Stijlfiguren 2

2
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2

Slide 1 - Tekstslide

Hyperbool

  •  bij een hyperbool-> de werkelijkheid wordt overdreven
  •  hyperbool heeft humoristisch effect
  •  hyperbolen zijn vaak uitdrukkingen

Slide 2 - Tekstslide

Eufemisme
- Een eufemisme is een manier om iets verzacht uit te drukken. -   Door een eufemisme te gebruiken kan je iets wat onaardig is 
  zeggen of schrijven zonder dat het onaardig, gruwelijk of vies
  klinkt. 

Hij is helaas niet meer onder ons.

Slide 3 - Tekstslide

Understatement - Eufemisme

Het verschil tussen een understatement en een eufemisme is humor / spot


Een eufemisme werkt verzachtend, een understatement gebruik je om de lachers op je hand te krijgen of grappig of grof uit de hoek te komen.


vb. Understatement: Er is een hoge luchtvochtigheid (als het heel hard regent).





 

 


Slide 4 - Tekstslide

Stijlfiguren: litotes
Een dubbele ontkenning om je woorden te benadrukken, je ontkent het tegenovergestelde van wat je bedoelt.
Je zegt: 'Ik ben niet ontevreden.' ; 'Dat is lang niet slecht van je'
Je bedoelt: 'Ik ben tevreden'; 'Dat is goed van je'

Slide 5 - Tekstslide

Welke stijlfiguur is dit?
Zij is rustig heengegaan.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme
D
Metafoor

Slide 6 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Ik erger me dood aan hem.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
tautologie
D
understatement

Slide 7 - Quizvraag


Benoem de stijlfiguur:
Dat is niet onwaarschijnlijk.
A
Understatement
B
Metoniem
C
Eufemisme
D
Litotes

Slide 8 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Ik sta hier al eeuwen op te wachten
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme
D
Metafoor

Slide 9 - Quizvraag

Van welk stijlfiguur is hier sprake:

Plus geeft meer, veel meer.
A
hyperbool
B
understatement
C
contaminatie
D
repetitio/ herhaling

Slide 10 - Quizvraag

Benoem de stijlfiguur:
Joke werkt daar als interieurverzorgster.
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Understatement
D
Eufemisme

Slide 11 - Quizvraag

Het lijkt me geen slecht idee om die stijlfiguren goed te oefenen.
A
understatement
B
eufemisme
C
litotes
D
woordspeling

Slide 12 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Ik WORD KNETTERGEK van je gezeur.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
is geen stijlfiguur

Slide 13 - Quizvraag

Lieke Martens kan wel aardig voetballen.
A
Understatement
B
Eufemisme
C
vergelijking
D
Hyperbool

Slide 14 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Wat een mooie rode aardbeien!
A
tautologie
B
pleonasme
C
hyperbool
D
understatement

Slide 15 - Quizvraag

Benoem de stijlfiguur:
Gisteren dronk hij een glaasje teveel.
A
Hyperbool
B
Metoniem
C
vergelijking
D
Metafoor

Slide 16 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
paradox

Slide 17 - Quizvraag

Benoem de stijlfiguur:
Soms lacht de toekomst je toe.
A
Metafoor
B
Metonymia
C
Eufemisme
D
Personificatie

Slide 18 - Quizvraag