In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Oefentoets H4 De Verenigde Staten
Slide 1 - Tekstslide
Beschrijf de functie van het Amerikaanse volkslied voorafgaand aan een honkbalwedstrijd.
Slide 2 - Open vraag
Veel Amerikanen bezitten vanaf hun zestiende een rijbewijs en een eigen auto. Bij welke twee gedeelde Amerikaanse waarden hoort dit verschijnsel?
A
Concurrentie en de Amerikaanse droom
B
Gelijkheid en hard werken
C
Voor jezelf kunnen zorgen en vrijheid
Slide 3 - Quizvraag
Wat is geen grondstofconflict?
A
China bouwt een militaire basis op een Vietnamees eiland, waar veel aardgas te vinden is.
B
De Nederlandse regering begon in de jaren 60 met het sluiten van de Limburgse kolenmijnen, tot onvrede van de plaatselijke bevolking.
C
In Brazilië vallen boeren de inheemse bevolking aan, in een strijd om meer landbouwgrond.
D
In Nigeria blaast een groepering een pijpleiding op om meer controle te krijgen over de olie-export.
Slide 4 - Quizvraag
Conflicten om water komen niet overal voor. Welk klimaattype hangt samen met waterconflicten?
A
landklimaat
B
tropisch klimaat
C
woestijnklimaat
D
zeeklimaat
Slide 5 - Quizvraag
Bekijk bron 3. Past dit beeld het best bij noodhulp of bij ontwikkelingshulp? Leg je antwoord uit.
Slide 6 - Open vraag
Er zijn drie vicieuze cirkels van armoede: onderwijs, honger en leefomstandigheden. Bij welke twee cirkels hoort het kenmerk ‘lage productiviteit’?
Slide 7 - Open vraag
Waarom is goed onderwijs uiteindelijk de beste oplossing om armoede in een arm land te laten afnemen?
Slide 8 - Open vraag
Noem een positieve Amerikaanse stereotype en een negatieve.
Slide 9 - Open vraag
Gebruik bron 5. Leg uit aan de hand van de bron waarom de Republikeinse partij erbij gebaat is om de hispanics in Texas voor zich te winnen.
Slide 10 - Open vraag
Leg uit welke partij (democraten of republikeinen), volgens jou, in de toekomst de meeste kans maakt om de verkiezingen in Texas en Californië te winnen.
Slide 11 - Open vraag
Gebruik bron 5. In welke staat wonen de minste blanken?
A
Gebruik bron 5.
In California
B
In Texas
C
In beide staten wonen even weinig blanken.
D
Dat kun je niet uit de bron aflezen.
Slide 12 - Quizvraag
Lees bron 6. Leg uit wat er wordt bedoeld met de onderstreepte zin.
Slide 13 - Open vraag
Het werkloosheidscijfer van North Dakota daalde vanaf 2006 plotseling snel en veel inwoners konden in 2006 plotseling een nieuwe auto kopen. Leg uit waardoor dat kwam.
Slide 14 - Open vraag
In North Dakota daalde het werkloosheidscijfer sterk door de vondst van het aardolieveld. Wat gebeurde er met het werkloosheidscijfer in de omliggende staten?
A
Dat cijfer bleef hetzelfde.
B
Dat cijfer is gestegen.
C
Dat cijfer is gedaald.
Slide 15 - Quizvraag
In Groningen zit veel aardgas in de grond. Toch worden de inwoners van Groningen daar niet rijk van. Wat is hierin het verschil met North Dakota?
A
In North Dakota pompt iedereen de aardolie zelf uit de grond.
B
In North Dakota werd zó veel geld verdiend dat iedereen een bedrag kreeg uitgekeerd.
C
In North Dakota zijn mensen eigenaar van de delfstoffen die onder hun grond zitten.
Slide 16 - Quizvraag
Leg uit waarom Mississippi, ondanks de armoede, niet in aanmerking zal komen voor ontwikkelingssamenwerking.
Slide 17 - Open vraag
Gebruik de bron. De Amerikaanse presidentsverkiezingen worden per staat gehouden. De partij die 270 punten of meer haalt, heeft de verkiezingen gewonnen. Welke partij heeft gewonnen?
Slide 18 - Open vraag
Gebruik de bron. Welke staten kiezen vooral voor de Democraten?
A
Staten in het midden en zuidoosten
B
Staten in het noorden
C
Staten in het westen en noordoosten
D
Staten in het zuiden
Slide 19 - Quizvraag
Gebruik de bron. Grondstofconflicten kunnen over allerlei verschillende grondstoffen gaan. Bij welke letter in de bron is de kans op een zoetwaterconflict het grootst?
A
Bij A
B
Bij B
C
Bij C
D
Bij D
Slide 20 - Quizvraag
Nigeria en Noorwegen hebben allebei grote olievoorraden. Toch is het risico op een grondstofconflicten in Nigeria vele malen groter dan in Noorwegen. Geef hiervoor een verklaring. Betrek beide landen in je antwoord.
Slide 21 - Open vraag
De Amerikaanse droom is voor migranten eenvoudiger te bereiken als ze de Engelse taal leren. Leg dit uit.
Slide 22 - Open vraag
Gebruik bron 1. Wat hoort er bij de letters?
A
A = lage opbrengst B = lage productiviteit
B
A = lage opbrengst B = slechte leefomstandigheden
C
A = kleine kans op werk B = lage productiviteit
D
A = kleine kans op werk B = slechte leefomstandigheden
Slide 23 - Quizvraag
Waarom wordt een stereotiepe Amerikaan meestal met een vuurwapen in zijn hand afgebeeld?
A
Omdat alle volwassen Amerikanen een vuurwapen in hun bezit hebben
B
Omdat het in de VS is toegestaan om een vuurwapen te dragen
C
Omdat het in de VS verplicht is om een vuurwapen te dragen
D
Omdat je in Amerikaanse films vaak vuurwapens ziet