Kennismaking UV HF6

Omvormen van kapsels
Hoofdstuk 6
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3,4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Omvormen van kapsels
Hoofdstuk 6

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • Verschillende manieren van omvormen te benoemen.
  • Wat het doel van volume föhnen is.
  • Meer over kammen en borstels.
  • Hoe jij je materialen moet reinigen.
  • Meer over verstevigingsproducten.

Slide 2 - Tekstslide

Wens van de klant
  • Voor welke gelegenheid is het?
  • Hoe lang wil de klant ermee doen? 

Slide 3 - Tekstslide

Manieren omvormen
  • Droog föhnen
  • Volume föhnen
  • Stijlen
  • Krullen
  • Scrunchen
  • Watergolven 

Slide 4 - Tekstslide

Gezichtsvormen
  • Ovaal
  • Lang
  • Rond
  • Vierkant
  • Driehoekig
  • Hartvormig

Slide 5 - Tekstslide

Kammen en borstels
  • Knipkam
  • Vorkkam
  • Grove kam
  • Puntkam
  • Toupeerborstel
  • Föhnborstel
  • Ventilatieborstel

Slide 6 - Tekstslide

Reinigen van materialen
Liefst elke week kammen en borstels reinigen.


Stappenplan:
  1. Haren verwijderen
  2. Weken in een sopje van water en zeep
  3. Verwijderen achtergebleven vuil met borsteltje
  4. Grondig afspoelen met schoon water
  5. Drogen op een handdoek
  6. Eventueel desinfecteren, en daarna afspoelen en drogen

Slide 7 - Tekstslide

Verstevigingsproducten
  • Schuimversteviger
  • Wax 
  • Gel
  • Clay
  • Glansspray
  • Haarlak 

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag
Bekijk de video's over  'volume föhnen' en 'stylen met stijltang' om te zien hoe je de behandeling uit moet voeren.

Slide 9 - Tekstslide

Extra praktijkopdracht
Bekijk de video's over  'krullen met krultang' om te zien hoe je de behandeling uit moet voeren. Deze opdracht staat niet in je boek, maar je mag het wel oefenen. Pak de werkkaart erbij of bekijk het filmpje nogmaals.

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
- Wat staat er op de planner?
- Overleg met je docent wanneer je de praktijkopdracht kunt gaan maken
- Klaar met wat er voor vandaag op de planner staat?
- Werk aan je achterstanden! 

12.45 afronden van de les (verder met lessonup, dus niet afsluiten!)

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent omvormen?
A
De vorm van het haar behouden zoals het is.
B
De vorm van het haar permanent veranderen.
C
De vorm van het haar tijdelijk veranderen.
D
De kleur van het haar tijdelijk veranderen.

Slide 12 - Quizvraag

Mevrouw Jannes komt haar haren wassen en knippen. Ze heeft geen bijzonderheden en gaat na het bezoek thuis op de bank tv kijken. Welke manier van omvormen moet men kiezen?
A
Stijlen
B
Droog föhnen
C
Krullen
D
Volume föhnen

Slide 13 - Quizvraag

Mevrouw Peters heeft kort haar en is op leeftijd. Ze wil graag volume in haar haren en het moet een week blijven zitten. Welke manier van omvormen moet men kiezen?
A
Watergolven
B
Volume föhnen
C
Stijlen
D
Droog föhnen

Slide 14 - Quizvraag

Bij welk haar gebruikt men de scrunch techniek?
A
Gekruld haar
B
Halflang haar
C
Kort haar
D
Lang haar

Slide 15 - Quizvraag

Mevrouw Wijk heeft een lange gezichtsvorm. Ze heeft half lang haar. Waar in het kapsel creëert men volume?
A
Zijkanten en bovenop
B
Achterkant van het hoofd
C
Bovenop
D
Zijkanten

Slide 16 - Quizvraag

Welk product gebruikt men na het wassen als versteviging en bescherming tegen hitte?
A
Schuimversteviger
B
Gel
C
Glansspray
D
Wax

Slide 17 - Quizvraag

Juliette heeft een ronde gezichtsvorm. Waar creëert men volume?
A
Bovenop
B
Achterkant van het hoofd
C
Zijkanten
D
Zijkanten en bovenop

Slide 18 - Quizvraag

Bij het omvormen deelt men het haar af, bijvoorbeeld bij volume föhnen. Hoe noemt men zo'n afdeling?
A
Sterafdeling
B
Passé
C
Kruisafdeling
D
Geen afdeling

Slide 19 - Quizvraag

Welke kam gebruikt men bij het opkammen van een volume geföhnd kapsel?
A
Knipkam
B
Toupeerborstel
C
Puntkam
D
Vorkkam

Slide 20 - Quizvraag

Wat is touperen?
A
De haren wassen en een versteviging aanbrengen.
B
De haren goed uitborstelen.
C
De haren naar de aanzet drukken, zodat er een kussentje ontstaat.
D
De haren polijsten.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is je vraag over deze les?

Slide 22 - Open vraag

Heb je fijn gewerkt? Was de theorie moeilijk? Wat is je gevoel na deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll