Lagere bestedingen leiden tot hogere werkeloosheid.
A
Juist
B
Onjuist
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Lagere bestedingen leiden tot hogere werkeloosheid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 1 - Quizvraag
Hoger consumentenvertrouwen leidt tot hogere werkeloosheid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Iemand kent waardes toe aan de volgende producten. Chips 6, snoep 7, ijs 8, drinken 5. Hij kiest voor ijs want dat heeft voor hem de hoogste waarde. De opofferingskosten zijn?
A
8
B
7
C
18
D
15
Slide 3 - Quizvraag
Alternatieve afwendbaarheid betekent
A
dat je met dezelfde inspanning ook voor andere dingen kunt kiezen.
B
Dat een product gratis is.
C
Dat de opofferingskosten heel hoog zijn.
D
dat er geen opofferingskosten zijn.
Slide 4 - Quizvraag
Geef aan in welk van de gevallen aan er sprake is van investeren
A
Een wasserette koopt een wasmachine.
B
Tante Miep koopt een kanarie.
C
Artis koopt een olifant.
D
Een restaurant koopt een friteuse
Slide 5 - Quizvraag
Kraanwater is een schaars goed.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Een computer is een vrij goed.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Voor een vrij goed hoef je niet te betalen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Nancy en Bill werken allebei fulltime (36 uur). Bill verdient €12 per uur en Nancy €18. Ze krijgen en kind en Nancy besluit te stoppen met werken. Wat zijn de opofferingskosten?
A
€6
B
€12
C
€18
Slide 9 - Quizvraag
Als we productiefactoren moeten opofferen om een goed te produceren, is dit in de economie en ............ goed