Biologie mavo2 Bloedsomloop 3.5 Het immuunsysteem

BS 3.5 Het immuunsysteem
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

BS 3.5 Het immuunsysteem

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lichaamsvreemd
Lichaam maakt onderscheid
  • Lichaamseigen en lichaamsvreemd
Enkele lichaamsvreemde stoffen zijn ziekteverwekkend
Voorbeelden lichaamsvreemde stoffen:
  • Bacteriën
  • Virussen
  • Parasieten
  • Afbraakproducten of afvalstoffen micro-organismen
  • Stuifmeel (planten)
  • Chemische stoffen

Slide 3 - Tekstslide

Lichaamsvreemd
  • Lichaamsvreemde stoffen horen niet thuis in je lichaam.
  • Je lichaam kan op 4 manieren lichaamsvreemde stoffen tegenhouden.
  • Met de huid.
  • Met de slijmvliezen in de luchtwegen.
  • Met zoutzuur in maagsap.
  • Met witte bloedcellen

Slide 4 - Tekstslide

Immuunsysteem
- Lichaamsvreemde stoffen of antigenen = stoffen die niet in je lichaam thuishoren.

- Antigenen komen binnen in je lichaam = infectie.

Slide 5 - Tekstslide

Lichaamsvreemde antigenen 
activeren het immuunsysteem

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Immuunsysteem
Witte bloedcellen noemen we ook wel de soldaten van ons lichaam.                 Zij bestrijden ziekteverwekkers zoals bacteriën op twee manieren:

Slide 8 - Tekstslide

Het immuunsysteem
Bacteriën onschadelijk maken

Slide 9 - Tekstslide

Het immuunsysteem
Virussen onschadelijk maken

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Verschillende vormen van immuniteit
  • Natuurlijke immuniteit (ziekte gehad)
  • Zelf antistoffen maken, tijdje ziek.

  • Kunstmatige immuniteit.
  • ingeënt tegen bepaalde ziekte, vaccinatie
(Dode/ verzwakte ziekteverwekkers)

Slide 12 - Tekstslide

Natuurlijke immuniteit

Slide 13 - Tekstslide

Natuurlijke immuniteit
Immuun = witte bloedcellen onthouden de antistof 

Slide 14 - Tekstslide

Kunstmatige immuniteit

Slide 15 - Tekstslide

Vaccinatie van mensen

Slide 16 - Tekstslide

Vaccinatie van mensen

Slide 17 - Tekstslide

Allergische reactie

Slide 18 - Tekstslide

ALLERGIE
allergische reactie op een allergeen
anafylactische shock = allergische shock

Slide 19 - Tekstslide

Allergische reactie
Allergische reactie = reactie van het afweersysteem op de stof waar je overgevoelig voor bent.
Daardoor krijg je bijvoorbeeld een rode plek, huiduitslag, een branderig gevoel, jeuk of ontstekingen.

Slide 20 - Tekstslide

Allergische reactie
- Bij een allergie ben je overgevoelig voor bepaalde stoffen. Je krijgt een allergische reactie. 
- Een ernstige allergische reactie noem
je een anafylactische reactie. 
- EpiPen bevat adrenaline en gaat
een allergische reactie tegen. 
- Voorbeelden allergieën?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Corona

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide