Les 2 11.2 en 11.3

Ontwikkelingsgericht ondersteunen

Boek Pedagogisch Werk 1

Thema 11.2 en 11.3

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingspsychologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ontwikkelingsgericht ondersteunen

Boek Pedagogisch Werk 1

Thema 11.2 en 11.3

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
Vorige keer
Komende weken
Keuze - theorie of opdracht
Nieuwe theorie

Slide 2 - Tekstslide

Kinderen met Dyslexie hebben vaak een opmerkelijk lage intelligentie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Kinderen met een leerstoornis hebben vaak moeite met................

Slide 4 - Open vraag

Keuze
- Les volgen

- Je gaat zelfstandig/ in tweetallen aan de slag.
Zoek een afbeelding die voor jou/ jullie kenmerkend is voor een kind dat last heeft van:
  1. Externaliserend probleemgedrag
  2. Internaliserend probleemgedrag

Leg uit en benoem kenmerken waaruit blijkt dat dit het soort gedrag betreft. Deel deze foto met mij per chat en leg ook uit waarom. Noem zoveel mogelijk kenmerken. 
Maak een meerkeuzevraag + antwoord over 11.2 in combinatie met je gekozen foto en stuur deze naar Nynke.

Slide 5 - Tekstslide

Pedagogisch Werk 
Thema • 11.1 Problemen bij het leren 
Thema 11.1 Problemen bij het leren

Slide 6 - Tekstslide

Leerproblemen herkennen

- Hoe eerder des te beter grotere problemen voorkomen
- er kan verband ontstaan met gedragsproblemen
Signalen:
  • Zeer snel afgeleid
  • Niet lang werken aan één taak
  • De ene dag veel beter dan de andere dag
  • Lijkt opdrachten regelmatig niet te horen
  • Onthoudt slecht wat er verteld wordt

Specifieke signalen staan in je boek (11.1, boek PW1)

Slide 7 - Tekstslide

11.2 Gedragsproblemen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Twee soorten probleemgedrag
  • Externaliserend probleemgedrag
  • Internaliserend probleemgedrag

Slide 12 - Tekstslide

11.2 Gedragsproblemen 
We spreken hier van externaliserend probleemgedrag; naar buiten gericht, waar de omgeving last van heeft.

Slide 13 - Tekstslide

11.2 Gedragsproblemen 
Internaliserend probleemgedrag: gedrag waarvan het kind zelf vooral last heeft zoals:
  • faalangst
  • extreme verlegenheid
  • gebrek aan sociale vaardigheden
  • niet weerbaar zijn etc.




Slide 14 - Tekstslide

11.2 Gedragsproblemen
Het gedragsprobleem is naar binnen gericht en is niet storend in de groep als geheel.

Slide 15 - Tekstslide

11.2 Gedragsproblemen
Oorzaken:
  

  • Psychosociaal: hoe het kind omgaat met sociale relaties
  • Opvoeding, gezin, omgeving, ervaringen, emoties
  • Aanleg
  • Persoonlijk temperament (karakter)
  • Organisch (hoe het kind zich voelt)
  • Lichamelijk (eigenschappen, beperkingen etc.)

Slide 16 - Tekstslide

11.3 Gedragsstoornissen
Waar bestaat deze paragraaf uit?
- Definitie gedragsstoornis
- Kenmerken agressieve gedragsstoornis
- Wat is ODD?
- Wat is CD? 

Slide 17 - Tekstslide

11.3 Gedragsstoornissen
Bij ‘Lastig gedrag’ dat tenminste 6 maanden aanhoudt en niet meer past bij de ontwikkelingsfase van een kind kan er sprake zijn van een gedragsstoornis.

Slide 18 - Tekstslide

11.3 Gedragsstoornissen
Gedragsstoornis:

  • Psychiatrisch ziektebeeld waarbij probleemgedrag voortkomt uit de aanleg van het kind.
  • Het gedrag komt uit het kind en niet door de omgeving.
  • De omgeving heeft er last van. Het kind minder.
  •  Externaliserend gedrag.
  • Blijft vaak na kindertijd bestaan.

Slide 19 - Tekstslide

11.3 Gedragsstoornissen
Gedragsstoornis:
  • Een gedragsstoornis gaat vaak gepaard aan verslaving, depressie of angststoornissen.
  • Probleemgedrag moet langer dan 6 maanden onafgebroken
    aanhouden en niet bij de ontwikkelingsfase van het kind horen. 

Slide 20 - Tekstslide

11.3 Gedragsstoornissen
Agressieve gedragsstoornis
  • Extreem agressief gedrag
  • In een vroege- en late variant
  • De vroege variant uit zich in peuter-/kleutertijd
  • In puberteit neemt fysieke agressie toe
  • Opstandig gedrag en moeilijk temperament
  • Kan uitgroeien tot antisociale gedragsstoornis
  • Vroege variant verdwijnt niet
  • Late variant uit zich pas tijdens adolescentie
  • Deze late variant kan verdwijnen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

11.3 Gedragsstoornissen
Agressieve gedragsstoornissen:
  • ODD Oppositional Defiant Disorder (of oppositioneel opstandig gedrag)
  • CD Conduct Disorder (antisociale gedragsstoornis)

Slide 23 - Tekstslide

11.3 Gedragsstoornissen
ODD Oppositional Defiant Disorder 
  • Een lichtere vorm van een antisociale gedragsstoornis (CD)
  • Vaak samen met ADHD of autisme


Signalen al op jonge leeftijd:
zeer ongehoorzaam, driftig, maakt vaak ruzie met volwassenen , houdt zich niet aan regels, verzet tegen regels, weigert zich aan te passen, irriteert anderen met opzet.

Maar ook:
geeft anderen de schuld, is vaak boos, hatelijk, wraakzuchtig, ergert zich makkelijk, is sociaal niet vaardig.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

11.3 Gedragsstoornissen
CD Conduct Disorder:

  • Volstrekt onacceptabel gedrag:
  1. Zeer agressief of gewelddadig
  • Geen contact met leeftijdgenootjes
  • Hanteren eigen regels in de groep in hun voordeel
  • Weinig inlevingsvermogen

Anders dan bij ODD: bij CD wel sprake van agressief gedrag en gewelddadigheid.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

11.3 Gedragsstoornissen
CD komt vaak voor samen met adhd of autisme (ASS). 


Het gedrag is vaak onvoorspelbaar en onbetrouwbaar.
Het schadelijke gedrag wordt vaak bewust gebruikt om doel te bereiken.
Hoe jonger de signalen zich uiten, des te erger de stoornis.


Kind met CD kan uitgroeien tot delinquent.


Slide 28 - Tekstslide

Overzicht verschillen ODD en CD

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide