Welke structuur/structuren bevat(ten)oorzaken in het middenstuk?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
verklaringsstructuur
C
probleem-oplossingsstructuur en verklaringsstructuur
D
verleden-heden
(-toekomst)structuur
Slide 10 - Quizvraag
Verklaringsstructuur - inleiding: bepaald verschijnsel - kern: kenmerken/ verklaringen/ voorbeelden - slot: ? Wat moet er op de plaats van het vraagteken staan?
A
samenvatting of conclusie
B
eigen mening
C
het probleem
D
vraagstelling
Slide 11 - Quizvraag
Inleiding: onderwerp middenstuk: het onderwerp vroeger en nu wordt besproken slot: conclusie
Deze indeling hoort bij de volgende structuur:
A
probleem-oplossingsstructuur
B
voor- en nadelen structuur
C
verklaringsstructuur
D
verleden-heden-toekomststructuur
Slide 12 - Quizvraag
Maken
Opdracht 4
blz. 15 - 17
Slide 13 - Tekstslide
Volgende keer
Opdracht 4 is af EN je hebt de theorie op blz. 42 en 43 (Lezen hfst. 2) gelezen