mens en maatschappij cursus 5.2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

een kort verhaal

Rond het jaar 500 kwamen de Franken en zij veroverden het grote Romeinse Rijk . De leider van de Franken was Karel de Grote.

Hij werd de baas van een groot deel van Europa.

Hij bestuurde zijn landen vanuit de stad Aken( in Duitsland)

Hij was Christen. Hij wilde dat iedereen Christen werd.

Hij stuurde monniken( priesters) overal naar toe om zijn mensen ook Christen te maken.

geestelijken

priesters: de baas van een kerk

monniken en nonnen: leefden in kloosters. Ze waren de hele dag bezig met bidden en werken

Al deze mensen hadden veel macht. Zij konden al vaak lezen en schrijven. Zij vertelden de mensen hoe ze moesten leven.

en verder met het verhaal

Karel kon niet alleen voor al die landen zorgen. Als hij een brief stuurde vanuit Aken duurde het 2 maanden voordat de brief in Rome was. Daarom verdeelde hij al zijn landen in stukjes( graafschappen) die bestuurd werden door een graaf. En de graaf moest dan soldaten( ridders) leveren zodat Karel nog meer kon vechten en nog meer landen kon veroveren

en toen....

De beoren die op het land werkten waren niet de baas. Die graaf of heer was de baas over de boeren. Zij moesten hun graan of vee aan de baas  geven. Maar dan zorgde de baas er wel voor dat zij niet aangevallen werden

Karel de Grote was een....

1. Romein
2. Boer
3. Keizer
4. priester

Een bekende monnik was

1. Karel de Grote
2. Willibrord
3. Sinterklaas

geestelijken

wie hadden de meeste macht in de middeleeuwen?

aan het werk

Je maakt cursus 5.2 

lees de leerstukjes en maak vraag: 5-6-7-8-9