1G 21 april 2021

Vandaag...
woensdag 21 april 2021

huiswerk bespreken - opdr. 5 t/m 8 van 2.4
oorzaak en gevolg
Romeins Imperium
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag...
woensdag 21 april 2021

huiswerk bespreken - opdr. 5 t/m 8 van 2.4
oorzaak en gevolg
Romeins Imperium

Slide 1 - Tekstslide

opdracht 5
a. overwonnen volken werden tot slaaf gemaakt, kopen op de slavenmarkt, kinderen van slaven werden automatisch slaaf


Slide 2 - Tekstslide

opdracht 5
a. overwonnen volken werden tot slaaf gemaakt, kopen op de slavenmarkt, kinderen van slaven werden automatisch slaaf

b. slaven hoefde je niet te betalen voor het werk dat ze deden, dus daardoor kon je meer winst maken


Slide 3 - Tekstslide

opdracht 5
a. overwonnen volken werden tot slaaf gemaakt, kopen op de slavenmarkt, kinderen van slaven werden automatisch slaaf

b. slaven hoefde je niet te betalen voor het werk dat ze deden, dus daardoor kon je meer winst maken

c. je moet goed zijn voor je slaven 


Slide 4 - Tekstslide

opdracht 5
a. overwonnen volken werden tot slaaf gemaakt, kopen op de slavenmarkt, kinderen van slaven werden automatisch slaaf

b. slaven hoefde je niet te betalen voor het werk dat ze deden, dus daardoor kon je meer winst maken

c. je moet goed zijn voor je slaven 

d. stel dat je zelf slaaf wordt, hoe zou je dan behandeld willen worden?

Slide 5 - Tekstslide

opdracht 6
a. in de bron zie je wegen. Wegen waren belangrijk voor de soldaten zodat ze zich snel konden verplaatsen en daardoor het rijk beter konden beschermen. 


Slide 6 - Tekstslide

opdracht 6
a. in de bron zie je wegen. Wegen waren belangrijk voor de soldaten zodat ze zich snel konden verplaatsen en daardoor het rijk beter konden beschermen. 

b. diplomatie: goede relaties met andere volken, het geven van burgerrecht aan mensen houdt ze tevreden, goed leger, goed bestuur, etc. 

Slide 7 - Tekstslide

opdracht 7
a. beide landen hebben een gekozen leider, een senaat, een volksvergadering. De macht is verdeeld. Om leider te worden heb je veel geld nodig. 


Slide 8 - Tekstslide

opdracht 7
a. beide landen hebben een gekozen leider, een senaat, een volksvergadering. De macht is verdeeld. Om leider te worden heb je veel geld nodig. 

b. één president, twee consuls. Romeinse Republiek werd centraal bestuurd, Amerika is een federatie (veel zelfstandigheid voor de Staten). 


Slide 9 - Tekstslide

opdracht 8
Mongoolse Rijk
Rijk van Alexander de Grote
Frankische Rijk
Britse Rijk
Spaanse Rijk
Arabische Rijk
etc.

Slide 10 - Tekstslide

oorzaak en gevolg
directe en indirecte oorzaak
directe oorzaak of aanleiding ligt dicht bij de gebeurtenis (druppel die de emmer doet overlopen)

indirecte oorzaak ligt verder van de gebeurtenis af, kan soms wel paar jaar of tientallen jaren tussen liggen. 

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wat we bedoelen met een oorzaak

Slide 12 - Open vraag

Leg uit wat we bedoelen met een gevolg

Slide 13 - Open vraag

oorzaak en gevolg
gevolgen op korte en lange termijn
gevolgen op korte termijn vinden vrij snel na de gebeurtenis plaats (net als de directe oorzaak)

gevolgen op lange termijn staan verder van de gebeurtenis af (net als de indirecte oorzaak)

Slide 14 - Tekstslide

Geef een gebeurtenis met daarbij 1 indirecte oorzaak en 1 directe oorzaak

Slide 15 - Open vraag

Geef een gebeurtenis met daarbij 1 gevolg op korte termijn en 1 gevolg op lange termijn.

Slide 16 - Open vraag

Rome
Groei Romeins Imperium

Vanaf 2e eeuw v. Chr. ontstaat er een tekort aan soldaten

 Wapenuitrusting alleen betaalbaar voor rijke Romeinen

Slide 17 - Tekstslide

Romeins leger
Romeinse leger werd een beroepsleger
Soldaten werden betaald met belastinggeld
Wapenuitrusting hoefde men niet meer zelf te betalen

- veel arme mensen het leger in
- hoop op oorlogsbuit

Slide 18 - Tekstslide

oorzaak
dit alles vormt een indirecte oorzaak voor de val van de Romeinse Republiek

hoe dat zit krijg je volgende week!

huiswerk voor woensdag: 
maak opdracht 3 en 4 van paragraaf 2.5

Slide 19 - Tekstslide