In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
4.1 + 4.2
Herhaling
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een onzeker voorval?
A
Dat is iets waarvan je weet wanneer en of dat ooit zal gebeuren
B
Dat is iets waarvan je ee beetje weet wanneer en of dat ooit zal gebeuren
C
Dat is iets waarvan je niet weet wanneer en of dat ooit zal gebeuren
D
Dat is iets waarvan je weet wanneer en of dat nooit zal gebeuren
Slide 2 - Quizvraag
Hoe langer de looptijd van de verzekering, hoe hoger de premie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
De premie is goedkoper als je verzekert tegen schade en diefstal in plaats van alleen schade.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Je sluit een verzekering af met een premie van € 84. De poliskosten bedragen € 9. De assurantiebelasting is 21%. Bereken wat de verzekeringskosten zijn:
Slide 5 - Open vraag
Je krijgt een schadevergoeding van de verzekering van € 500, je eigen risico is € 450. Hoeveel krijg je uitgekeerd?
A
Slide 6 - Quizvraag
Je krijgt een schadevergoeding van de verzekering van € 1000, je eigen risico is € 150. Hoeveel krijg je uitgekeerd?
A
Slide 7 - Quizvraag
Waar staat AVP voor?
A
Aansprakelijkheidsverzekering Particuliere sector
B
Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren
C
Aansprakelijkheidsverzekering Particular
D
Aansprakelijkheidsverzekering partijen
Slide 8 - Quizvraag
Leg in eigen woorden het verschil tussen inboedel en opstalverzekering uit
Slide 9 - Open vraag
Ik (meneer Pellicaan) had laatst een lekkage waardoor mijn muren drijfnat waren en daardoor in slechte staat verkeren. Valt dit onder mijn inboedel- of opstalverzekering?
A
Slide 10 - Quizvraag
Ik heb een huis ter waarde van € 350.000. Hoeveel betaal ik aan verzekering als de jaarpremie bepaald is op € 1,20 per € 1.000 verzekerd bedrag?
Slide 11 - Open vraag
Harm is onderverzekerd. Zijn inboedel is voor € 160.000 verzekerd, terwijl die in werkelijkheid € 190.000 waard is. Er breekt brand uit. De schade aan je inboedel is € 40.000. Hoeveel is de schadevergoeding die Harm krijgt?
Slide 12 - Open vraag
Je hebt je inboedel in het basisjaar verzekerd voor € 100.000. Het indexcijfer voor de van inboedel is nu 109. Is de onderstaande berekening juist: Het verzekerd bedrag is nu € 100.000 : x 109 = € 110.000