3.2 Bloedsomloop

3.2 Bloedsomloop
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.2 Bloedsomloop

Slide 1 - Tekstslide

Welke organen horen bij het bloedvatenstelsel?

Slide 2 - Open vraag

Bloedvatenstelsel
  • Hart
  • Alle bloedvaten

Slide 3 - Tekstslide

Welke 3 typen bloedvaten zijn er?

Slide 4 - Open vraag

3 typen bloedvaten
  • Slagaders --> weg van het hart, richting de organen
  • Haarvaten --> in de organen, 1 cellaag dik
  • Aders --> weg van de organen, richting het hart

Slide 5 - Tekstslide

Slagader
  • Wand is dik, gespierd en elastisch
  • Bloeddruk hoog
  • Liggen diep in het lichaam 
  • Polsslag

Slide 6 - Tekstslide

Haarvaten
  • Bloeddruk neemt af
  • Wand is 1 cellaag dik
  •  Stofwisseling

Slide 7 - Tekstslide

Ader
  • Wand is dunner en minder elastisch
  • Bloeddruk laag
  • Liggen minder diep in het lichaam 
  • Kleppen
  • Geen hartslag voelbaar

Slide 8 - Tekstslide

Bloedsomloop --> de weg die het bloed aflegt door het lichaam

Slide 9 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
  • Route: Hart --> Longen     --> Hart
  • Doel: Koolstofdioxide afgeven, zuurstof opnemen
  • Als het bloed terug gaat naar het hart is het zuurstofRIJK

Slide 10 - Tekstslide

Grote bloedsomloop
  • Route: hart -->organen--> hart
  • Doel: Zuurstof en glucose afgeven aan organen
  • Als het bloed terug gaat naar het hart is het zuurstofARM

Slide 11 - Tekstslide




Bloedvaten worden genoemd naar het orgaan waar ze heen gaan (slagader) of het orgaan waar ze vandaan komen (ader)

Slide 12 - Tekstslide