K6 - Wiederholung Grammatik K4

Wiederholung Grammatik K4
Geef antwoord op de vragen.
Daarna behandelen we de vragen klassikaal.
Gebruik S.151+152 als hulpmiddel.

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wiederholung Grammatik K4
Geef antwoord op de vragen.
Daarna behandelen we de vragen klassikaal.
Gebruik S.151+152 als hulpmiddel.

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel naamvallen ken je tot nu toe? Schrijf de naam van de naamvallen ook op.

Slide 2 - Open vraag

Na bepaalde voorzetsels volgt een bepaalde naamval. Leg kort uit hoe dit werkt. Kijk naar paragraaf 16&17 op S. 155

Slide 3 - Open vraag

Vraag voor zinsontleding
Naamval
Wie/wat+gezegde = ?
aan wie/voor wie + gezegde + onderwerp = ?
wie/wat + gezegde + onderwerp = ?
Naamvallen kun je ook vinden door de zinnen te ontleden, hiervoor moet je vragen stellen.
Welke vraag hoort bij welke naamval?
1e naamval
3e naamval
4e naamval

Slide 4 - Sleepvraag

Quiz
Geef bij de volgende zinnen aan of het gevraagde woord de 1e, 3e, of 4e naamval heeft.
Denk aan de voorzetsels en de vragen voor het ontleden van zinnen.

Slide 5 - Tekstslide

Ich habe ihn gestern noch gesehen.
ihn = ?
A
1e
B
3e
C
4e

Slide 6 - Quizvraag

Wir geben dir ein Geschenk.
dir = ?
A
1e
B
3e
C
4e

Slide 7 - Quizvraag

Lena und Paul, was macht ihr Morgenabend?
ihr = ?
A
1e
B
3e
C
4e

Slide 8 - Quizvraag

Essen wir Morgenabend bei euch?
euch = ?
A
1e
B
3e
C
4e

Slide 9 - Quizvraag

Wir kaufen ein Geschenk für ihn
ihn = ?
A
1e
B
3e
C
4e

Slide 10 - Quizvraag

Ich sehe dich
dich = ?
A
1e
B
3e
C
4e

Slide 11 - Quizvraag

Frau Schneider, kann ich mit Ihnen mitfahren?
Ihnen = ?
A
1e
B
3e
C
4e

Slide 12 - Quizvraag

Der Arzt muss mich operieren.
mich =
A
1e
B
3e
C
4e

Slide 13 - Quizvraag

Ich sage es doch: er war es nicht!
er = ?
A
1e
B
3e
C
4e

Slide 14 - Quizvraag

Gehts du mit ihm ins Krankenhaus?
ihm = ?
A
1e
B
3e
C
4e

Slide 15 - Quizvraag