Rekenen

Wat is de breuk bij deze taart?

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 6 ​}

1 / 20

Slide 1: Quizvraag

NT2MBOMiddelbare schoolStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

Lesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat is de breuk bij deze taart?

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 6 ​}

Slide 1 - Quizvraag

Welk getal is de noemer van deze breuk en hoe noemen we het andere getal?

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​}

Slide 2 - Open vraag

Hoeveelste deel van de taart is opgegeten?

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 7 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 0 ​}

Slide 3 - Quizvraag

Welk deel van de taart is nog over?

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 3 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​}

Slide 4 - Quizvraag

Welk deel van de pizza is opgegeten?

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 8 ​}

Slide 5 - Quizvraag

Bij de pizza links hoort
deze breuk

De rechter pizza is vereenvoudigd. Wat is de breuk van deze pizza?

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 8 ​}

Slide 6 - Quizvraag

Vereenvoudig de breuk zoveel mogelijk.

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 2 0 ​}

Slide 7 - Open vraag

Bij deze vraag kun je het plaatje gebruiken.

Welke bewering is juist?

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} i s g r o t e r d a n \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} i s g e l i j k m e t \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} i s g r o t e r d a n \frac{​ 6 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} i s k l e i n e r d a n \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

Slide 8 - Quizvraag

Welke breuk is hier het grootst?

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​}

Slide 9 - Quizvraag

Jan en Bas kopen samen één chocoladereep.
Jan eet 7 stukken en Bas eet er 5.

Hoeveelste deel is er nog over?
Vereenvoudig het antwoord zoveel mogelijk.

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 1 8 ​}

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 9 ​}

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 9 ​}

Slide 10 - Quizvraag

Johan koopt een doos met koekjes en geeft dit aantal weg

Hoeveel koekjes blijven er in de doos zitten?

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

12

6

2

4

Slide 11 - Quizvraag

Met welke breuken hieronder kun je een gemengde breuk maken?

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​}

Slide 12 - Quizvraag

Schrijf deze breuk op als een gemengde breuk. Wat is dan het antwoord?

\frac{​ 1 9 ​ ​}{​ 6 ​}

2 \frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​}

2 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 6 ​}

3 \frac{​ 6 ​ ​}{​ 1 ​}

3 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

Slide 13 - Quizvraag

Schrijf deze breuk op als een gemengde breuk.

\frac{​ 2 2 ​ ​}{​ 7 ​}

Slide 14 - Open vraag

Wat is het antwoord op deze som?

6 \frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 0 ​} - 4 \frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 0 ​} =

1 \frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 0 ​}

1 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​}

1 \frac{​ 6 ​ ​}{​ 1 0 ​}

2 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​}

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het antwoord op deze som?

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 6 ​} + 5 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 2 ​}

Slide 16 - Open vraag

Wat is het antwoord op deze som?

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​} X 72

6

36

864

12

Slide 17 - Quizvraag

Een zevende deel van 280?

40

30

45

70

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het antwoord op deze som?

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​} X 64

Slide 19 - Open vraag

Wat is vier-zevende deel van 350?

Slide 20 - Open vraag

Rekenen

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Quizvraag

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Open vraag

Meer lessen zoals deze

Les 1: kennismaken met breuken

Breuken groep 6

Hoofdstuk 9: verhoudingen en breuken

LES 2 Optellen en aftrekken van Breuken

LES 2 Optellen en aftrekken van Breuken

1K H9 les 1 en 2 breuken vereenvoudigen en breuken + en -

domein 1H4 breuken les 14

Breuken verkennen en vergelijken (Hfst. 7)