3V herhaling - het wederkerend werkwoord in de présent + passé composé

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan het wederkerend werkwoord in de présent gebruiken.
  • Ik kan het wederkerend werkwoord in de passé composé gebruiken.
    :) 

Slide 2 - Tekstslide

Deel 1
De wederkerende werkwoorden in de présent

Slide 3 - Tekstslide

Ken je dit schema nog?

Slide 4 - Tekstslide

Kies de juiste optie:
Léa __ beaucoup aux sports(s'intéresser ).
A
s'intéresse
B
s'intéresses

Slide 5 - Quizvraag

Kies de juiste optie:
Jules __ à sept heures du matin (se laver).
A
te lave
B
se lave

Slide 6 - Quizvraag

Kies de juiste optie:
Vous ___ à l'école? (s'amuser).
A
nous amusons
B
vous amusez

Slide 7 - Quizvraag

Vul zelf het goede antwoord in:
Léa et Julie ___ à Bordeaux (s'installer).

Slide 8 - Open vraag

Vul zelf het goede antwoord in:
Il est fatigué. Il ___ toujours très tard (se coucher).

Slide 9 - Open vraag

Vul zelf het goede antwoord in:
Je ___ un peu. (se reposer)

Slide 10 - Open vraag

Deel 2
De wederkerende werkwoorden in de passé composé.

Slide 11 - Tekstslide

Bekijk dit goed

Slide 12 - Tekstslide

Kies de juiste optie:
Het wederkerend werkwoord vervoeg je altijd met het hulpwerkwoord ...
A
avoir
B
être

Slide 13 - Quizvraag

Kies de juiste optie van de passé composé:
Tu ___ à la fête? (s'amuser)
A
t'es amusé
B
s'est amusé

Slide 14 - Quizvraag

Kies de juiste optie van de passé composé::
Je ___ tôt (se coucher - ONTK.).
A
me ne suis pas couché
B
ne me suis pas couché

Slide 15 - Quizvraag

Vul zelf de passé composé in:
Ils ___ avec des amis. (s'amuser)

Slide 16 - Open vraag

Vul zelf de passé composé in:
Il ___ beaucoup. (s'entraîner).

Slide 17 - Open vraag

DES QUESTIONS?

Slide 18 - Tekstslide