Klassenpost en Lezen H3

Programma, lesuur 1
1) Stil lezen/boek uitkiezen
2) Introductie Klassenpost


1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma, lesuur 1
1) Stil lezen/boek uitkiezen
2) Introductie Klassenpost


Slide 1 - Tekstslide

Klassenpost
Brieven schrijven naar een onbekende leeftijdsgenoot 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Je leert: 

-  na te denken over de inhoud en de vorm van een brief
- na te denken over wat je precies wil en hoe je je doel kan bereiken met de brief
- hoe je een brief moet indelen



Slide 3 - Tekstslide

Inhoud van een brief
Vanzelfsprekend is de inhoud van een brief belangrijk. Over welk(e) onderwerp(en) schrijf je: over ideeën, ervaringen, gedachten, gevoelens, meningen? En wil je informeren of amuseren, troosten of opvrolijken? Hoe bereik je dat effect? 



Slide 4 - Tekstslide

Waarover schrijf je in een brief aan iemand die je totaal niet kent?

Slide 5 - Open vraag

Vorm van een brief
De vorm maakt een brief toegankelijk en zorgt ervoor dat hij uitnodigt tot lezen. Denk aan de stijl waarin hij is geschreven, de woordkeuze en zinsbouw, de opbouw van het verhaal en de toon van de brief. Ook hoe de brief eruit ziet (lettertype, gebruik van kleur en beeld) draagt hier in belangrijke mate bij. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat vind jij belangrijk als het om de vorm van een brief gaat?

Slide 7 - Open vraag

De brief 
Een brief is een geschreven boodschap die je per post verstuurt in een envelop (gesloten en van een adres voorzien), maar je kunt hem ook zelf langsbrengen en overhandigen, in de brievenbus doen of onder de deur door schuiven. 

Schrijf je een brief, dan ben je de afzender.
Degene(n) aan wie je de brief schrijft, is (zijn) de geadresseerde(n) ofwel de ontvanger(s)

Slide 8 - Tekstslide

De formele brief 
 Formeel wil zeggen: een zakelijke, officiële brief.  Voorbeelden van zakelijke brieven zijn: 
 - een brief met je schooladvies 
- een sollicitatiebrief
 - post van de gemeente, van advocaten en notarissen. 

In zo’n brief is het taalgebruik vormelijk. Je spreekt iemand aan met ‘u’, ‘meneer’ of ‘mevrouw’. Dat ervaar je misschien als wat plechtig of een beetje stijf maar het is wel zakelijk. 



Slide 9 - Tekstslide

De informele brief
Informeel wil zeggen: niet zakelijk, ongedwongen en meer tot de privésfeer behorend. 

In zo’n brief noem je iemand bij z’n voornaam en is je taalgebruik correct maar toch wat losser.

Slide 10 - Tekstslide

De brief die jij aan een leerling gaat schrijven die even oud is als jij is:
A
formeel
B
informeel

Slide 11 - Quizvraag

Controle
Voordat je je brief verstuurt, kun je hem laten lezen aan een ander, bijvoorbeeld
een klasgenoot, een vriend(in), je vader en/of moeder. 
Ze checken de taal: de formulering, de 
spelling, het (hand)schrift en de lay-out. Ze bekijken of je tekst duidelijk of onduidelijk is,
interessant of saai, mooi of lelijk en beleefd of onbeleefd. 

Slide 12 - Tekstslide

Wat zou jij graag nog even extra laten controleren? (M.a.w. waar ben je niet zo goed in?)

Slide 13 - Open vraag

Soorten brieven 
Je ziet in de volgende dia's verschillende fragmenten uit brieven:
een afscheidsbrief, een liefdesbrief, een brief met
een verzoek en een met een excuus, een bedankbrief
en een huis-tuin-en-keukenbrief.
Lees elk fragment en bedenk uit wat voor soort brief elk fragment komt.

Slide 14 - Tekstslide

Ik vind je zo bijzonder, hoe je doet en hoe je lacht en het is zo fijn je elke dag te zien.
Ik tel de dagen af tot je weer terug bent.
A
huis-tuin-en keukenbrief
B
brief met een verzoek
C
brief met een excuus
D
liefdesbrief

Slide 15 - Quizvraag

Gister een nieuwe telefoon gekocht. Gaaf wat daar weer allemaal mee kan. Beter beeld en mooier geluid! Ben nu alle nieuwe functies aan het proberen.
A
bedankbrief
B
huis-tuin- en keukenbrief
C
liefdesbrief
D
brief met een verzoek

Slide 16 - Quizvraag

Daarom dien ik een verzoek in tot financiële ondersteuning. Alleen daarmee kan de operatie van Sam in Amerika plaatsvinden.

A
rouwbrief
B
brief met een excuus
C
brief met een verzoek
D
bedankbrief

Slide 17 - Quizvraag

Op jouw verjaardagsfeestje kon ik het gewoon niet voor me houden. Ik was zo blij!
Maar toen ging alle aandacht naar mij, terwijl jij jarig was.
Dus eigenlijk pikte ik de aandacht die jij verdiende. Dat was niet leuk voor jou. Sorry daarvoor.
A
excuusbrief
B
huis-tuin- en keukenbrief
C
brief met een verzoek
D
rouwbrief

Slide 18 - Quizvraag

Ik begrijp best dat je naar Canada emigreert. Zoals je het beschrijft, ga je daar vast een heel fijn leven tegemoet.
Maar het verandert onze vriendschap wel heel erg en ik zal je heel erg missen.
A
excuusbrief
B
afscheidsbrief
C
huis- tuin- en keukenbrief
D
bedankbrief

Slide 19 - Quizvraag

Afgelopen vrijdag was mijn laatste stagedag bij u op de afdeling in het Zeeziekenhuis. Ik heb het als een fijne en leerzame tijd ervaren en daar wil ik u nogmaals heel hartelijk voor bedanken. Het zal me helpen bij mijn verdere opleiding.
A
excuusbrief
B
liefdesbrief
C
brief met een verzoek
D
bedankbrief

Slide 20 - Quizvraag

Programma, lesuur 2
1) Maak de startopdracht op blz. 72
2) Theorie Lezen H3: inleiding, slot en hoofdgedachte
2) Maak opdracht 1 (en bespreken)
3) Huiswerk

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoel
Je leert wat een hoofdgedachte is en hoe je die formuleert. Je leert wat je in een inleiding en slot van een tekst kunt verwachten.

Slide 22 - Tekstslide

Maken
Startopdracht op blz. 72 en bespreken

Klaar? Lees de theorie alvast even door op dezelfde bladzijde.

Slide 23 - Tekstslide

Theorie
Inleiding: het onderwerp introduceren en de lezer nieuwsgierig maken.
Slot: samenvatting of conclusie van de tekst. (Niet bij nieuwsberichten)

Hoofdgedachte: het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in een hele zin. Lees hiervoor de tekst PRECIES.

Slide 24 - Tekstslide

Maken

Opdracht 1, blz. 73
Let op: geef antwoord in een hele zin waarin je een deel van de vraag herhaalt.
Als je klaar bent, mag je gaan lezen in je leesboek of beginnen aan het huiswerk.
Het huiswerk is opdracht 2, vraag 1 t/m vraag 6

Slide 25 - Tekstslide

Voordat je het lokaal verlaat:
Schuif je stoel even aan en kijk of je alles netjes achterlaat!

Slide 26 - Tekstslide