Rekenen met lengte - herhaling

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ISKVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat was lengte alweer?
A
grootheid
B
eenheid

Slide 2 - Quizvraag

eenheden van lengte

Slide 3 - Woordweb

Koppel aan de juiste afkorting 
centimeter
meter
hectometer
decimeter
decameter
millimeter
kilometer
km
hm
dam
m
dm
cm
mm

Slide 4 - Sleepvraag

Zet op volgorde van klein naar groot
1 dm
1 cm
1 km
1 hm
1 mm
1 m
1 dam

Slide 5 - Sleepvraag

Een bed heeft de lengte van ongeveer 2
A
km
B
m
C
cm

Slide 6 - Quizvraag

Een tafel heeft een hoogte van ongeveer 80
A
km
B
m
C
cm

Slide 7 - Quizvraag

Een trein heeft een lengte van ongeveer 100
A
km
B
m
C
cm

Slide 8 - Quizvraag

De afstand tussen Amsterdam en Maastricht is ongeveer 220
A
km
B
m
C
cm

Slide 9 - Quizvraag

Een telefoon heeft een omtrek van ongeveer 30
A
km
B
m
C
cm

Slide 10 - Quizvraag

Een deur heeft een omtrek van ongeveer 4
A
km
B
m
C
cm

Slide 11 - Quizvraag

Een huis is ongeveer 8 _____ hoog.
A
kilometer
B
decameter
C
meter
D
centimeter

Slide 12 - Quizvraag

De diepte van het zwembad is ongeveer 2,5 ____.
A
kilometer
B
decameter
C
meter
D
centimeter

Slide 13 - Quizvraag

Een boom is ongeveer 12 _____ hoog.
A
kilometer
B
decameter
C
meter
D
centimeter

Slide 14 - Quizvraag

Een vliegtuig vliegt op 10 ____ hoogte.
A
kilometer
B
decameter
C
meter
D
centimeter

Slide 15 - Quizvraag

Een decameter is hetzelfde als 10 _____.
A
kilometer
B
decameter
C
meter
D
centimeter

Slide 16 - Quizvraag

Een pen is ongeveer
A
1 cm lang
B
1 dm lang
C
1 m lang
D
1 km lang

Slide 17 - Quizvraag