHIT regel
Geen SHIT regel
my parents
Katie and Will
the children
they
we
I
you
my sister and I
he
she
it
Petra
Simon
our cat
his sister
your father
the dog

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

SHIT-regel: uitzonderingen 
  • Werkwoorden die eindigen met een sis-klank -es




to kiss
My girlfriend kisses me.
to catch
He catches the ball.
 to crash
My brother crashes often with his sportsbike.
to fix
The electrician fixes the lamp.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SHIT-regel: uitzonderingen
Werkwoorden die eindigen op -y
  • Medeklinker vóór de -y = -ies



  • Klinker vóór de -y = -s










 I fly to Denmark tomorrow.
He flies to Denmark tomorrow.
You try to get good grades.
She tries to get good grades
We enjoy our new house.
He enjoys his new house.
 I buy some food.
She buys some food

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Write down:
1. A fact about yourself / a habit you have (in the present tense)
2. Fold up your paper slip
3. Put it in the container

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Research
1. Find the person belonging to the fact/habit
2. Use questions:
Are you ...
Do you ....
timer
2:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(to kiss) present simple
She ..... her boyfriend.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the present simple:
(cook) She ...... dinner.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the present simple:
(speak) ____ he ____ French?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the present simple:
(Catch) Our dog Sam _______ the ball.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Use the present simple:
(Cry) Hannah ______ at sad movies.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik begrijp hoe de present simple werkt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Any questions?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies