Terugblik §1 en §2

Terugblik §1 en §2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Terugblik §1 en §2

Slide 1 - Tekstslide

Wat geeft de lorenzcurve aan...
A
De inkomensongelijkheid van een land
B
De koopkracht van een land
C
De alfabetiseringsgraad van een land
D
De ontwikkelingsgraad van een land

Slide 2 - Quizvraag

Vlakbij de diagonaal van de Lorenzcurve
A
zijn de inkomensverschillen groot
B
zijn er geen inkomensverschillen
C
zijn de inkomensverschillen klein
D
verdient iedereen evenveel

Slide 3 - Quizvraag

arbeidsinkomen
inkomen uit bezit
overdrachtsinkomen
winst
salaris
AOW
huur

Slide 4 - Sleepvraag

Primair inkomen
Overdrachtsinkomen
Primair inkomen
Rente op spaargeld
Salaris van Comenius
Huurtoeslag

Slide 5 - Sleepvraag

Welk van de onderstaande inkomens is geen primair inkomen?
A
Loon
B
Rente
C
Winst
D
Uitkering

Slide 6 - Quizvraag

Nivelleren
A
Vernieuwen
B
Zorgen dat de verschillen kleiner worden

Slide 7 - Quizvraag

De overheid kan de inkomens laten nivelleren door....
A
De mensen met lage inkomens toeslagen te geven
B
De mensen met hoge inkomens meer belasting te laten betalen
C
De mensen met lage inkomens meer belastingvoordeel te geven.
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 8 - Quizvraag

De overheid kan maatregelen nemen die leiden tot nivelleren of 
denivelleren van inkomen. Hieronder staan drie maatregelen genoemd. Sleep ze naar de juiste kolom.





Nivellering
Denivellering
Over de eerste
€ 10.000 van het inkomen hoeft niemand belasting te betalen. 

Een kok en een bankdirecteur krijgen beide € 100,- loonsverhoging
Het belastingpercentage in de hoogste schijf gaat omlaag van 52% naar 50%.

Slide 9 - Sleepvraag

Vragen §2

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 7A
Geef in de volgende situaties aan of er sprake is van: nivellering, denivellering of geen van beide. Verklaar steeds je antwoord.

Fernando verdient € 20.000. Oscar verdient de helft, dus € 10.000. Beiden krijgen een loonsverhoging van 5%.


Slide 11 - Tekstslide

Vraag 7A
Geef in de volgende situaties aan of er sprake is van: nivellering, denivellering of geen van beide. Verklaar steeds je antwoord.

Fernando verdient € 20.000. Oscar verdient de helft, dus € 10.000. Beiden krijgen een loonsverhoging van 5%.

Geen van beide. Het verschil blijft even groot

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 7B
Geef in de volgende situaties aan of er sprake is van: nivellering, denivellering of geen van beide. Verklaar steeds je antwoord.

Jari verdient € 20.000. Ronald verdient € 40.000. Beiden krijgen een loonsverhoging van € 1.000

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 7B
Geef in de volgende situaties aan of er sprake is van: nivellering, denivellering of geen van beide. Verklaar steeds je antwoord.

Jari verdient € 20.000. Ronald verdient € 40.000. Beiden krijgen een loonsverhoging van € 1.000
Nivellering, omdat Jari er in verhouding (5%) (1000/20.000 x 100) meer op vooruitgaat dan Ronald (2,5%) (1000/40.000 x 100)


Slide 14 - Tekstslide

Vraag 7C
Geef in de volgende situaties aan of er sprake is van: nivellering, denivellering of geen van beide. Verklaar steeds je antwoord.

Jari verdient € 20.000. Ronald verdient € 40.000. Jari krijgt een loonsverhoging van € 1.000 en Ronald van € 1.500.


Slide 15 - Tekstslide

Vraag 7C
Geef in de volgende situaties aan of er sprake is van: nivellering, denivellering of geen van beide. Verklaar steeds je antwoord.

Jari verdient € 20.000. Ronald verdient € 40.000. Jari krijgt een loonsverhoging van € 1.000 en Ronald van € 1.500.
Nivellering, omdat Jari er in procenten (5%) nog steeds meer op vooruitgaat dan Ronald (3,75%).


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 8
Bij Jolanda en Bob: denivellering
Bij Marloes en Menno: nivellering
Bij Valerie en Bert: denivellering
Bij Amber en Marcel: nivellering
Bij Ruben en Eric: nivellering
Bij Ramona en Tinus: denivellering

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 11
Bulent en Nora betalen ieder 
€ 4.000 hypotheekrente per jaar. Hoeveel procent belastingvoordeel heeft ieder van deze aftrekpost?

Slide 19 - Tekstslide

Vraag 11
Bulent en Nora betalen ieder 
€ 4.000 hypotheekrente per jaar. Hoeveel procent belastingvoordeel heeft ieder van deze aftrekpost?

Bulents voordeel is 37,35% van € 4.000 en dat van Nora is 49,50% van € 4.000.

Slide 20 - Tekstslide

Startopdracht lorenzcurve

Slide 21 - Tekstslide