V6 herhaling literatuurgeschiedenis V4 (par. 17 t/m 19)


Welkom 
v6ta!
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les


Welkom 
v6ta!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Herhaling literatuurgeschiedenis V4 (par. 17 t/m 19)
  3. Afsluiting en vooruitblik


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide


A
eens
B
oneens

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Heb je op je literatuurlijst al een werk staan dat tot de canon behoort?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Waarom beginnen we in de Nederlandse literatuurgeschiedenis bij de middeleeuwen pas bij 1000?

Slide 13 - Open vraag

Is er een verschil tussen de allereerste Nederlandse literaire tekst en het echte oudste Nederlands? Leg je antwoord uit.

Slide 14 - Open vraag

Wat is een kernbegrip in het feodale stelsel?
A
macht
B
trouw
C
geld
D
werken

Slide 15 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van Karelromans?
A
de heer is meestal Karel de Grote
B
er is een ridder die (on)trouw is aan zijn heer en God
C
vrouwen spelen de hoofdrol
D
het gaat om eer bewaken

Slide 16 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van Arthurromans?
A
het gaat om de ridders van de ronde tafel
B
de ridder gaat op een queeste
C
de ridder is hoofs
D
er is een veldslag

Slide 17 - Quizvraag

Karelroman
Arthurroman
vrouw op een voetstuk
magische elementen

Slide 18 - Sleepvraag

Wat is hoofsheid?

Slide 19 - Open vraag

Welke drie vormen van geestelijke literatuur zijn er?

Slide 20 - Open vraag

Wat is de boodschap van de geestelijke literatuur?
A
vereer Jezus en bega geen zonden
B
gedraag je volgens de regels van de kerk en bid naar God en Maria
C
memento mori en kom in de hemel

Slide 21 - Quizvraag

Welke twee vormen van symboliek zie je veel in geestelijke literatuur?

Slide 22 - Open vraag

Welke twee soorten toneel zijn er in de middeleeuwen?

Slide 23 - Open vraag

Welke belangrijke uitvinding dateert het einde van de middeleeuwen voor de Nederlandse literatuurgeschiedenis? Leg je antwoord uit.

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Wat zijn Rederijkerskamers?

Slide 26 - Open vraag

Renaissance betekent wedergeboorte. Wedergeboorte van wie of wat?

Slide 27 - Open vraag

Welke drie manieren had men in de renaissance om terug te gaan naar de bron?

Slide 28 - Open vraag

Oud genre dat opnieuw in de mode raakt
Nieuw genre
Emblematiek
Sonnet
Aforisme
Epigram
Klassieke tragedie
Essay

Slide 29 - Sleepvraag

Vraeght ghy wat Sneldicht voor een dicht is?
Het is een Dicht dat snel en dicht is.

(C. Huygens, Koren-bloemen, dl. 2, 1672, p. 52)
Embleem
Sonnet
Epigram

Slide 30 - Sleepvraag

Slide 31 - Tekstslide

1000-1600
1600-1700
carpe diem
memento mori
middeleeuwen
renaissance
theocentrisch
antropocentrisch

Slide 32 - Sleepvraag

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: woensdag 9 oktober
  • Huiswerk: -
  • Meenemen: laptop en leesboek
  • Programma: literatuurgeschiedenis (herhaling V5)

Slide 33 - Tekstslide