2B par 2.1: Pinpas of portemonnee

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 2

2.1 Pinpas of Portemonnee 

Deze les

1. Doelen van deze les

2. Klassikale bespreking

3. Werk kwartier

4. Toepassing

5. Werken

6. Afsluiting

Doelen van deze les

Na deze les kun je:

• beschrijven in welke twee vormen geld voorkomt
  
• een nieuw saldo berekenen
• het verschil uitleggen tussen directe en indirecte ruil
• uitleggen op welke manieren je met geld kunt betalen

Deze les

1. Doelen van deze les

2. Klassikale bespreking

3. Werk kwartier

4. Toepassing

5. Werken

6. Afsluiting

Hoe kom je aan goederen of diensten die je wilt hebben of nodig hebt?

Twee soorten ruil

Indirecte ruil

Twee soorten ruil

Directe ruil

Hoe kun je betalen?

Twee soorten geld

Munten en bankbiljetten

Geld op je bankrekening

Twee soorten geld

Chartaal geld

Giraal geld

Munten en bankbiljetten

Geld op je bankrekening

Saldo

• Saldo = het bedrag dat op je bankrekening staat
• 
  
• Formule:
  nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten - uitgaven

Begin september had je een saldo van € 150 op je rekening. Je kreeg € 20 zakgeld en € 10 van je oma. Je gaf € 5 uit in de kantine en € 60 aan een nieuwe game. Wat was je saldo eind september?

 Werk kwartier

1. Maak opdracht 1 t/m 16 op blz. 52 t/m 57

2. Klaar hiermee? -> laat het aan de docent zien!

3. Maak opdracht 1 t/m 3 op blz. 90 (rekenen)

4. Start aan de keuze opdrachten:

• Vond je het lastig -> maak opdracht 1 t/m 5 op blz. 84        
• Vond je het makkelijk -> maak opdracht 1 t/m 4 op blz. 88 

Deze les

1. Doelen van deze les

2. Klassikale bespreking

3. Werk kwartier

4. Toepassing

5. Werken

6. Afsluiting

00:34

Is er bij de bitcoin sprake van directe of indirecte ruil?

1. Directe ruil
2. Indirecte ruil

01:15

Leg uit waarom betalen met de Bitcoin elektronisch betalen is.

01:35

Is er bij de Bitcoin sprake van giraal geld of chartaal geld?

1. Giraal
2. Chartaal

03:16

Is het slim om geld dat je NIET kan missen te investeren in Bitcoin?

1. Ja
2. Nee

Werken

1. Maak opdracht 1 t/m 16 op blz. 52 t/m 57

  

2. Klaar hiermee? -> laat het aan de docent zien!

3. Maak opdracht 1 t/m 3 op blz. 90 (rekenen)

4. Start aan de keuze opdrachten:

• Vond je het lastig -> maak opdracht 1 t/m 5 op blz. 84
• Vond je het makkelijk -> maak opdracht 1 t/m 4 op blz. 88

Deze les

1. Doelen van deze les

2. Klassikale bespreking

3. Werk kwartier

4. Toepassing

5. Werken

6. Afsluiting

Afsluiting

Na deze les kun je:

• beschrijven in welke twee vormen geld voorkomt
  
• een nieuw saldo berekenen
• het verschil uitleggen tussen directe en indirecte ruil
• uitleggen op welke manieren je met geld kunt betalen