Les 9 donderdag 3 oktober

Les 9 donderdag 3 oktober
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Les 9 donderdag 3 oktober

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Lezen
10 min
- Huiswerk bespreken + woordenschat
5 min
- Bijzondere meervoudsvormen
10 min
-Oefenen + ICE-toets
50 min
-Afsluiting
5 min

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
Je pakt je sprookjesbundel voor je, we beginnen met klassikaal lezen!





Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
Hoofdstuk 1 paragraaf 5 > Kiezen en lezen van boeken
Bladzijde 24 en 25
Opdracht 4 t/m 8

Bladzijde 26 en 27
Opdracht 9 t/m 12

Antwoorden komen ook in Classroom te staan!


Slide 4 - Tekstslide

Woordenschat oefenen

Slide 5 - Tekstslide

Betekenis aanbod
A
waar iets of iemand vandaan komt
B
de juiste oplossing hebben, gelijk hebben
C
alle producten die bijvoorbeeld een winkel of firma aanbiedt

Slide 6 - Quizvraag

DE of HET?
aanbod
A
de
B
het

Slide 7 - Quizvraag

De auteur is
A
de toneelspeler
B
de persoon die de tekst leest
C
de schrijver van de tekst
D
de vierde alinea

Slide 8 - Quizvraag

de behoefte
A
het gevoel dat je iets nodig hebt
B
iets wat je gaat kopen
C
dingen die je gebruikt

Slide 9 - Quizvraag

Wat is 'een catalogus'?
A
Lijst met opsomming van voorwerpen
B
Een leesboek
C
Goed doordacht plan om een doel te bereiken
D
Toename van aantal ouderen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een genre?
A
leesboek
B
tegenstelling
C
verhaalsoort
D
jeugdschrijver

Slide 11 - Quizvraag

Welk genre?
A
Oorlogsroman
B
Historische roman
C
Spanning en avontuur
D
Sprookjes

Slide 12 - Quizvraag


Wat is het genre?
A
psychologische roman
B
oorlogsroman
C
avonturenroman
D
liefdesroman

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het genre?
A
avonturenroman
B
psychologische roman
C
science fiction
D
historische roman

Slide 14 - Quizvraag

Sleep het juiste boek bij het juiste genre

Slide 15 - Sleepvraag

Wat is een 'abonnement?'
A
combineren
B
iemand iets raadplegen
C
meteen
D
een lidmaatschap

Slide 16 - Quizvraag

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je weet op welke manieren bijzondere meervoudsvormen geschreven worden.
  • Je kan van gegeven woorden de juiste bijzondere meervoudsvorm kiezen.
  • Je kan de juiste bijzondere meervoudsvorm van een gegeven woord invullen in een zin, fouten verbeteren en verschil in betekenis uitleggen.
  • Je kan zelf goede zinnen maken met en voorbeelden bedenken van woorden die een bijzonder meervoud hebben. 

Slide 17 - Tekstslide

Sleep het woord naar de juiste meervoudsvorm
meervouden met een -s
meervouden op 's
alinea
bureau
radio
paraplu
sleutel
video

Slide 18 - Sleepvraag

Wat is de meervoudsvorm van fantasie?
A
fantasies
B
fantasieën
C
fantasiën
D
fantasietjes

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de meervoudsvorm van: pyjama?
A
Pyjama's
B
Pyjamas
C
Pyjamaas
D
Pyjamen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de meervoudsvorm van perzik?
A
Perziks
B
Perzikken
C
Perziken

Slide 21 - Quizvraag

Bijzondere meervoudsvormen
Sommige woorden hebben een bijzonder meervoud, dat niet op -en of -s eindigt. 

En er zijn ook woorden die twee juiste meervouden hebben. 

Slide 22 - Tekstslide

Meervouden van afkortingen: 's of 'en
* Afkortingen krijgen in het meervoud altijd een apostrof. 
dvd - dvd's 

* Letters -s of -x en afkortingen die hierop eindigen, hebben een meervoud op 'en
gps - gps' en
x - x'en

Slide 23 - Tekstslide

Meervouden met een trema
* Woorden die eindigen op ie met klemtoon, schrijf je in het meervoud op -ieën
> melodie - melodieën

* Woorden die eindigen op ie zonder klemtoon, schrijf je in het meervoud met -iën
> bacterie - bacteriën

Slide 24 - Tekstslide

Oefeningen
Vandaag begin je met het maken van de ICE-toets.
Lees goed en denk rustig na! Zet hem op:)

Ben je klaar met de toets >

Cursus Spelling & Grammatica 
Paragraaf bijzonder meervoudsvormen
Bladzijde 132 t/m 135
Opdracht 1 t/m 10







Slide 25 - Tekstslide

QE79

Slide 26 - Tekstslide

Oefeningen
Vandaag begin je met het maken van de ICE-toets.
Lees goed en denk rustig na! Zet hem op:)

Ben je klaar met de toets >

Cursus Spelling & Grammatica 
Paragraaf bijzonder meervoudsvormen
Bladzijde 132 t/m 135
Opdracht 1 t/m 10







Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide