Inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting

Inkomstenbelasting
Vennootschapsbelasting
Beba 3
Aldin Kaltak, Badr Hamdaoui, 
Doreth Prikken en Waylon Ankone
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieHBOStudiejaar 4

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Inkomstenbelasting
Vennootschapsbelasting
Beba 3
Aldin Kaltak, Badr Hamdaoui, 
Doreth Prikken en Waylon Ankone

Slide 1 - Tekstslide

Inkomstenbelasting

Wanneer ben je een ondernemer?

Slide 2 - Tekstslide

De inkomstenbelasting
van een eenmanszaak
en VOF

Slide 3 - Woordweb

Opdracht
Maak nu eens een lijst met 10 woorden waar je aan denkt bij de inkomstenbelasting van een eenmanszaak en VOF.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe start je een onderneming?

Slide 5 - Open vraag

Kamer van Koophandel

1. Je levert goederen en/of diensten.

2. Je vraagt hier geld voor (geen symbolische vergoeding).

3. Je neemt deel aan het economische verkeer.

De Belastingdienst

- Maak je winst en zo ja: hoeveel?
- Hoe zelfstandig is jouw onderneming?
- Heb je voldoende kapitaal om een onderneming te starten?
- Steek je voldoende tijd in jouw onderneming?
- Hoeveel opdrachtgevers heb je?
- Promoot je jouw bedrijf?
- Is er sprake van ondernemersrisico?
- Ben je aansprakelijk voor de schulden van jouw onderneming?





Slide 6 - Tekstslide

Voor wie is Joris een ondernemer?

Joris is dit jaar gestart met het boodschappen doen voor ouderen. Dit doet hij voor een gezellig praatje en een kopje koffie. Hij wil hier gebruik van maken voor zijn komende studie en zal hier 20 uur in de week aan besteden.
A
Niemand
B
Kamer van Koophandel
C
De Belastingdienst
D
Beide

Slide 7 - Quizvraag

Voor wie is Marijke een ondernemer?

Marijke is dit jaar gestart met een nagelsalon. Dit doet ze voor een vast bedrag van €15,- en ze heeft gemiddeld 10 klanten per week die er 1,5 uur zijn.
A
Niemand
B
Kamer van Koophandel
C
De Belastingdienst
D
Beide

Slide 8 - Quizvraag

Voor wie is Linda een ondernemer?

Linda gooit het roer om: ze start een kinderopvang. Hier gaat ze 6 uur per dag werken, afgezien van het weekend. Linda vraagt per uur €10,- per kind.
A
Niemand
B
Kamer van Koophandel
C
De Belastingdienst
D
Beide

Slide 9 - Quizvraag

Voor wie is Willem een ondernemer?

Willem koopt een opslagruimte. Hierin wil hij tegen betaling van €1.200,- per week spullen opslaan en beveiligen. Willem zal hier 8 uur per dag beveiligen.
A
Niemand
B
Kamer van Koophandel
C
De Belastingdienst
D
Beide

Slide 10 - Quizvraag

Voorbeelden van voordelen van een ondernemer voor de Belastingdienst:
-Zelfstandigenaftrek
-Startersaftrek
-Meewerkaftrek
-Stakingsaftrek

- MKB-vrijstelling

Slide 11 - Tekstslide

Faciliteiten eenmanszaak en VOF

Slide 12 - Tekstslide

Waar denken jullie aan bij faciliteiten voor een VOF en een eenmanszaak?
Noteer de antwoorden voor jezelf:
- ...
- ...
- ...

Slide 13 - Tekstslide

Vermogensetikettering

  • Noodzakelijk om vermogensbestanddelen de juiste etikettering te geven om de winst uit onderneming te bepalen
  • Duidelijke indeling tussen privévermogen en vermogen uit onderneming
  • Bij onderneming met BV als rechtsvorm is de etikettering makkelijk af te lezen, voor winst uit onderneming lastiger --> 
  • Soorten vermogensbestanddelen (winst uit onderneming): 

  1. Verplicht privé vermogen
  2. Verplicht ondernemingsvermogen
  3. Keuzevermogen (wordt voor beide doeleinden gebruikt)

Slide 14 - Tekstslide

Om de winst uit onderneming te bepalen is het noodzakelijk om...
A
De vermogensbestanddelen de juiste etikettering te geven
B
Het privévermogen van het ondernemingsvermogen af te halen
C
De etiketteringsbestanddelen te kennen

Slide 15 - Quizvraag

Kapitaalstortingen en -onttrekkingen (Eenmanszaak)

  • Kapitaalstorting:
Iets wat je vanuit privé in het bedrijf stopt 

  • Kapitaalonttrekking: 
Iets wat je zakelijk onttrekt naar privé 

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een kapitaalstorting en een kapitaalonttrekking?

Slide 17 - Open vraag

Willekeurige afschrijving
Er word zelf bepaald hoe en wanneer een bedrijfsmiddel afgeschreven wordt 

  • De twee belangrijkste regelingen voor willekeurige afschrijvingen zijn:
  1.  Willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen (VAMIL)
  2.  Willekeurige afschrijving voor startende ondernemers

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld
Startend ondernemer Peter kocht op 1 juli 2011 een vrachtwagen voor € 150.000. Peter schreef willekeurig af:
 over 2011 € 60.000 
en over 2012 € 80.000. 
De boekwaarde op 31 december 2012 was dus € 10.000.

Bij normale afschrijving (stel 7 jaar, restwaarde € 10.000) zou de boekwaarde € 120.000 zijn op 1 januari 2013.
Sinds 1 januari 2013 verhuurt Peter de vrachtwagen. Daardoor voldoet hij niet meer aan de voorwaarden voor willekeurige afschrijving.
De termijn van 5 jaar waarbinnen hij de willekeurige afschrijving weer bij de winst moet tellen, start op 1 januari 2011 (het begin van het jaar waarin Peter investeerde).

Gevolg: Peter moest in 2013 de vrachtwagen opwaarderen van € 10.000 naar € 120.000. Hierbij komt een boekwinst naar voren van € 110.000. Over 2013 kan hij nog wel een normale afschrijving toepassen van € 20.000.



Slide 19 - Tekstslide

Wanneer mag je beginnen met afschrijven?
A
Wanneer de investering in het bedrijfsmiddel is gedaan
B
Wanneer je het bedrijfsmiddel direct na de investering ingebruik neemt

Slide 20 - Quizvraag

Investeringsaftrek
Drie soorten investeringsaftrek:
  1. Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
  2. Milieu-investeringsaftrek en VAMIL
  3. Energie-investeringsaftrek

Desinvesteringsbijtelling:
Deel aftrek terugbetalen door vervreemding van je bedrijfsmiddelen

Slide 21 - Tekstslide

Welke soorten investeringsaftrek zijn er?

Slide 22 - Open vraag

Wat is de desinvesteringsbijtelling?
A
De VAMIL-regeling
B
Deel aftrek terugbetalen door vervreemding van je bedrijfsmiddelen
C
Het privévermogen waar je belasting over dient te betalen
D
Weet ik niet

Slide 23 - Quizvraag

Werk en woning

Ben je in het bezit van een eigen woning? Dan gelden de volgende regels...

Voldoe je niet aan de eisen? Dan geldt het volgende...




Voldoet jouw kantoorruimte aan de eisen van de belastingdienst, dan kan je alle kosten die je voor je werkruimte maakt aftrekken van de opbrengsten van je onderneming, aftrekbare kosten:

- Huur of maximaal 4% van de werkelijke waarde van het kantoor aan huis;
- Het zakelijke deel van de energiekosten;
- Telefoon- en internetkosten als deze strikt zakelijk worden gebruikt;
- Verzekeringen;
- Huur- of afschrijvingskosten van het deel van jouw huis dat gebruikt wordt voor de zaak;
- Schoonmaakkosten en dergelijke (enkel voor de werkruimte);
- Inrichtingskosten, zoals vloerbedekking, behang, bureau’s en raamdecoratie van de werkruimte;
- Een deel van de hypotheekschuld kan aan de onderneming worden toegerekend.


Slide 24 - Tekstslide

You got this :)
Benoem een aantal aftrekbare kosten:

Slide 25 - Woordweb

winstopbouw nv/bv

Slide 26 - Tekstslide

Waar denk je aan bij de winstopbouw bij een nv/bv?

Slide 27 - Woordweb

Resultatenrekening
- commerciële winst en fiscale winst
- Herwaardering
Vermogensvergelijking
- Begin vs einde

Slide 28 - Tekstslide

In de vermogensvergelijking is de mutatie van het vermogen gelijk aan...
A
de winst volgens de winst-en-verliesrekening
B
de belastbare winst
C
het belastbare bedrag
D
de commerciële winst

Slide 29 - Quizvraag

Waar zouden kapitaalstortingen/onttrekkingen mee te maken hebben in een bv/nv?

Slide 30 - Woordweb

Kapitaalonttrekking
- geen verlies, wel daling eigen vermogen
- winstuitdeling, vennootschapsbelasting en ingehouden bronbelastingen

Kapitaalstorting
- geen winst, wel stijging eigen vermogen
- nominaal gestort kapitaal, agio of informeel kapitaal
- de rol van de aandeelhouder

Slide 31 - Tekstslide

Wat is een vorm van bronbelasting?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Video

Bedrijven die het kasstelsel toepassen leveren voornamelijk aan..
A
Ondernemingen
B
Particulieren

Slide 34 - Quizvraag

Hoe ziet zo'n winstverdeling er dan uit?

Slide 35 - Tekstslide

Verliescompensatie
Carry back en carry forward

Slide 36 - Tekstslide

Kan de verliescompensatie ook zorgen voor een minder groot belastbaar bedrag?
A
Ja
B
Nee

Slide 37 - Quizvraag

Fiscale inhoud jaarrekening BV/NV
Zelf doen of overlaten aan de boekhouder??

Slide 38 - Tekstslide

Fiscale inhoud

Slide 39 - Woordweb

Niet-aftrekbare bedragen
Werkruimte thuis 0%, met uitzonderingen.
• Voedsel, drank en genotmiddelen die u privé gebruikt, zijn niet aftrekbaar.
• Telefoonabbonement thuis
• Algemene literatuur
• Kleding (Geen werkkleding)
• Apparatuur en instrumenten die niet tot het ondernemingsvermogen horen.
• Geldboetes
• Vaartuigen voor representatieve doeleinden (belastingdienst, 2021)

Slide 40 - Tekstslide

Wat is aftrekbaar van de fiscale jaarrekening van een BV
A
Personeelskosten
B
Thuis abbonnement
C
Boetes
D
Kleding

Slide 41 - Quizvraag

Deelnemersvrijstelling
Voorkomen dubbele belasting
Dochtermaatschappij
Dividend



Slide 42 - Tekstslide

Dividendbelasting
  • Overheidsbeleid
  • 15% over beleggingsdividend 
  • Afgelopen jaren


Slide 43 - Tekstslide

Dit percentage wordt ingehouden over uit te keren dividend

Overheidsbeleid
Deelnemingsdividend
15%
Verschillende belastingen
Inhoudsvrijstelling

Slide 44 - Sleepvraag

Bronbelasting
Het begrip

Rechten

Hoogte

Hoe werkt het



Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

De fiscale eenheid
95%
Voordelen: Intercompany winsten, inversteringsaftrek, schuiven met vermogen, één aangifte, verrekenen verlies/winst

Nadelen: Aansprakelijk, verbreken termijnen, minder investeringsaftrek, complexe consolidatie, meer vennootschapsbelasting

Slide 47 - Tekstslide

Kaltak B.V. wil een fiscale eenheid vormen met WHP B.V... Waarom is het verrekenen van de verlies/winst een voordeel?
A
Het is geen voordeel
B
Het verlies kan af worden getrokken van de winst
C
Er moeten 2 aangiftes worden gedaan
D
Ze moeten allebei winst maken

Slide 48 - Quizvraag

Fiscale administratie
Fiscale bewaarplicht; gegevens bij derden vallen hier ook onder
Fiscale bewaartermijn; 7 jaar

Basis- en overige gegevens: grootboek, voorraadadministratie, debiteurenadministratie, crediteurenadministratie, in- & verkoopadministratie, loonadministratie

Slide 49 - Tekstslide

Welk soort administratie valt NIET onder de basis- en overige gegevens
A
Grootboek
B
Crediteuren administratie
C
Resultatenadministratie
D
Voorraadadministratie

Slide 50 - Quizvraag