Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
V2 zwakke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Zwakke werkwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn zwakke werkwoorden?
timer
0:30
Slide 2 - Open vraag
Drie categorieën zwakke werkwoorden
1. Gewone zwakke werkwoorden
2. Zwakke werkwoorden met een stam op -d of -t
3. Zwakke werkwoorden met een stam op -s of -ß
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de stam van het werkwoord?
timer
0:30
Slide 4 - Open vraag
Hoe vervoeg je zwakke werkwoorden?
1. Maak de stam van het werkwoord
2. Zet de juiste uitgang erachter
Slide 5 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord door eerst de stam op te schrijven. De stam is het
hele
werkwoord
- en of - n.
Voorbeeld:
wohnen = wohn
kaufen = kauf
reisen = reis
Slide 6 - Tekstslide
'Gewone' zwakke werkwoorden
ich mach
e
du mach
st
er/sie/es mach
t
wir mach
en
ihr mach
t
sie/Sie mach
en
Slide 7 - Tekstslide
Eselsbrücke
e-st-t-en-t-en
oder
fe e-st-t-en-t-en feesttenten
Slide 8 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden met een stam op -s of -ß
ich reis
e
du reis
t
er/sie/es reis
t
wir reis
en
ihr reis
t
sie/Sie reis
en
Slide 9 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden met een stam op -d of -t
ich red
e
du red
e
st
er/sie/es red
e
t
wir red
en
ihr red
e
t
sie/Sie red
en
Slide 10 - Tekstslide
stam:
spielen
Slide 11 - Open vraag
stam:
kommen
Slide 12 - Open vraag
stam:
machen
Slide 13 - Open vraag
stam:
atmen
Slide 14 - Open vraag
stam:
gehen
Slide 15 - Open vraag
ww wohnen: jullie wonen
A
ihr wohnt
B
ihr wohnen
C
ihr wohnet
D
ihr wohnst
Slide 16 - Quizvraag
ww warten: hij wacht ...
A
er wart
B
er wartet
C
er wartt
D
er wartest
Slide 17 - Quizvraag
ww arbeiten: jullie werken
A
ihr arbeiten
B
ihr arbeit
C
ihr arbeitet
D
ihr arbeitest
Slide 18 - Quizvraag
ww tanzen: jij danst =
A
du tanzst
B
du tanzzt
C
du tanzt
D
du du tanzenst
Slide 19 - Quizvraag
Hoe heet je? Wie .... du?
A
heißst
B
heißt
Slide 20 - Quizvraag
ww melden: jullie melden
A
ihr meldt
B
ihr meldent
C
ihr meldet
D
ihr meltt
Slide 21 - Quizvraag
ww kosten : het kost
A
es kostent
B
es kost
C
es kostet
D
es kosstet
Slide 22 - Quizvraag
het voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Werkwoorden met stam op -t of -d = extra e!
reden ->
ge
red
e
t arbeiten ->
ge
arbeit
e
t
Slide 25 - Tekstslide
zij heeft gewoond
Sie hat ...
A
gewohnt
B
gewohnet
C
gewohnd
Slide 26 - Quizvraag
zij heeft gekocht
A
sie hat gekauft
B
sie hat gekaufet
C
sie hat gekocht
D
sie hat gekaufd
Slide 27 - Quizvraag
Hij heeft gewerkt - Er hat ...
A
gearbeit
B
gearbeitet
C
gearbeid
D
gearbeidet
Slide 28 - Quizvraag
Wij hebben gepraat
A
Wir haben gereden
B
Wir haben geredet
C
wir haben geredt
D
wir haben geredent
Slide 29 - Quizvraag
jullie hebben gered - ihr .....
A
habt geret
B
habt gerettest
C
habt gerettet
D
habt gerett
Slide 30 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
V2 zwakke werkwoorden
Maart 2024
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Zwakke ww
Oktober 2024
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Zwakke ww
December 2024
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
A2e Zwakke werkwoorden
Januari 2024
- Les met
26 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
zwakke werkwoord
September 2024
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
26. Januar 2024 / Kapitel 4 / Zwakke werkwoorden sprv toets
Januari 2024
- Les met
32 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Herhaling werkwoorden (zwakke ww, haben en sein)
November 2023
- Les met
41 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Zwakke werkwoorden: herhaling (1)
November 2020
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1