Stijlfiguren en beeldspraak Hf 1, 2 en 3

Stijlfiguren en beeldspraak Hf 1, 2 en 3
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Stijlfiguren en beeldspraak Hf 1, 2 en 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van
repetitio en enumeratio?

Slide 2 - Woordweb

Leg uit wat een climax en omgekeerde climax is. Je mag ook een voorbeeld geven.

Slide 3 - Open vraag

Wat is een drieslag?
A
fout, fout, fout
B
Eerst wandelde hij, toen ging hij over in een draf en uiteindelijk begon hij te sprinten.
C
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
D
rust, reinheid, regelmaat

Slide 4 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je in dit voorbeeld:

In zo'n geval zeggen ze ook wel: horen, zien en zwijgen!
A
repetitio
B
enumeratio
C
opsomming in drieën
D
drieslag

Slide 5 - Quizvraag

Geen gezeur: je bord leeg eten, de spullen in de vaatwasser zetten en dan snel aan je huiswerk voor morgen.
A
Repetitio
B
Opsomming in drieën
C
Enumeratio
D
Drieslag

Slide 6 - Quizvraag

Veni, vidi, vici
(Ik kwam, ik zag, ik overwon)
Dit is een:
A
drieslag
B
opsomming in drieën
C
enumeratio
D
climax

Slide 7 - Quizvraag

Hij voelde zich goed, geweldig, fantastisch toen hij geslaagd was.
A
opsomming in drieën
B
enumeratio
C
repetitio
D
climax

Slide 8 - Quizvraag

De soldaten vochten voor God, vaderland en Oranje.
A
opsomming in drieën
B
climax
C
enumeratio
D
drieslag

Slide 9 - Quizvraag

HYPERBOOL

Slide 10 - Tekstslide

Stijlmiddelen: hyperbool, understatement, litotes en eufemisme

Slide 11 - Tekstslide

Hyperbool

  •  bij een hyperbool-> de werkelijkheid wordt overdreven
  •  hyperbool heeft humoristisch effect
  •  hyperbolen zijn vaak uitdrukkingen

Slide 12 - Tekstslide

Understatement

Als je iets afzwakt, gebruik je een understatement. Je zegt dat iets minder mooi, groot of belangrijk is dan in werkelijkheid.

Een verzwakte mededeling.


Er zit vaak  een vorm van spot in een understatement.

Slide 13 - Tekstslide

Litotes
Dit is een bijzondere vorm van een understatement. Bij een litotes ontken je het tegenovergestelde.

"Ze is bepaald niet dom". 

Je bedoelt: ze is slim.

Slide 14 - Tekstslide

Litotes

Een bijzondere vorm van een understatement is de litotes. Daarmee ontken je het tegenovergestelde.


Voorbeeld:  Ze zijn niet onbemiddeld.


Je bedoelt: Ze zijn rijk.


Slide 15 - Tekstslide

Eufemisme
- Een eufemisme is een manier om iets verzacht uit te drukken. -   Door een eufemisme te gebruiken kan je iets wat onaardig is 
  zeggen of schrijven zonder dat het onaardig, gruwelijk of vies
  klinkt. 

Hij is helaas niet meer onder ons.

Slide 16 - Tekstslide

Understatement - Eufemisme

Het verschil tussen een understatement en een eufemisme is humor / spot


Een eufemisme werkt verzachtend, een understatement gebruik je om de lachers op je hand te krijgen of grappig of grof uit de hoek te komen.


vb. Understatement: Er is een hoge luchtvochtigheid (als het heel hard regent).





 

 


Slide 17 - Tekstslide

Eufemisme vs. Understatement

Slide 18 - Tekstslide

Asyndetische vergelijking
  • Bij een asyndetische vergelijking wordt er tussen het te vergelijken object en het beeld geen verbindingswoord gebruikt.

  • Karel, een echte angsthaas, was snel weg.
  • Zijn hoofd, een biet, sprak boekdelen.

Slide 19 - Tekstslide

Homerische vergelijking
Een homerische vergelijking is een vergelijking die wordt uitgewerkt met allerlei bijzonderheden. De homerische vergelijking dankt haar naam aan Homerus, de dichter van de Ilias en de Odyssee, waarin dit type vergelijking veel voorkomt.

Slide 20 - Tekstslide

Synesthesie
  • Een combinatie van de indrukken van verschillende zintuigen 
  • Synesthesie kan worden gezien als een bijzondere vorm van de metafoor.

    vb:
    schreeuwende kleuren, bittere woorden, warme stem

Slide 21 - Tekstslide

Synesthesie
Combineert twee zintuigelijke indrukken. 

Horen
Voelen 
Ruiken
Zien
Proeven 

Slide 22 - Tekstslide

Welke van de onderstaande stijlfiguren is een hyperbool?
A
'nat water'
B
'brullende motor'
C
'vlug sjokken'
D
'eeuwen op iemand wachten'

Slide 23 - Quizvraag

Welke stijlfiguur is dit?
Zij is rustig heengegaan.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme
D
Metafoor

Slide 24 - Quizvraag

Rotterdam ging in lockdown. Wat voor stijlfiguur is dit?
A
Metafoor
B
Metoniem
C
Personificatie
D
Synesthesie

Slide 25 - Quizvraag

Welke stijlfiguren zie je hier?
A
tegenstelling
B
herhaling
C
opsomming
D
climax

Slide 26 - Quizvraag

Welk stijlfiguur
zie je hier?
A
tegenstelling
B
herhaling
C
opsomming
D
omgekeerde climax

Slide 27 - Quizvraag

Oefenen

Even alle neuzen tellen!

Zij is als de wind, de zon en de maan

De draak heeft alweer mijn eten opgegeten!

De geuren proeven als rood en roze

Berend, het arme schaap, kreeg het niet voor elkaar

Het zonnetje lacht ons toe vandaag
metafoor
metonymia
personificatie
metafoor
synesthesie
metafoor
Synesthesie
verg. met als
synesthesie
metonymia
verg. zonder als
personificatie

Slide 28 - Sleepvraag

Stijlfiguren en beeldspraak maken teksten interessanter.
Zeker, ze geven teksten meer kleur.
Nee, ze maken teksten onnodig ingewikkeld.
Soms, het hangt af van de context.
Ik heb er geen mening over.

Slide 29 - Poll

Het gebruik van stijlfiguren kan de emotie in een tekst versterken.
Zeker, het geeft de tekst meer impact.
Nee, emotie komt vooral uit inhoud.
Soms, het hangt af van de stijlfiguur.
Ik heb er geen mening over.

Slide 30 - Poll

Ik kan stijlfiguren en beeldspraak herkennen!
0100

Slide 31 - Poll