Les 2: Spelling Voltooid deelwoord

Welkom:
Pak je leesboek
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom:
Pak je leesboek

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag:
* Lezen
*Lesdoel
* Instructie
* Aan het werk
* Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lezen:
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
je leert:
  • hoe je een voltooid deelwoord herkent
  • wanneer je een voltooid deelwoord gebruikt
  • hoe je een voltooid deelwoord schrijft

Slide 4 - Tekstslide

Voltooid deelwoord

Slide 5 - Tekstslide

Filmpje:
Nieuw Nederlands

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een voltooid deelwoord?
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Persoonsvorm

Slide 7 - Quizvraag

Wat is hier het voltooid deelwoord?
Ze hebben gisterenavond samen macaroni gegeten
A
Ze
B
Hebben
C
Macaroni
D
Gegeten

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin?

Ik heb sperziebonen gekocht, want ik wist niet zeker of je spinazie lust.
A
lust
B
heb
C
wist
D
gekocht

Slide 9 - Quizvraag

Voltooid Deelwoord
Een voltooid deelwoord begint vaak met ge-
gelopen - gefietst - gemaakt

Een voltooid deelwoord kan ook met be- beginnen
betaald -  begroet - begraven

Een voltooid deelwoord kan ook met ver- beginnen
verrast - verteld - verhuisd

Zwakke werkwoorden: -t of -d
Sterke werkwoorden: -t of -en

Slide 10 - Tekstslide

Voltooid Deelwoord
Een voltooid deelwoord kan ook met ont- beginnen
ontdekt - ontwaakt - ontvoerd
Een voltooid deelwoord kan ook met her- beginnen
herdenkt - herplaatst - hersteld
 
Een voltooid deelwoord eindigt op: 
Zwakke werkwoorden: -t of -d
Sterke werkwoorden: -t of -en

Slide 11 - Tekstslide

Waarmee kunnen voltooid deelwoorden beginnen?

Slide 12 - Open vraag

Oefenen: Kies de juiste vorm:

De buurman heeft zijn spullen ......
A
verhuist
B
verhuisd
C
geverhuisd
D
vergehuisd

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:

bereiken: ik heb jou gisteren..........
A
bereikt
B
bereikd
C
gebereikt

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:

verven; het huis is................
A
geverft
B
geverfd
C
gevervt
D
gevervd

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van:

jagen; op de wolf wordt niet..................
A
gejaagt
B
gejaagd
C
gejaagdt
D
gejagt

Slide 16 - Quizvraag


In Nederland wordt steeds vaker ........(pinnen)
A
gepinnd
B
gepint
C
gepindt
D
gepind

Slide 17 - Quizvraag

gisteravond heb ik pas na 12 uur mijn computer ....... (afsluiten)
A
afsluitend
B
afgesloten
C
afgesluiten
D
sloten

Slide 18 - Quizvraag

Ik was ...... (raken) door die opmerking over mijn overleden hondje.
A
gerakt
B
geraakd
C
geraakt
D
geraakdt

Slide 19 - Quizvraag

wat is het voltooid deelwoord?
Tijdens de bokswedstrijd werd de handdoek in de ring....(werpen)

Slide 20 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord?
De docent had alle fouten .....(doorstrepen)

Slide 21 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord?
In het magazijn heeft John alle lege kratjes ...(opstapelen)

Slide 22 - Open vraag

Voltooid deelwoord gaat altijd samen met een vorm van de werkwoorden: 
zijn
hebben
worden
In de volgende opgave kies je een vorm van deze WW
en het voltooid deelwoord

Slide 23 - Tekstslide

Aan het werk:
Maak online de opdrachten:
7. Spelling 10. Voltooid Deelwoord

Volgende week Toets:
1. Meer dan lezen 5. Hoofd en bijzaken

Slide 24 - Tekstslide

Sluit de les af met een zin met een voltooid deelwoord!

Slide 25 - Open vraag