a) Elk groepje krijgt een casus over een kind met gedragsproblemen.
b) Analyseer de casus door het gedrag te beschrijven, de mogelijke oorzaken te identificeren en de impact van het gedrag op de leerling, medeleerlingen en het leerproces te evalueren.
c) Bedenk ten minste drie manieren die je als PM-er zou kunnen gebruiken om het gedragsprobleem aan te pakken. Voor elke strategie, beschrijf in detail hoe je deze zou implementeren en welke positieve effecten je verwacht.
d) Bespreek het belang van een positieve en ondersteunende relatie met de kinderen bij het omgaan met gedragsproblemen.
e) Beschrijf hoe je als onderwijsassistent emotioneel en professioneel kunt reageren op uitdagend gedrag zonder de leerling te stigmatiseren.
f) Bespreek met elkaar wie jullie bevindingen bij het klassikaal bespreken gaat delen.