6.1 vergrotingsfactor

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Wat is de vergrotingsfactor ?

1. 6 : 3 = 2
2. 3: 6 = 0,5

Wat is de vergrotingsfactor?

1. 0,7
2. 1,5
3. 4,4
4. 13,5

Van een foto maak ik een vergroting.
In de wiskunde heet deze vergroting ...

1. het beeld
2. het origineel

De vergrotingsfactor kan ik berekenen door:

1. lengte beeld : lengte origineel
2. lengte origineel: lengte beeld

Bereken de vergrotingsfactor.

Rex vergroot een foto op het kopieerapparaat.
Hij zet het apparaat op 140%.
Wat is de vergrotingsfactor.

Een foto is 18 cm breed.
Ik ga deze vergroten met vergrotingsfactor 2,5.
Hoe breed wordt de vergroting?

Als de vergrotingsfactor < 1 is, dan is het beeld een

1. vergroting
2. verkleining

Het beeld van een vergroting heeft een breedte van 30 cm.
De vergrotingsfactor is 5.
Wat was de breedte van het origineel?

Driehoek ADE is een vergroting van driehoek ABC. Wat is de vergrotingsfactor?

Welke formule hoort bij vergroten van oppervlakte?

1. Vergrotingsfactor x oppervlakte
2. Vergrotingsfactor³ x oppervlakte origineel
3. Vergrotingsfactor² x oppervlakte origineel
4. Vergrotingsfactor²

Welke formule hoort er bij het vergroten van de inhoud?

1. Vergrotingsfactor² x inhoud origineel
2. Vergrotingsfactor³
3. Vergrotingsfactor³ x inhoud beeld
4. Vergrotingsfactor³ x inhoud origineel

Wat is de oppervlakte van het grote hart ?

1. Σ
2. 25
3. 62,5
4. 100

Stel: Er is een kubus met een inhoud van 27 cm³. En de normale vergrotingsfactor is 2. Wat zou dan de inhoud zijn van de grotere kubus?

1. 216 cm³
2. 54 cm³
3. 108 cm³
4. 13,5 cm³

De driehoeken zijn gelijkvormig.
Welke zijde hoort bij BC?

1. AC
2. PQ
3. PR
4. QR

Driehoek ABC en driehoek CDE zijn gelijkvormige driehoeken

Welke twee driehoeken zijn gelijkvormig?

1. driehoek KMNP en driehoek LNP
2. driehoek KLM en driehoek LNP
3. driehoek KMP en driehoek KLP
4. driehoek KNM en driehoek LNP

Met welke twee zijden kun je de factor berekenen?

1. KL en LM
2. KL en KP
3. KM en KQ
4. KM en QK

Plattegronden met verschillende schalen

Een fietskaart met een schaal van 1 : 50.000

Elke afstand op de kaart is in werkelijkheid 50.000 keer zo groot.

1 cm op de kaart = 50.000 cm = 500 m = 0,5 km

Een wegenkaart van Nederland met een schaal van 1 : 300.000

Elke afstand op de kaart is in werkelijkheid 300.000 keer zo groot.

1 cm op de kaart = 300.000 cm = 3000 m = 3 km

Verschillende schalen omrekenen

Schaal                       Op de kaart                 In werkelijkheid  

1 : 100 000                1 cm  =>   100 000 cm   of     1000 m      of      1 km

1 : 500 000               1 cm  =>   500  000 cm  of      5000 m     of      5 km

 

1 : 2 500 000           1 cm  => 2 500 000 cm of    2500 m    of     25 km

Een kaart is op een schaal van
1 : 15 000 getekend.
Dit betekent ..................

1. 1 cm op de kaart is 15 km in werkelijkheid
2. 1 cm op kaart is in het echt 15 000 keer zo groot.
3. 2 = 7 500
4. 1 cm op de kaart is 150 meter in werkelijkheid

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50 000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =

1. 50 km
2. 0,5 km
3. 5 km
4. 5000 m

Wat bedoelen we met hemelsbreed?

1. We gaan door de lucht van punt A naar B
2. We nemen de kortste weg via de autosnelweg van A naar B
3. We gaan in een rechte lijn van A naar B
4. Geen van de gegeven antwoorden is juist

De afstand op een kaart is 20 km.
Op de kaart heb je een afstand van 1 cm gemeten.
De schaal van de kaart is?

1. 1 : 200 000
2. 1 : 20 000
3. 1 : 2 000 000
4. 1 : 2000