4.1 (+4.2) Snelheid

H4 Beweging
Orienteren: Wat weten we al van snelheid?
Wat is snelheid? 
Grootheid/ eenheid?
Hoe bereken je snelheid?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4 Beweging
Orienteren: Wat weten we al van snelheid?
Wat is snelheid? 
Grootheid/ eenheid?
Hoe bereken je snelheid?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel deze les:
Je leert wat snelheid is en hoe je snelheid berekent.

Slide 2 - Tekstslide

Snelheid
Snelheid heeft een grootte en een richting

Voorbeeld:
grootte: 5km/h
richting: noordelijk


Slide 3 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid:
Wat is gemiddelde snelheid?

Formuleer een goede definitie

Slide 4 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid:
Gemiddelde snelheid is de afstand die je per tijdseenheid aflegd. Het is gemiddeld, omdat je snelheid niet contant is over de afgelegde afstand.

gemiddelde snelheid = afgelegde afstand  (km)/ tijd (h)
of 
gemiddelde snelheid = afgelegde afstand (m)/ tijd (s)




Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid:
Gemiddelde snelheid is de afstand die je per tijdseenheid aflegd. Het is gemiddeld, omdat je snelheid niet contant is over de afgelegde afstand.

gemiddelde snelheid = afgelegde afstand  (km)/ tijd (h)
of 
gemiddelde snelheid = afgelegde afstand (m)/ tijd (s)




Slide 9 - Tekstslide

Formule gemiddelde snelheid:
Formule:   vgem= s/t

Grootheden: v, s, t
v=snelheid
s=afgelegde afstand*
t=tijd
*niet verwarren met eenheid seconden

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Duidelijke berekening+antwoord:
Gegeven: s=400(m)  t=32 (s)
Gevraagd: vgem?
Formule: vgem= s/t
Berekening: vgem = 400 (m)/32 (s) = 12,5 (m/s)
Antwoord: 
Ze schaatst met een gemiddelde snelheid van 12,5 (m/s)

Slide 12 - Tekstslide

Berekening: 
Zorg dat je altijd opschrijft: 
Gegevens
Gevraagd
Formule (als je die gebruikt)
Berekening
Antwoord

Slide 13 - Tekstslide

van m/s naar km/h
Ze schaatst met een gemiddelde snelheid van 12,5 (m/s).
Hoeveel km/h is dit?

Slide 14 - Tekstslide

van m/s naar km/h:
12,5 m/s = 12,5 m / 1 s omrekenen naar km/h
12,5 m = 0,0125 km
1s = 1/3600 uur (60 minx60 seconden) 
Dus:                                                                   DENK OM 
                                                                           EENHEDEN!
0,0125 km
1/3600 h     Dus 12,5 m/s is gelijk aan 45 km/h. Reken dit na!

Slide 15 - Tekstslide

van km/h naar m/s
50 km/h = 50 km/ 1h = ? m/s
50 km = 50.000 m
1 h = 60x60=3600 s
Dus 50 km/h = 50.000 m/3600 s ~ 13,9 m/s

Slide 16 - Tekstslide

Omrekenen van m/s naar km/h of andersom:





Begrijp dat je dit kan bedenken door de eenheden aan te passen! Leer niet iets uit je hoofd wat je verkeerd toepast.

Slide 17 - Tekstslide

Wat is constante snelheid?

Slide 18 - Tekstslide

Constante snelheid
Op elk tijdstip heeft de snelheid dezelfde richting en grootte.

Dit wordt ook wel: eenparige beweging genoemd

Slide 19 - Tekstslide

Constante snelheid






constante snelheid: elke seconde komt er 2 meter bij.
tijd (s)
afstand (m)
0
0
1
2
2
4
3
6

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

s,t - diagram
Hierin zet je de afgelegde afstand (verticaal) uit tegen de tijd (horizontaal)

Wanneer dit een schuine rechte lijn is, dan is er sprake van constante snelheid


Slide 22 - Tekstslide

s,t-diagram

Slide 23 - Tekstslide

vragen: 
Wat gebeurt er tussen de 3e en 4e seconde?
Wat is de gemiddelde snelheid de eerste 3 seconden?
Wat is de gemiddelde snelheid vanaf de 4e t/m de 8e seconde?

Wat betekent dus een horizontale lijn in een s,t-diagram?

Slide 24 - Tekstslide

Onthouden:
Eenparige beweging is hetzelfde als op constante snelheid bewegen. vb: mensen op een roltrap

Slide 25 - Tekstslide

Onthouden:
In een s,t-diagram betekent 

horizontale lijn => geen verplaatsing in de tijd
schuine rechte lijn => eenparige beweging (=constante snelheid)

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk:
Bestuderen paragraaf 4.1+ deze lessonup
Blauwe woorden leren
Maken opgaven + nakijken
Denk om het opschrijven van een goede berekening! 
gegeven, gevraagd, (formule), berekening, antwoord

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoel deze les:
Je leert wat snelheid is en hoe je snelheid berekent.

1 vinger = niet behaald
2 vingers = ik ben onderweg
3 vingers = ik kan het

Slide 28 - Tekstslide