AUB Hoe maak je een sterk argument

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Stil lezen

Andersommen

AUB Hoe maak je een sterk argument

Lesdoel

Aan het einde van deze les kan ik een sterk argument maken.

Theorie

Het is heel belangrijk dat je je argumenten goed kunt uitleggen. Als je je argument goed uitlegt, dan heb je een sterk argument. 

Een argument goed uitleggen doe je door het nemen van drie stappen:

1. Eerst zeg je wat het argument (A) is.

2. Dan leg je het argument uit (U).

3. Tot slot geef je een voorbeeld: ‘Bijvoorbeeld, (B) ...’

Je kunt dat onthouden met het ezelsbruggetje AUB.

Een voorbeeld geven bij je argument, maakt wat je uitlegt nog duidelijker. Mensen kunnen dan voorstellen wat je bedoelt. Het laat je argument meer leven en maakt je argument dus sterker!

Stelling: leerlingen moeten een schooluniform aan.

Zelf aan de slag met AUB!

De stelling is : leerlingen die gemiddeld een 7 staan, moeten vrijstelling van lessen kunnen krijgen. 

Je bent vóór de stelling. Je vindt het een heel goed idee dat leerling die gemiddeld een 7 staan vrijstelling van lessen kunnen krijgen.

Je uitleg bij het argument is als volgt: ‘Je bent al goed genoeg in dat vak, want je staat gemiddeld een 7. Het is dus niet nodig om de les nog te volgen. Daarom zou je vrijstelling moeten krijgen’.

Vul aan: Mijn argument is dat ...

Mijn argument is...

Zelf aan de slag met AUB!

De stelling is : leerlingen die gemiddeld een 7 staan, moeten vrijstelling van lessen kunnen krijgen. 

Bedenk de uitleg (U) voor het volgende argument tégen de stelling. Om je te helpen zijn er drie vragen. Beantwoord deze vragen om een uitleg te bedenken.

Argument: ‘Een hoog gemiddelde van een leerling komt door hulp van de docent.

1. Wat gebeurt er als deze leerlingen niet meer naar de les gaan?

2. Waarom is het erg dat dit gebeurt?

3. Waarom is het dus een slecht idee als deze leerlingen vrij krijgen?

Uitleg          Vul aan: want/omdat of dit is goed/slecht, want

Uitleg:

Zelf aan de slag met AUB!

De stelling is : leerlingen die gemiddeld een 7 staan, moeten vrijstelling van lessen kunnen krijgen. 

Verzin bij het volgende argument een voorbeeld (B) vóór de stelling. Bedenk een voorbeeld dat het argument duidelijker maakt. Gebruik daarvoor je eigen fantasie of zoek informatie op internet.

Argument: ‘Leerlingen kunnen hun tijd beter besteden’.

Uitleg: ‘Het is goed dat leerlingen vrijstelling krijgen van een vak waar ze goed in zijn, want dan kunnen ze deze tijd besteden aan een vak waar ze minder goed in zijn. Zo kunnen ze voor die andere vakken ook hoge cijfers halen.’

Bijvoorbeeld:          Vul aan: Stel je voor... of Het is onderzocht dat...

Bijvoorbeeld: