Voorraadbeheer les 5

Voorraadbeheer 
Ontvangen, controleren en opslaan
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voorraadbeheer 
Ontvangen, controleren en opslaan

Slide 1 - Tekstslide

De voorraad die door meneer P. wordt geteld in de winkel (45 pakken luiers) wordt genoemd:
A
administratieve voorraad
B
noodvoorraad
C
werkelijke voorraad
D
levertijd

Slide 2 - Quizvraag

Hoe kan er een verschil zijn tussen werkelijke voorraad en administratieve voorraad

Slide 3 - Woordweb

Wanneer de minimumvoorraad bereikt is, dan moet een winkel nieuwe goederen bestellen.
-->WAT WAS OOK ALWEER MINIMUMVOORRAAD?

Je kan een bestelbon gebruiken om door te geven 
aan de leverancier wat je precies wilt hebben. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

ORDERBEVESTIGING

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Vrachtbrief
Is gemaakt door de transporteur
DHL, PostNL of een andere pakketdienst 

Slide 8 - Tekstslide

ONTVANGST
Je tekent voor ontvangst op de vrachtbrief als de leverancier de goederen heeft gebracht.

Wat doe je als er iets niet klopt? --> aantekening maken of goederen niet aannemen.

Slide 9 - Tekstslide

GOEDEREN OPSLAAN
Hoe sla je de goederen op?

Stel je krijgt luiers en eieren binnen. Welke producten komen achterin het magazijn te staan? 

Je controleert de goederen met behulp van een pakbon

Slide 10 - Tekstslide

OPSLAAN VAN GOEDEREN
Waar kun je goederen allemaal opslaan?



Open magazijn
Magazijn
Gesloten magazijn

Slide 11 - Tekstslide

Levensmiddelen
  1. Vervoeren van levensmiddelen: bijvoorbeeld bevroren vis in een gekoelde vrachtwagen met isolerende wanden.
  2.  Belangrijkst: volg de aanwijzingen op verpakking
  3. Welke methode bij levensmiddelen? Fifo of Lifo? 

Slide 12 - Tekstslide

DROGE GOEDEREN

Goederen op kamertemperatuur, zoals koekjes, rijst, koffie, beschuit etc.

Koelkast goederen

Koelkast op hoeveel graden maximaal?
Wat bewaar je in de koelkast?
  1.  vleeswaren, gebak, verse kaas, eieren en gesneden groenten 
  2. Producten na openen, gekoeld bewaren
  3.  In de winkel in de koeling? Thuis in de koeling

Slide 13 - Tekstslide

Producten koel bewaren 


Koelkast is rond 5 graden. 

Mag NIET hoger dan 7 graden!!


Slide 14 - Tekstslide

FIFO
  • First in First out
  • Het eerste wat je in de koelkast zet moet je ook al eerste opmaken!
  • Wanneer je de koelkast gaat bijvullen zet je de nieuwe producten altijd achter de oude!

Slide 15 - Tekstslide

 Lifo en fifo
Fifo= First in first out -> producten met houdbaarheidsdatum



Lifo= last in first out -> producten zonder houdbaarheidsdatum

 

Slide 16 - Tekstslide

FIFO
LIFO

Slide 17 - Sleepvraag

Colli (collo)
Goederen die per twee of meer verpakt zijn.


Slide 18 - Tekstslide

Welk intern transportmiddel zie je hier?
A
Steekwagen
B
Dolly
C
Vorkheftruck
D
Etagewagen

Slide 19 - Quizvraag

Emballage
Onder emballage wordt alles verstaan wat met de verpakking van een product te maken heeft
  • Hergebruiken
  • Statiegeld

Slide 20 - Tekstslide

wat zijn soorten embalage
A
Rolcontainer, flessen, pallets
B
bananen dozen, flessen, folie
C
Rolcontainers, karton, plastic
D
pallets, tafels, stoelen

Slide 21 - Quizvraag

QUIZ TIME

Slide 22 - Tekstslide

Wat is een bestelbon?
A
bon die een leverancier stuurt met een bevestiging
B
bon die je zelf maakt waarop goederen staan die je wilt bestellen
C
een bon waarop je goederen kan controleren als ze geleverd zijn
D
bon die je bij de kassa krijgt bij het afrekenen

Slide 23 - Quizvraag

De betekenis van tgt is
A
tenminste houdbaar tot
B
te gebruiken tot
C
Tenminste gezien tot

Slide 24 - Quizvraag

De juiste volgorde van voorraadbeheer is inventariseren, bestellen, goederen ontvangen, controleren en opslaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Potloden, pennen, tafels, koffie, suiker, kaas zijn levensmiddelen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Welke manier van vullen wordt gebruikt door een vulmedewerker op de versafdeling?
A
FIFO
B
LIFO

Slide 27 - Quizvraag

Welk product moet worden bijgevuld volgens het lifo-systeem?
A
Keukenrol
B
Patat (in diepvries)
C
Chips
D
Kastmeubel

Slide 28 - Quizvraag

LIFO betekent: Last in, first out
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Wat is een gesloten magazijn?
A
Opslagruimte waar alleen de directeur in kan.
B
Opslagruimte waar niet alle medewerkers in kunnen.
C
Opslagruimte waar alle medewerkers in kunnen.

Slide 30 - Quizvraag

De opslagmethode in het magazijn op de afbeelding is...
A
lifo
B
SKU
C
WMS
D
fifo

Slide 31 - Quizvraag

Zet de data op juiste volgorde volgens fifo.
timer
1:00
3
maart
2021
9 september 2021
mei 
2021
24 
juni 
2021
januari 2022

Slide 32 - Sleepvraag

Rauw vlees bewaar ik op kamertemperatuur.
A
ja
B
nee

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de juiste temperatuur voor een koelkast?
A
-18°C
B
15°C
C
7°C
D
-2°C

Slide 34 - Quizvraag

De perfecte temperatuur voor een vriezen is
A
-18°C
B
15°C
C
7°C
D
-2°C

Slide 35 - Quizvraag

Begrippen 
Blz. 175/176 

Slide 36 - Tekstslide