05 H8 Winst uit onderneming Kzd Fiscale werkz id pr

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kzd Fiscale werkzaamhedenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke ondernemingsvormen ben je privé aansprakelijk?
A
BV
B
Eenmanszaak
C
NV
D
VOF

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke ondernemingsvormen is het bedrijf een rechtspersoon?
A
NV
B
BV
C
Eenmanszaak
D
VOF

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe start je een onderneming?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor wie is Joris een ondernemer?

Joris is dit jaar gestart met het boodschappen doen voor ouderen. Dit doet hij voor een gezellig praatje en een kopje koffie. Hij wil hier gebruik van maken voor zijn komende studie en zal hier 20 uur in de week aan besteden.
A
Niemand
B
Kamer van Koophandel
C
De Belastingdienst
D
Beide

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor wie is Marijke een ondernemer?

Marijke is dit jaar gestart met een nagelsalon. Dit doet ze voor een vast bedrag van €15,- en ze heeft gemiddeld 10 klanten per week die er 1,5 uur zijn.
A
Niemand
B
Kamer van Koophandel
C
De Belastingdienst
D
Beide

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor wie is Willem een ondernemer?

Willem koopt een opslagruimte. Hierin wil hij tegen betaling van €1.200,- per week spullen opslaan voor anderen en beveiligen. Willem zal hier 8 uur per dag beveiligen.
A
Niemand
B
Kamer van Koophandel
C
De Belastingdienst
D
Beide

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om de winst uit onderneming te bepalen is het noodzakelijk om...
A
De vermogensbestanddelen de juiste etikettering te geven
B
Het privévermogen van het ondernemingsvermogen af te halen
C
De etiketteringsbestanddelen te kennen

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een privé storting in en een privé opname uit de onderneming?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een balans is een momentopname van
A
de bezittingen en het eigen vermogen
B
de schulden en het eigen vermogen
C
de bezittingen en schulden
D
de bezittingen, de schulden en het eigen vermogen

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Omschrijf de volgende begrippen:
1. Inventaris
2. Debiteuren
3. Crediteuren
4. Afschrijvingen

Slide 38 - Open vraag

Inventaris = de waarde van de inrichting
Crediteuren= schulden aan leveranciers, nog te betalen
Debiteuren = vorderingen op klanten, nog te ontvangen
Afschrijvingen = Omdat bedrijfsmiddelen een aantal jaren meegaan, mag u niet alle kosten hiervan  aftrekken in het jaar van aanschaf. In plaats daarvan moet u afschrijven. Dat houdt in dat u de kosten verdeelt over de jaren waarin u het bedrijfsmiddel gebruikt. Elk jaar kunt u dus een deel van de kosten aftrekken.
Welke post staat niet debet op de balans?
A
Hypotheek
B
Bedrijfspand
C
Debiteuren
D
Kas

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op de debetzijde van de balans staan:
timer
0:20
A
Crediteuren
B
Bancaire lening
C
Liquide middelen
D
Eigen vermogen

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De afschrijvingskosten van de auto van een bedrijf, komen op de ....?
A
de balans
B
de resultatenrekening
C
zowel de balans als de resultatenrekening
D
niets

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een bedrijf winst draait komt dit op de ... zijde van de resultatenrekening te staan?
A
Debet
B
Credit

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

afschrijvingen zijn
A
uitgaven
B
kosten
C
beide antwoorden zijn goed

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze opstelling van de balans is juist
A
Waar
B
Niet waar

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als ik wil weten hoeveel voorraad ik nog heb, dan kijk ik op de?
A
Balans
B
Resultatenrekening

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de twee eisen van de belastingdienst om als ondernemer voor een aantal fiscale voordelen (= ondernemersaftrekken) in aanmerking te komen?

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hans is onlangs zelfstandig ondernemer geworden. Hij heeft een eenmanszaak gestart en bouwt websites voor ondernemingen. Hij heeft ervoor gekozen om de auto die hij in privé had aangeschaft als keuzevermogen over te zetten naar zijn onderneming.
1. Wat wordt er bedoeld met keuzevermogen?
2. En wat voor invloed heeft deze keuze voor de winst?

Slide 47 - Open vraag

Dit betekent dat de ondernemer kan kiezen of vermogen prive bezit is of bezit van de onderneming
Dit betekent dat alle kosten voor de onderneming zijn en dus de winst verlagen.

Hans is inmiddels drie jaar zelfstandig ondernemer. Hij heeft een eenmanszaak en bouwt websites voor ondernemingen. Hij heeft ervoor gekozen om de auto die hij in privé had aangeschaft als keuzevermogen over te zetten naar zijn onderneming. Het totaal aantal kilometers dat hij dit jaar heeft gereden is 25.000, hiervan heeft jij 5.000 km privé gereden. De auto, een Citroën C3, heeft een catalogusprijs van €23.500,00 en een bijtellingspercentage van 22%
1. Welk bedrag moet er bij de winst opgeteld worden voor de auto van de zaak?

Slide 48 - Open vraag

22% van €23.500,00 = €5.170,00
Hans is inmiddels drie jaar zelfstandig ondernemer. Hij heeft een eenmanszaak en bouwt websites voor ondernemingen. Hij heeft het afgelopen jaar 2.000 uur gewerkt.
Heeft hij recht op de ondernemersaftrekken? Ja of nee. En waarom wel of niet?

Slide 49 - Open vraag

Ja, hij moet minimaal 1225 uur werken en 50% van haar arbeidstijd in de onderneming werkzaam zijn. 
Vragen?
Stel deze in de volgende les

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies